11.2.1. Uitgangspunt van het hof in het tussenarrest was derhalve dat Burger Port terecht haar retentierecht heeft uitgeoefend op de met MS Thebeland vervoerde vrachtwagens. Vervolgens, zo stelde Burger Port in de memorie van antwoord, is een van de door haar in Luanda teruggehouden vrachtwagens (chassisnr [chassisnr] ) door de lokale autoriteiten geconfisqueerd en openbaar verkocht, omdat deze te lang in de haven stond. Burger Port kon derhalve die vrachtwagencombinatie niet meer aan International Car teruggeven (en, zo stelt Burger Port voorts, beschikte Burger Port c.q. haar agent evenmin over de opbrengst van de verkoop, welke opbrengst kennelijk in de staatskas van Angola was gevloeid).
Als prod. 10 bij memorie van antwoord heeft Burger Port overgelegd enkele e-mailberichten waaruit voortvloeit dat zeevracht (bedoeld is kennelijk: vervoerde goederen), welke zestig dagen na aankomst nog steeds in de haven van Luanda staat, door de douaneautoriteiten openbaar geveild mag worden, althans dat dit aldaar de gebruikelijke gang van zaken is. De bij die e-mails beweerdelijk gevoegde wettelijke regels, waaruit een en ander zou blijken, zijn niet overgelegd, slechts zijn overgelegd e-mails van Belgische en Angolese agenten van Burger Port.
11.2.2. International Car heeft op deze producties gereageerd. Zij heeft niet betwist dat
alsde lokale douaneautoriteiten besluiten over te gaan tot een openbare veiling omdat bepaalde lading te lang in de haven staat en die lading vervolgens openbaar wordt verkocht, dit overmacht oplevert voor de vervoerder, zoals Burger Port – impliciet – heeft gesteld. Wel heeft International Car haar vraagtekens geplaatst bij de gang van zaken. Zij heeft betwist dat in Angola een maximale bewaarperiode van zestig dagen geldt en dat bij overschrijding daarvan op grond van de wet wordt overgegaan tot verkoop ten gunste van de Staat Angola. Voorts betwist zij, zo begrijpt het hof, dat de vrachtwagen in kwestie daadwerkelijk is verkocht. Daarnaast vraagt International Car zich –terecht – af, waarom de Angolese douaneautoriteiten slechts een van beide teruggehouden, en kennelijk te lang gestalde, vrachtwagens hebben verkocht.
11.2.3. Het hof zal Burger Port toelaten bewijs van haar stellingen te leveren als na te melden. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.