ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ5533

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
HD 200.104.493 E
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • W.H.B. den Hartog Jager
  • E.A.G.M. Waaijers
  • G. Feddes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsaanvraag en niet-ontvankelijkheid in hoger beroep van Landsbanki hf

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een faillissementsaanvraag van de IJslandse vennootschap Landsbanki Islands HF. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 4 juli 2012, waarin het hof had overwogen dat het niet bevoegd was ten aanzien van de verzoeken jegens GBR en GVP, en dat het verzoek ten aanzien van Pandorak moest worden afgewezen. Tevens werd er een deskundigenonderzoek gelast, waarbij mr. A.A.M. Deterink als deskundige werd benoemd.

Op 31 januari 2013 heeft de deskundige verslag gedaan van zijn onderzoek, waaruit bleek dat er een schikking was bereikt na overleg met 11 betrokken banken. De partijen hebben vervolgens onder voorwaarden overeenstemming bereikt, wat bevestigd werd in brieven van de betrokken advocaten. Op 4 maart 2013 heeft mr. Boeve namens LBI hf, voorheen Landsbanki, verzocht om het faillissementsverzoek als ingetrokken te beschouwen.

Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Landsbanki, thans LBI hf, de grieven tegen de beschikking waarvan beroep niet langer handhaaft. Hierdoor werd Landsbanki niet-ontvankelijk verklaard in het door haar ingestelde hoger beroep. De uitspraak werd gedaan op 21 maart 2013 door de rechters W.H.B. den Hartog Jager, E.A.G.M. Waaijers en G. Feddes, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
Uitspraakdatum: 21 maart 2013
Zaaknummer: HV 200.104.493/01
Zaaknummer eerste aanleg: FT-RK 11.1041-1042-1043-1044-1045
in de zaak in hoger beroep van:
de vennootschap naar het recht van IJsland Landsbanki Islands HF,
gevestigd te [vestigingsplaats], IJsland,
appellante,
verder te noemen: Landsbanki,
advocaten: mr. N.W.A. Tollenaar en G.G. Boeve,
tegen
[geintimeerde sub 1.],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [geintimeerde sub 1.],
[Holding] Holding [vestigingsnaam] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
hierna te noemen: de Holding,
advocaat: mr. J. van den Brande,
en
GPV Immobilien GmbH & Pandorak B.V. GBR,
gevestigd te [vestigingsplaats], mede kantoorhoudende te [kantoorplaats],
hierna te noemen GBR,
en haar vennoten:
GPV Immobilien GmbH,
gevestigd te [vestigingsplaats], Duitsland,
hierna te noemen: GPV,
Pandorak B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
hierna te noemen: Pandorak,
advocaat: mr. A.H. Vermeulen,
geïntimeerden.
5. Het tussenarrest van 4 juli 2012
Bij tussenarrest van het hof van 4 juli 2012, dat is gepubliceerd op rechtspraak.nl onder LJN BX0380, heeft het hof overwogen dat het niet bevoegd is ten aanzien van de verzoeken jegens GBR en GVP, dat het verzoek ten aanzien van Pandorak dient te worden afgewezen en ten aanzien van [geïntimeerde sub 1.] en de Holding bepaald dat een deskundigenonderzoek wordt verricht en heeft het hof mr. A.A.M. Deterink benoemd tot deskundige.
6. Het procesverloop
2.1. Op 31 januari 2013 heeft de deskundige mr. Deterink verslag gedaan van zijn onderzoek. Hij bericht onder meer dat, na overleg met 11 betrokken banken, een schikking voorhanden ligt.
2.2. Bij brief van 14 februari 2013 heeft mr. Boeve gemeld dat partijen onder voorwaarden tot overeenstemming zijn gekomen en enige tijd nodig hebben voor de uitvoering ervan. Dit bericht is bevestigd door mr. Van den Brande in een brief van 15 februari 2013.
2.3. Bij brief van 27 februari 2013 heeft mr. [notaris sub 1.], waarnemer van notaris [notaris sub 2.] en gevolmachtigde van LBI hf, voorheen: Landsbanki, dat overeenstemming is bereikt en dat de voorwaarden voor het intrekken van het faillissementsverzoek thans zijn vervuld.
2.4. Bij brief van 4 maart 2013 heeft mr. Boeve namens LBI hf, voorheen Landsbanki, de juistheid van de informatie van mr. Van de Bunt bevestigd en verzoekt mr. Boeve het faillissementsverzoek als ingetrokken te beschouwen.
5. De beoordeling
Het hof gaat er van uit dat Landsbanki, thans LBI hf, de grieven tegen de beschikking waarvan beroep niet langer handhaaft. Gelet hierop dient Landsbanki, thans LBI hf, in het door haar ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.
6. De uitspraak
Het hof:
verklaart de Bank niet-ontvankelijk in het hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Maastricht (thans rechtbank Limburg) van 21 maart 2012.
Deze beschikking is gegeven door mrs. W.H.B. den Hartog Jager, E.A.G.M. Waaijers en G. Feddes en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2013.