4.1. In overwegingen 2.1 tot en met 2.3 heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Nu daartegen geen grieven zijn gericht vormen die feiten ook in hoger beroep het uitgangspunt. Het gaat in deze zaak om het volgende.
a) De Ontvanger heeft op 27 juni 2007 aan Batavia een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting opgelegd voor een totaal bedrag van € 335.429,00 (hierna te noemen: de naheffingsaanslag).
b) Tegen de naheffingsaanslag heeft Batavia op 17 juli 2007 een formeel bezwaarschrift bij de Ontvanger ingediend, waarbij zij tevens heeft verzocht om uitstel van betaling.
c) Bij besluit van 29 augustus 2007 is het verzoek om uitstel van betaling afgewezen. Als reden daarvoor is in dit besluit vermeld dat de gegevens die door Batavia zijn verstrekt, de Ontvanger er niet van hebben overtuigd dat de belastingschuld uiteindelijk zal worden betaald. Verder is Batavia in dit besluit gewezen op de mogelijkheid dat zij een nieuw verzoek om uitstel van betaling kan indienen als zij de Ontvanger voldoende zekerheid geeft dat de belastingschuld wordt betaald.
d) Tegen het besluit van 29 augustus 2007 heeft Batavia bij brief van 31 augustus 2007 beroep ingesteld bij de directeur van de Rijksbelastingen (hierna te noemen: de Directeur). Bij uitspraak van 20 september 2007 heeft de Directeur het beroep kennelijk ongegrond verklaard.
e) Bij faxbericht van 10 oktober 2007 heeft Batavia de Directeur aangesproken op het feit dat zij in het kader van de beroepsprocedure niet is gehoord en verzocht om alsnog gehoord te worden.
f) Bij brief van 11 oktober 2007 (welke brief abusievelijk is gedateerd op 20 september 2007) heeft de Directeur Batavia laten weten dat de afhandeling van het voornoemde faxbericht enige tijd zal vergen en dat hij ondertussen de Ontvanger heeft verzocht om de invordering op te schorten.
g) Batavia is bij brief van 17 oktober 2007 door de Directeur naar aanleiding van het op 3 september 2007 ingestelde beroep uitgenodigd voor een hoorzitting op 23 oktober 2007.
h) Op 22 oktober 2007 heeft Batavia per telefoon de hoorzitting afgezegd. Namens de Directeur is in dit telefoongesprek aan Batavia meegedeeld dat niet langer een afwachtende houding kan worden verwacht van de Ontvanger.
i) Op 23 oktober 2007 is namens de Ontvanger ten aanzien van de naheffingsaanslag een hernieuwd bevel tot betaling (hierna te noemen: het dwangbevel) betekend. Een afschrift van het exploit is aan Batavia gezonden.
j) Op 30 oktober 2007 heeft (alsnog) een telefonische hoorzitting plaatsgevonden. Bij brief van gelijke datum heeft de Directeur Batavia geschreven dat de telefonisch geuite klachten zaken betroffen die buiten zijn competentie lagen en dat hij zijn uitspraak van 20 september 2007 handhaafde en als definitief beschouwde.