De vrouw heeft in hoger beroep haar eis gewijzigd. De vrouw heeft thans de volgende vordering ingesteld:
Vernietiging van het bestreden vonnis en, opnieuw rechtdoende:
Primair:
I. te vernietigen de op 5 juni 2000 door notaris M. Rompes te Nieuwerkerk aan den IJssel verleden akte van huwelijkse voorwaarden;
II. te vernietigen ex artikel 1:88 onder b BW jo. artikel 1:89 lid 1 BW de schenkingen die de man in de periode 6 juni 2000 tot en met 3 maart 2011 aan geïntimeerden heeft gedaan;
III. te verdelen de wettelijke gemeenschap van goederen die tussen de man en de vrouw heeft bestaan van [trouwdatum] 1978 tot en met 3 maart 2011, een en ander met inachtneming van hetgeen onder punt 33 tot en met 36 door appellante is opgemerkt, althans een zodanige verdeling vast te stellen als het hof juist acht;
IV. geïntimeerden sub 1, sub 2 en sub 3 hoofdelijk, des de een meer heeft betaald de ander zal zijn gekweten, althans gedaagden sub 1, sub 2 en sub 3 afzonderlijk te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de vrouw een bedrag te betalen ad € 275.540,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2000, althans vanaf een door het hof in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening;
V. geïntimeerden sub 1, sub 2 en sub 3 afzonderlijk te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de vrouw te betalen de helft van de door de man verrichte kennelijke schenkingen aan geïntimeerden tot een bedrag ad € 117.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum dat zij de schenking hebben ontvangen, althans vanaf een door het hof in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening.
Subsidiair:
I. te verdelen de wettelijke gemeenschap van goederen die tussen de man en de vrouw heeft bestaan van [trouwdatum] 1978 tot en met 5 juni 2000, een en ander met inachtneming van hetgeen onder 40 door appellante is opgemerkt en voorts geïntimeerden sub 1, sub 2 en sub 3 hoofdelijk, des de een heeft betaald de ander zal zijn gekweten, althans gedaagden sub 1, sub 2 en sub 3 afzonderlijk te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de vrouw een bedrag te betalen ad € 275.540,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2000, althans vanaf een door het hof in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening.
Meer subsidiair:
I. te vernietigen de op 5 juni 2000 door notaris M. Rompes te Nieuwerkerk aan den IJssel verleden akte van verdeling;
II. te verdelen de wettelijke gemeenschap van goederen die tussen de man en de vrouw heeft bestaan van [trouwdatum] 1978 tot en met 5 juni 2000, een en ander met inachtneming van hetgeen onder 42 door appellante is opgemerkt en voorts geïntimeerden sub 1, sub 2 en sub 3 hoofdelijk, des de een heeft betaald de ander zal zijn gekweten, althans gedaagden sub 1, sub 2 en sub 3 afzonderlijk te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de vrouw een bedrag te betalen ad € 275.540,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2000, althans vanaf een door het hof in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening.
Uiterst subsidiair:
Geïntimeerden sub 1, sub 2 en sub 3 hoofdelijk, des de een heeft betaald de ander zal zijn gekweten, althans gedaagden sub 1, sub 2 en sub 3 afzonderlijk te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de vrouw een bedrag te betalen ad € 275.540,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2000, althans vanaf een door het hof in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening;
Primair, subsidiair, meer subsidiair en uiterst subsidiair:
Geïntimeerden sub 1, sub 2 en sub 3 hoofdelijk, des de een heeft betaald de ander zal zijn gekweten, te veroordelen in de kosten van het geding in beide instanties.