4.1.2.Het gaat in deze zaak om het volgende.
a. a) [appellant] was sinds 1992 op grond van een toelatingsovereenkomst met de Stichting Catharina Ziekenhuis (hierna: de Stichting) werkzaam als internist in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven (hierna: het ziekenhuis). Hij was lid van de maatschap Interne Geneeskunde/MDL (hierna: de maatschap) en lid van de VMS.
b) De Raad van Bestuur van de Stichting heeft de maatschap vanwege samenwerkingsproblemen in mei 2010 onder intensief toezicht gesteld onder oplegging van een verbeterplan.
c) De maatschap heeft daarop – na opdracht daartoe van de Raad van Bestuur - opdracht gegeven aan organisatieadviesbureau [organisatiekundige 1.]/[organisatiekundige 2.]/[organisatiekundige 3.] tot het opstellen van een meerjarig verbetertraject. Het organisatieadviesbureau diende te rapporteren aan de maatschap, het stafbestuur van de VMS en de Raad van Bestuur van de Stichting. In zijn rapporten maakt het organisatieadviesbureau melding van hardnekkige samenwerkingsproblemen tussen (leden van) de maatschap en [appellant].
d) Het bestuur van de maatschap heeft in februari 2012 aan Holland Consulting Group (hierna: HCG) verzocht te onderzoeken of samenwerking met [appellant] binnen de maatschap in de toekomst nog mogelijk was. HCG heeft op 16 april 2012 een rapport uitgebracht waarin zij concludeert dat de samenwerking niet op afzienbare termijn aantoonbaar zal worden genormaliseerd op een wijze die vertrouwen geeft in de toekomst.
e) Naar aanleiding van een klacht van [appellant] tegen [organisatiekundige 1.] heeft de Commissie van Toezicht op de naleving van de gedragscode van Ooa (Orde van organisatiekundigen en –adviseurs) en ROA (Raad van Organisatieadviesbureaus) op 28 november 2012 beslist dat twee van de vijf klachtonderdelen gegrond waren. Deze zagen op onvoldoende toepassen van hoor-en wederhoor door [organisatiekundige 1.] jegens [appellant] en op (de wijze van) meewerken door [organisatiekundige 1.] aan de rapportage van HCG. In hoger beroep heeft de Raad van Beroep Ooa en ROA op 13 juni 2013 het beroep van [organisatiekundige 1.] ongegrond verklaard.
f) De maatschap heeft – na een vooraankondiging met een “voorgenomen besluit” ter zake - op 31 mei 2012 besloten over te gaan tot ontbinding van de maatschapsovereenkomst met [appellant].
g) Op 18 juli 2012 heeft de Raad van Bestuur van de Stichting de toelatingsovereenkomst met [appellant] opgezegd tegen 21 januari 2013. Op 6 juni 2012 had de Raad van Bestuur aan [appellant] melding gemaakt van zijn voorgenomen besluit en op 13 juli 2012 heeft een hoorzitting ter zake plaatsgevonden. Het maatschapsbestuur en het stafbestuur van de VMS zijn door de Raad van Bestuur gehoord en zij hebben positief geadviseerd over de opzegging. Zij hebben daarbij [appellant] niet gehoord.
h) [appellant] heeft tegen de opzegging een bodemprocedure bij het Scheidsgerecht Gezondheidszorg aanhangig gemaakt. De mondelinge behandeling vond plaats op 16 november 2012. Op 13 december 2012 heeft het Scheidsgerecht een arbitraal vonnis gewezen. Het Scheidsgerecht heeft de vorderingen van [appellant] - thans van belang: om de opzegging van de toelatingsovereenkomst te vernietigen en [appellant] wederom tot zijn werkzaamheden in het ziekenhuis toe te laten - afgewezen.
Dit vonnis is op 14 december 2012 ter griffie van de rechtbank Utrecht gedeponeerd. Op 14 maart 2013 is de termijn om vernietiging van het vonnis te vragen verstreken. Hiermee is de toelatingsovereenkomst van [appellant] per 21 januari 2013 beëindigd en is op grond van de maatschapsovereenkomst deze eveneens geëindigd.
i. i) (De advocaat van) [appellant] heeft op 8 augustus 2012 aan het stafbestuur van de VMS geschreven: “
Cliënt ontvangt van het stafbestuur graag kopieën van de volgende documenten (..)
- Notulen van de kernstafvergaderingen t.a.v. periode januari 2010 tot en met juli 2012 (..)
- Notulen van de bestuursvergaderingen t.a.v. periode januari 2010 tot en met juli 2012 (..)
- (..)
- Alle door de VMS van cliënt (op systematische wijze) verwerkte persoonsgegevens (..)
- Kopieën van alle schriftelijke adviezen van het stafbestuur aan de RvB over cliënt met betrekking tot (in de meest ruime zin) de opzegging van de toelatingsovereenkomst met cliënt (..)
