Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.mr.[geintimeerde sub 1.],wonende te [woonplaats] (Oostenrijk),
[geintimeerde sub 2.],
wonende te [woonplaats],
[geintimeerde sub 3.],
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 229265 / HA ZA 11-21)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven in het principaal appel, met producties;
- de memorie van antwoord in het principaal appel en van grieven in het incidenteel appel, met producties;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel, met producties;
- de akte uitlating producties van 12 februari 2013 aan de zijde van [geintimeerde sub 1.] c.s.;
- de antwoordakte van 12 maart 2013 aan de zijde van [appellant], met een productie.
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
Alle vorderingsrechten (…) vervallen in ieder geval één jaar na het moment waarop degene die deze rechten (…) pretendeert te hebben, bekend werd of redelijkerwijs bekend kon zijn met het bestaan van deze rechten (…)’.
- Eind 2008 of begin 2009 was [appellant] – blijkens de e-mails van 4 en 5 december 2008 en 14 februari 2009 die door of namens hem aan [geintimeerde sub 1.] zijn verzonden – bekend met zijn (mogelijke) rechten jegens [geintimeerde sub 1.] c.s. of kon hij daarmee redelijkerwijs bekend zijn. De dagvaarding is op 3 december 2010 betekend. Daarom vloeit uit artikel 6 van de algemene voorwaarden voort dat de rechten van [appellant] zijn vervallen.
- Het beroep van [geintimeerde sub 1.] c.s. op de vervaltermijn is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Het beding, waarin de vervaltermijn is vastgelegd, is niet onredelijk bezwarend (en dus ook niet vernietigbaar).
- Hierbij is enerzijds van belang dat [geintimeerde sub 1.] c.s. een fout heeft gemaakt doordat hij niet heeft gewaarschuwd voor het risico dat de grond in [vestigingsplaats 2.] bij executie niet genoeg zou opleveren ter voldoening van de vordering en anderzijds dat [appellant] op het terrein van zakelijke communicatie en transacties ervaring heeft en de betekenis en verstrekkende gevolgen van het vervalbeding moet hebben begrepen.
- voor recht te verklaren dat [geintimeerde sub 1.] en [geintimeerde sub 2.] tekort zijn geschoten en onrechtmatig hebben gehandeld en dat [geintimeerde sub 3.] (onder meer) als maat in de maatschap hiervoor mede aansprakelijk is,
- [geintimeerde sub 1.] c.s. te veroordelen aan hem de schade te vergoeden die hij dientengevolge lijdt, nader op te maken bij staat,
- [geintimeerde sub 1.] c.s. te veroordelen aan hem de buitengerechtelijke kosten en de volledige advocaat- en bijkomende kosten van het geding in beide instanties te vergoeden, te vermeerderen met de wettelijke rente.
- (…) Waar het mij om gaat is dat het huiswerk omtrent de kredietwaardigheid van [Borg X.] en bedrijven bij jullie bekend moet zijn anders hadden jullie nooit met gerust gemoed jullie klanten deze investering laten doen. Ook dit zal door jullie niet zonder financieel voordeel zijn gedaan. (…) moet ik haast wel denken dat jullie meer weten omtrent de kredietwaardigheid van deze persoon. (…) Nu er een probleem is ontstaan ben ik van mening dat we met zn allen moeten proberen dit op te lossen met zekerheden voor ons, want zoals door jullie aangegeven staan jullie uiteraard aan onze kant in deze. (…)
- (…) Het verbaast me alleen hoe [Borg X.] er financieel voorstaat en dit was al voor het eerste contract zo te zien. (…) Ik heb dan geen rechten gestudeerd, maar begrijp echt wel hoe het in elkaar steekt op het gebied van aansprakelijkheid. Hier gaat het mij allemaal niet om, maar zou me in jullie schoenen op zijn minst verantwoordelijk voelen, al is het niet op juridisch gebied, dan toch zeker op sociaal gebied. Nu er dus een probleem ontstaat denk ik dat we met zn allen moeten zorgen en de energie moeten steken in het terughalen van de fondsen. (…) Jullie weten waar deze beste man zijn vermogen zit anders zouden jullie [Borg X.] niet in contact brengen met jullie klanten. (…) Nogmaals ik wijs niet met de vinger op dit moment en als dat zo is overgekomen, vooralsnog mijn excuses maar wens van jullie in deze fase geen passieve rol en blijkbaar uit je mail zijn jullie er druk mee bezig e.e.a. uit te zoeken omtrent bezittingen [Borg X.] en maar vraag ik niet op dit moment. (…) Tot slot: Je moet begrijpen dat de ongerustheid is toegeslagen bij ons, zeker om de hoogte van het bedrag, hoe de lening intern bij ons is verwerkt (schuld [appellant] aan firma) (…). Bepaalde reactie ontstaat in deze natuurlijk vanuit emotie. (…)
