Uitspraak
28.Het tussenarrest van 10 april 2012
29.Het verdere verloop van de procedure
30.De verdere beoordeling
- de deskundige heeft van [appellant] een aantal (proces)stukken ontvangen. Aan de gemeente was aanvankelijk niet bekend welke stukken dat waren. Ondanks zijn toezegging heeft de deskundige de gemeente niet in de gelegenheid gesteld andere processtukken toe te sturen. Op 16 juli 20012 heeft de deskundige een eerste conceptrapport op het kantoor van de advocaat van de gemeente afgegeven. De gemeente heeft daarop gereageerd bij e-mail van 23 juli 2012, waarin zij schrijft dat en waarom het rapport niet aan de opdracht voldoet en waarbij een aantal (proces)stukken werden gevoegd. Op 30 juli 2012 heeft de deskundige op het kantoor van de advocaat van de gemeente een aanvulling op zijn rapport afgegeven met verzoek om reactie voor 6 augustus 2012. Daarop heeft de secretaresse laten weten dat de advocaat tot en met 20 augustus 2012 met vakantie zou zijn. Desondanks heeft de deskundige zijn definitieve rapport op 7 augustus 2012 bij het hof ingeleverd. De gemeente heeft dus niet kunnen reageren op het conceptrapport.
- de deskundige is niet gecertificeerd voor bedrijfsmatig vastgoed.
- de gemeente heeft de brieven aan en van de advocaten waarvan hij in zijn rapport melding maakt, niet ontvangen.
- de gemeente heeft bij zijn e-mail van 23 juli 2012 aan de deskundige diverse stukken gevoegd over vergelijkbare kantoorpanden, waarvan de huurprijs aanzienlijk lager ligt dan de deskundige nu aangeeft. De deskundige heeft deze stukken en de hem door de gemeente verstrekte stukken waaruit de moeilijke verhuurbaarheid van het pand van [appellant] blijkt, niet in zijn beoordeling betrokken.
- de deskundige vermeldt ten onrechte dat over de juiste m2 prijs geen statistische gegevens voorhanden zijn. De gemeente betwist dat en heeft in het geding gebracht de Bedrijventerreinmonitor 2003 van de Provincie Limburg, de Monitor Limburgse Bedrijventerreinen en Dienstenlocaties 2004, en de Factsheet kantorenmarkt Limburg medio 2012 van [makelaarskantoor] , waarin tal van gegevens daarover zijn te vinden.
- Aangezien Orbis in haar ziekenhuis een volledige zorgboulevard heeft is er geen sprake van zuigende aantrekkingskracht op potentiële huurders van een thuiszorginstelling als huurder.
- de executiewaarde ligt bij kantoren niet op 85% van de marktwaarde, zoals de deskundige berekent, maar tussen de 65% en 70% van de marktwaarde.
- bereikbaarheid en herkenbaarheid voor klanten, op grond waarvan volgens de deskundige een lange huurperiode van 15 jaar met 5 optiejaren gebruikelijk zou zijn, speelt geen rol omdat het bij de thuiszorginstelling om een kantoorfunctie ging. Dan is een huurperiode van 5 jaar met eventueel 5 optiejaren gebruikelijk.
restvan het gebouw, dus voor zover niet aan TWM zou zijn verhuurd.
anderehuurders niet toewijsbaar is, nu deze huurovereenkomsten door het hof als niet realistisch zijn beoordeeld en er gerede twijfel is of op die basis een koopovereenkomst door de gemeente zou zijn goedgekeurd. Van de mogelijkheid om het te realiseren pand aan nóg weer andere, potentiële huurders te verhuren is in de processtukken nooit sprake geweest. [appellant] heeft in zijn voorstel voor de vragen aan een deskundige (akte uitlating 7 december 2010) dergelijke vragen ook niet opgenomen.
restvan het gebouw, per abuis en ten onrechte in de vraagstelling aan de deskundige is opgenomen, en dat deze beslissing dient te worden heroverwogen om te voorkomen dat op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou worden gedaan.
31.De uitspraak
B.A. Meulenbroek en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 5 maart 2013.