- Kopieën van alle schriftelijke adviezen van het stafbestuur aan de maatschap van cliënt met betrekking tot (in de meest ruime zin) het besluit van de maatschap de maatschapsovereenkomst te ontbinden (..)”
j) Op 23 augustus 2012 stuurde het stafbestuur van de VMS aan [appellant] de gevraagde kopieën van de kernstafvergaderingen en de schriftelijke adviezen van het stafbestuur aan de Raad van Bestuur. De VMS beschikte niet over (op systematische wijze) verwerkte persoonsgegevens van [appellant]. Schriftelijke adviezen van het stafbestuur aan de maatschap waren er niet en over kopieën van de notulen van de bestuursvergaderingen schreef het stafbestuur van de VMS dat zij deze op korte termijn zouden doornemen: “
In verband met de media-aandacht voor de problematiek binnen de interne maatschap en de beschadiging van personen die hiervan het gevolg is geweest handelt het stafbestuur in deze uiterst zorgvuldig”.
k) Op 3 september 2012 antwoordde (de advocaat van) [appellant] dat hij recht had op een kopie van alle notulen en niet slechts op een kopie van een door de VMS/het stafbestuur gemaakte selectie daarvan.
l) Op 6 september 2012 schreef het stafbestuur van de VMS dat zij had besloten het verzoek om de gevraagde notulen af te wijzen omdat (i) het overleg van het stafbestuur over de problematiek binnen de maatschap altijd besloten is geweest, (ii) de problemen rond [appellant] en diens collega mevrouw [collega 1.] (hierna: [collega 1.]) vrijwel altijd gelijktijdig en in onderlinge samenhang zijn besproken en de persoonlijke levenssfeer van [collega 1.] beschermd moet worden, (iii) leden van het stafbestuur zich vrijelijk moeten kunnen uiten, waarmee niet verenigbaar is dat [appellant] inzage zou worden gegeven, (iv) men wil voorkomen dat de notulen aan externe personen/instanties ter beschikking worden gesteld door [appellant].
m) In zijn reactie hierop van 10 september 2012 beriep [appellant] zich op onder meer art. 20 lid 7 van de statuten. Ook de overige argumenten van de VMS werden tegengesproken.
n) Op 1 oktober 2012 ontvingen de leden en plaatsvervangende leden van de kernstaf van de VMS een uitnodiging voor een ingelaste besloten Kernstafvergadering op 8 oktober 2012. In de toelichtende brief schreef het stafbestuur aan de leden: “
Volgens de statuten van de Vereniging de Medische Staf (artikel 20, lid 7) worden notulen van de bestuursvergaderingen desgevraagd aan de leden beschikbaar gesteld. In de historie van de vereniging is dit echter nog nooit gevraagd. Het stafbestuur is ervan overtuigd dat de notulen een juiste en zorgvuldige opstelling van het stafbestuur in het proces weergeven en het bestuur heeft in principe voor haar stafleden niets te verbergen. Het stafbestuur heeft echter zeer gegronde redenen, waaronder de privacy van haar leden, om deze notulen niet beschikbaar te stellen aan de heer [appellant]. (..) De belangen (..) rechtvaardigen naar ons oordeel dat het verzoek, om de notulen van de bestuursvergaderingen aan de heer [appellant] ter beschikking te stellen, wordt afgewezen. Het stafbestuur wil dit voorgenomen besluit toelichten(..). Vervolgens wil het stafbestuur het voorgenomen besluit door de Kernstaf laten bekrachtigen (..)”
Zoals blijkt uit de notulen van de besloten kernstafvergadering is het voorstel van het stafbestuur aangenomen met 173 stemmen voor en 40 onthoudingen.
o) Een e-mail van mr. [jurist Orde Medisch Specialisten], jurist bij de Orde Medisch Specialisten aan de advocaat van [appellant] van 24 juli 2013 luidt:
“
Artikel 18 lid 7 van de model statuten VMS geeft een ongeclausuleerd recht aan het individuele lid van de vereniging op de notulen. Indien een individueel lid verzoekt om een afschrift van de notulen (“desgevraagd”) dan wordt het afschrift aan het individuele lid zelf verstrekt. (..)”
p) De relevante artikelen van de statuten van de VMS, laatstelijk gewijzigd op 22 maart 2011, luiden:
Art. 5 lid 2:
De vereniging kent de navolgende groepen leden:
gewone leden (..);
gewone leden (..);
buitengewone leden;
ereleden.
Art. 5 lid 3:
Waarin deze statuten wordt gesproken van leden worden daaronder alle groepen leden verstaan, tenzij het tegendeel blijkt.
Art. 15 lid 2:
De kernstaf staat het bestuur met raad en daad ter zijde. De kernstaf behandelt en neemt besluiten over alle onderwerpen die door het bestuur aan de kernstaf aan de orde worden gesteld (..)
Art. 17 lid 7:
De notulen van de kernstafvergaderingen worden desgevraagd aan alle leden van de vereniging beschikbaar gesteld.
Art. 20 lid 7:
De notulen van de bestuursvergaderingen worden desgevraagd aan de leden beschikbaar gesteld.