Uitspraak
1.Het procesverloop
advocaat-generaal, mr. Th. de Jong. De verzoekers en de gewraakte raadsheren waren bij de behandeling niet aanwezig.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak hebben verzoekers een wrakingsverzoek ingediend tegen de raadsheren mr. J.J. van der Kaaden, mr. R.R. Everaars-Katerberg en mr. H. Harmsen van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het verzoek tot wraking werd mondeling gedaan tijdens de zitting op 17 september 2013, naar aanleiding van zorgen over de onpartijdigheid van de strafkamer. De verzoekers stelden dat de strafkamer op 11 juni 2013 had geoordeeld op basis van een incompleet dossier, wat hun vertrouwen in een onbevooroordeelde behandeling van hun strafzaken had geschaad.
De wrakingskamer heeft het verzoek op 4 oktober 2013 behandeld, waarbij de raadsman van de verzoekers en de advocaat-generaal aanwezig waren. De wrakingskamer concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees van de verzoekers voor vooringenomenheid objectief konden rechtvaardigen. De wrakingskamer stelde vast dat de strafkamer, na ontdekking van het incomplete dossier, adequate maatregelen had genomen om het verzuim te herstellen door regiezittingen te houden en de behandeling van de strafzaken aan te houden.
De wrakingskamer oordeelde dat de negatieve indruk van de verzoekers, voortkomend uit de gang van zaken, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en het hof besloot dat de procesgang in de hoofdzaken voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 18 oktober 2013.