- (…) Zoals reeds eerder aangegeven is ons nooit medegedeeld door jullie of wie dan ook dat de dekking niet toereikend was in deze (2e) zaak. Zowel niet schriftelijk als mondeling. Ik begrijp na het schrijven van de notaris wel dat jullie ook proberen je in te dekken, maar laten we wel bij de feiten blijven. Dat de notaris de bal terugkaatst doet hij nav hetgeen wat jullie in de brief hebben gezet en mij zo gezegd op de onzekere waarden hebben gewezen, maar ik heb al eerder aangegeven dat dit niet het geval was. Geenszins zouden wij akkoord zijn gegaan voor nog geen 20% van de benodigde zekerheid. Wij zijn door jullie in contact gekomen met [Borg X.] en hebben jullie de zaak laten bekijken en beoordelen en hebben daar Uw honorarium voor betaald. (…) Laat duidelijk zijn dat wij niet zitten te wachten op welke rechtszaak dan ook en gewoon normaal zaken hadden willen doen. Wij zijn echter genoodzaakt (rug tegen muur) om ons belang te verdedigen. Wat betreft honorarium van 2/3 van normaal uurtarief lijkt me schappelijk en wat betreft bij het behalen van het juiste resultaat u het dubbele wilt nabelasten vind ik ook prima. (…)
rug tegen muur’, ‘
de ongerustheid is toegeslagen’) toen bekend werd dat hij het bedrag van de geldlening mogelijk kwijt was. In die periode was hij ook van mening dat [geintimeerde sub 1.] (c.s.) in moreel opzicht verantwoordelijk was voor de ongunstige uitkomst van de transactie (‘
zou me in jullie schoenen op zijn minst verantwoordelijk voelen (…) toch zeker op sociaal gebied’) nu [geintimeerde sub 1.] (volgens [appellant]) de partijen bij de geldlening met elkaar in contact had gebracht en hem bij het aangaan van de geldlening niet had geïnformeerd over de waarde van de grond in [vestigingsplaats 2.]. [appellant] dacht toen dat [geintimeerde sub 1.] mogelijk (omdat hij ook voor de wederpartij bij de geldlening werkte of had gewerkt) feitelijke kennis had over verhaalsobjecten die nuttig zou kunnen zijn om de vorderingen uit de geldlening alsnog te incasseren (‘
het huiswerk omtrent de kredietwaardigheid van [Borg X.] en bedrijven bij jullie bekend moet zijn’). Hij wilde dat [geintimeerde sub 1.] – zijn advocaat – deze kennis zou inzetten voor de incasso van de vorderingen. Hij wilde dus actie en hij was ongerust en ontevreden maar hij maakte geen verwijten aan [geintimeerde sub 1.] (‘
ik wijs niet met de vinger op dit moment en als dat zo is overgekomen, vooralsnog mijn excuses maar wens van jullie in deze fase geen passieve rol’). Hij wilde samen met [geintimeerde sub 1.] de kwestie oplossen en hij vertrouwde erop dat [geintimeerde sub 1.] zijn belangen behartigde (‘
we met zn allen moeten proberen dit op te lossen met zekerheden voor ons, want zoals door jullie aangegeven staan jullie uiteraard aan onze kant in deze’). Hij wilde tot slot afspraken maken over het (gereduceerde, resultaatsafhankelijke) loon van [geintimeerde sub 1.] voor het werk in dit verband.
Bijgaand treft u aan de hypotheekakte inzake de kwestie met Holland Estate B.V. Deze akte is doormr. [geintimeerde sub 1.] en mij gecontroleerd en akkoord bevonden. Terzake van de mogelijke uitwinning van de grond geldt wederom dat dit slechts noodzakelijk zal zijn, wanneer noch Alasco Vastgoed B.V., noch Holland Estate B.V., noch de heer en mevrouw [Borg X.] in privé de geldlening, inclusief de rente kunnen terugbetalen. Deze partijen zijn immers allen afzonderlijk voor het geheel aansprakelijk ten aanzien van de uit de hypotheekakte voortvloeiende verbintenissen.(…)’
‘In afwijking van[deze wetsartikelen, hof]
zijn de vennoten, hun bestuurders, alsmede degenen die voor [maatschap] Advocaten werkzaam zijn niet persoonlijk gebonden of aansprakelijk en eindigt de opdracht niet door hun dood (…)’). Uit artikel 3 kan (zonder nadere toelichting, die ontbreekt) slechts worden afgeleid dat de genoemde wetsartikelen (over persoonlijk te verlenen diensten, hoofdelijke verbondenheid bij een gezamenlijk aanvaarde opdracht, en de dood van een opdrachtnemer) niet gelden. Uit artikel 3 volgt (zonder nadere toelichting, die ontbreekt) niet dat de maten in de maatschap alleen verantwoordelijk zijn voor werkzaamheden die zij zelf uitvoeren en derhalve niet – ieder voor een gelijk deel – aansprakelijk zijn voor fouten die in de door de maatschap uitgevoerde werkzaamheden door anderen worden begaan. [geintimeerde sub 1.] c.s. heeft artikel 3 (bij gebreke van een nadere toelichting) redelijkerwijs niet mogen opvatten in de thans door hem verdedigde zin. Zijn betoog is ongegrond.
Als ik het goed begrijp (wederom misschien ook niet) is het onderpand ongeveer twee hectare (…) groot, hetgeen betekent dat er dus ongeveer Eur. 43,-/m2 betaald wordt, aangezien Rick in zijn gesprek met ons sprak over Eur. 17,- voor landbouwgrond. M.a.w. mocht het mis gaan en de grond blijft landbouwgrond als bestemming houden verliezen wij dan meer als de helft van het geld aangezien de aankoopprijs dus op Eur. 17,- zit? Dit is uiteraard voor ons belangrijk om te weten.’