Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 471740 CV EXPL 12-1657)
2.Het geding in hoger beroep
- het arrest van het hof ’s-Hertogenbosch van 2 juli 2013,
- het door [opposant] bij dagvaarding van 29 juli 2013, met vier producties, ingestelde verzet tegen voornoemd arrest.
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
bijdeze betaling (als bedoeld in artikel 6:43 lid 1 BW) “De Installateur” niet heeft aangewezen met welke vorderingen van Norad dient te worden verrekend, moet het er voor worden gehouden dat betaling/ toerekening ingevolge artikel 6:43 lid 2 BW op 2 februari 2012 heeft plaatsgevonden met de oudste openstaande vorderingen van Norad op “De Installateur”. Dat Norad, naar [opposant] stelt, niettemin zijn totale vordering op “De Installateur” ad € 157.351,30, bij de curator van “De Installateur” heeft ingediend, zonder deze met het reeds verrekende bedrag te hebben verminderd, doet daar niet aan af.