ECLI:NL:GHSHE:2013:CA1891

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
WR 185-07-2013
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van mr. M.G.W.M. Stienissen door verzoeker in civiele procedure

In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 juni 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. M.G.W.M. Stienissen, raadsheer in de civiele sector. Het verzoek werd ingediend door mr. ing. P.M.A.C. van de Laak, advocaat van de verzoeker, die stelde dat de rolraadsheer de schijn van vooringenomenheid had gewekt. Dit naar aanleiding van een brief van 7 mei 2013 waarin de verzoeker vroeg om de procedure in de hoofdzaak op de slaaprol te plaatsen, omdat hij vanwege een levensbedreigende ziekte per direct in het ziekenhuis was opgenomen. De rolraadsheer had hierop niet gereageerd, wat volgens de verzoeker een ernstige omissie was.

De wrakingskamer heeft het verzoek op 28 mei 2013 behandeld, waarbij mr. Stienissen niet aanwezig was. Mr. ing. Van de Laak heeft het verzoek nader toegelicht. Tijdens de zitting bleek dat de rolraadsheer de brief van 7 mei 2013 nooit had ontvangen, wat leidde tot de conclusie dat er geen sprake was van vooringenomenheid. De verzoeker trok zijn wrakingsverzoek in, omdat hij zich realiseerde dat de rolraadsheer niet op de hoogte was van zijn verzoek.

De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek is ingetrokken en dat het proces in de hoofdzaak kan worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken op 3 juni 2013 door de rechters J. Swinkels, K.J. van Dijk en E.F.G.M. Gelderman, in aanwezigheid van griffier mr. C.J.G. Streutjes.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Wrakingskamer
Registratienummer wraking Wr 185-07-2013
Datum beslissing 3 juni 2013
Beslissing op het verzoek als bedoeld in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
in de zaak met zaaknummer HD 200.121.148/01 (de hoofdzaak) van
[X.],
verzoeker tot wraking,
hierna te noemen: verzoeker,
advocaat: mr. ing. P.M.A.C. van de Laak,
tegen:
[Y.] h.o.d.n. Watersport Den Bosch,
hierna te noemen: [geintimeerde],
advocaat: mr. D.H. Andries,
strekkende tot wraking van mr. M.G.W.M. Stienissen, raadsheer in de civiele sector van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.
1. Het procesverloop
1.1. Op 21 mei 2013 is ter griffie van dit hof een door mr. ing. P.M.A.C. van de Laak, advocaat te Moergestel, namens verzoeker ingediend wrakingsverzoek ontvangen.
1.2. Mr. Stienissen heeft niet in de wraking berust. Hij heeft op 27 mei 2013 een schriftelijke reactie op het verzoek aan het hof toegezonden. Deze reactie is ter zitting van de wrakingskamer aan verzoeker overhandigd.
1.3.De wrakingskamer heeft het wrakingsverzoek ter openbare zitting van 28 mei 2013
behandeld. Mr. Stienissen, die heeft laten weten geen gebruik te willen maken van de gelegenheid om op het wrakingsverzoek te worden gehoord, is ter zitting niet verschenen.
Namens verzoeker is mr. ing. Van de Laak ter zitting verschenen en gehoord. Mr. ing. Van de Laak heeft het wrakingsverzoek nader toegelicht aan de hand van pleitnotities. Mr. F.J.M. Drykoningen, kantoorgenoot van mr. Andries, de advocaat van [geintimeerde], en [geintimeerde] zijn als toehoorders bij de zitting aanwezig geweest.
1.4.De wrakingskamer heeft de behandeling korte tijd geschorst teneinde mr. ing. Van de Laak in de gelegenheid te stellen alsnog kennis te nemen van de schriftelijke reactie van mr. Stienissen op het wrakingsverzoek.
1.5.Na de mondelinge behandeling heeft de voorzitter het onderzoek gesloten en medegedeeld dat de wrakingskamer op 3 juni 2013 uitspraak zal doen.
2 Het verzoek tot wraking
2.1.Mr. ing. Van de Laak heeft bij faxbericht d.d. 19 mei 2013 – kort samengevat – het volgende aan de wraking ten grondslag gelegd.
Bij brief d.d. 7 mei 2013 (bijlage bij het wrakingsverzoek) heeft mr. ing. Van de Laak de rolraadsheer verzocht de procedure in de hoofdzaak op de slaaprol te plaatsen nu verzoeker buiten staat is vanwege een levensbedreigende ziekte en per direct voor operatie in het ziekenhuis is opgenomen. Mr. ing. Van de Laak heeft van de rolraadsheer geen reactie op deze brief ontvangen. Door deze ernstige omissie heeft de rolraadsheer de schijn van vooringenomenheid gewekt.
2.2.Mr. Stienissen is als rolraadsheer belast met de desbetreffende rolinstructies alsmede met het beantwoorden van verzoeken zoals mr. ing. Van de Laak stelt bij brief d.d. 7 mei 2013 te hebben gedaan.
2.3.Ter terechtzitting van de wrakingskamer heeft mr. ing. Van de Laak verklaard het wrakingsverzoek in te trekken, nu hem uit de schriftelijke reactie van mr. Stienissen op het wrakingsverzoek is gebleken dat voormelde brief d.d. 7 mei 2013 nimmer op het hof is ontvangen.
3. De beoordeling
Het hof maakt uit voormelde verklaring op dat mr. ing. Van de Laak het wrakingsverzoek niet langer handhaaft.
4. De beslissing
Het hof:
stelt vast dat het wrakingsverzoek is ingetrokken;
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek;
beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan:
? verzoeker,
? de advocaat van geïntimeerde in de hoofdzaak,
? de rolraadsheer mr. M.G.W.M. Stienissen.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J. Swinkels, K.J. van Dijk en E.F.G.M. Gelderman in tegenwoordigheid van mr. C.J.G. Streutjes als griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 juni 2013.