ECLI:NL:GHSHE:2014:1031

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 april 2014
Publicatiedatum
10 april 2014
Zaaknummer
20-001969-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Supportersrellen tussen MVV- en NAC-aanhang in Breda op 4 augustus 2012

Op 4 augustus 2012 vond er in de binnenstad van Breda een gewelddadige confrontatie plaats tussen supporters van de voetbalclubs MVV Maastricht en NAC Breda. Deze rellen resulteerden in openlijke geweldpleging tegen personen en goederen. De verdachte, die betrokken was bij deze ongeregeldheden, werd eerder door de kinderrechter veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren en een voorwaardelijke jeugddetentie van 10 uren. De officier van justitie ging in hoger beroep, waarbij een zwaardere straf werd geëist. Tijdens de zitting in hoger beroep op 2 april 2014, werd het bewijs tegen de verdachte gepresenteerd, waaronder camerabeelden van de rellen en getuigenverklaringen. Het hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan openlijke geweldpleging. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde een zwaardere straf op: een werkstraf van 80 uren en een voorwaardelijke jeugddetentie van 1 maand. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schade niet eenduidig kon worden vastgesteld. Het hof benadrukte de ernst van het geweld en de impact op de openbare orde, en oordeelde dat de verdachte geen beroep op noodweer kon doen, aangezien hij actief deelnam aan de rellen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht

Parketnummer: 20-001969-13
Uitspraak: 2 april 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Limburg van 16 mei 2013 in de strafzaak met parketnummer 03-855560-12 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep zijn de bewezenverklaarde strafbare feiten gekwalificeerd als ‘openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen, meermalen gepleegd’ waarbij de kinderrechter opmerkt dat het ‘meermalen plegen’ ziet op onderscheiden, afzonderlijke
(het hof begrijpt: twee)episoden in het openlijk geweld. Voorts is de verdachte ter zake van – kort gezegd – de eerste openlijke geweldpleging tegen personen en goederen veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie, waarvan 10 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Ten aanzien van de tweede openlijke geweldpleging, komt de verdachte naar het oordeel van de kinderrechter een beroep op noodweer toe, en wordt de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging.
Voorts heeft de eerste rechter beslist over schadevergoeding voor de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2].
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de kinderrechter zal vernietigen, bewezen zal verklaren hetgeen aan verdachte ten laste is gelegd en verdachte zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie, waarvan 20 uren, subsidiair 10 dagen vervangende jeugddetentie, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met als bijzondere voorwaarde een verbod om gedurende de proeftijd zich te bevinden in en rond stadion “De Geusselt” te Maastricht wanneer daar wedstrijden door MVV worden gespeeld. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] niet-ontvankelijk worden verklaard.
Door de raadsman van verdachte is primair vrijspraak bepleit. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging als gevolg van een de verdachte toekomend beroep op noodweer, dan wel noodweerexces.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 04 augustus 2012, in de gemeente Breda, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Havermarkt, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen één of meer perso(o)n(en) (te weten: NAC-supporter(s)) en/of tegen goederen (te weten: stoelen en/of tafels en/of barkrukken en/of glaswerk en/of andere voorwerpen), door meermalen, althans éénmaal (telkens),
- dreigend op te dringen in de richting van die perso(o)n(en) en/of
- die perso(o)n(en) te slaan, te schoppen en/of te trappen en/of
- die stoelen, tafels, barkrukken, glaswerk en/of andere voorwerpen naar en/of tegen, althans in de richting van die perso(o)n(en) te gooien en/of
- met tafels, stoelen en/of glaswerk van [café 1] en/of [café 2] te gooien en/of
- te trappen en/of te schoppen tegen de voordeur van [café 1].
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkwamen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 4 augustus 2012, in de gemeente Breda, met anderen, op of aan de openbare weg, de Havermarkt, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen (te weten: NAC-supporters) en tegen goederen (te weten: stoelen en tafels en glaswerk en andere voorwerpen), door meermalen,
die stoelen, tafels, glaswerk en andere voorwerpen naar en/of tegen die personen te gooien.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Anders dan de verdediging acht het hof het aan verdachte ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. Het hof grondt dat oordeel op onderstaande bewijsmiddelen [1] en (bewijs)overwegingen, in onderling verband en samenhang bezien.
1.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] d.d. 19 september 2012, doorgenummerde pagina 29 en 32, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende als relaas van verbalisanten voornoemd:
(p. 29)In de maanden juli en augustus 2012 speelde de Betaald Voetbal Organisatie NAC
Breda een reeks oefenwedstrijden ter voorbereiding van het nieuwe seizoen
2012 - 2013. De laatste oefenwedstrijd werd gespeeld tegen M.V.V. uit Maastricht, op
zaterdag 4 augustus 2012, aanvang 19.30 uur in het Rat Verleghstadion, gevestigd
aan de Stadionstraat te Breda.
Voorafgaand aan deze wedstrijd is een groep van ongeveer 50 personen, later bleek
M.V.V. supporters uit de omgeving Maastricht, met openbaar vervoer en eigen vervoer
neergestreken in het centrum van Breda. Aanvankelijk is er plaatsgenomen op het
terras van café “[café 1]”, gevestigd aan de [adres] te Breda. De groep met
het openbaar vervoer, de trein, is omstreeks 14.00 uur aldaar gearriveerd. Het
groepje met eigen vervoer, een personenbus, later die middag.
Ook supporters van NAC Breda zijn die middag massaal aanwezig in de binnenstad van
Breda. Omstreeks 18.00 uur vindt er op de Havermarkt te Breda tot twee maal toe een confrontatie plaats tussen beide supportersgroeperingen. Nadat de politie ter plaatse is gekomen wordt de openbare orde hersteld.
(p. 32)Door mij verbalisant [verbalisant 2], werd gebeld naar Politie Team Breda Centrum (…) [om] cameratoezicht te regelen die mee zouden kunnen kijken met de camera’s in het centrum. (…) In het centrum van Breda hangen een aantal openbare orde camera’s. (…) het beeldmateriaal wordt opgenomen en blijft 7 dagen bewaard. (…) Iedere camera heeft eigen tijdwaarneming. Deze tijdwaarneming loopt niet synchroon. (…) Van de beelden van 4 augustus 2012 zijn een aantal CD roms gebrand.
(…) Tijdens het onderzoek is door diverse omstanders aangegeven dat zij met hun mobiele telefoon beelden en of foto’s van de ongeregeldheden hebben gemaakt en dat zij deze beelden en of foto’s ter beschikking wilden stellen. Deze beelden werden dan ook aan het onderzoeksteam afgestaan.
2.
Het proces-verbaal van relaas, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] d.d. 19 oktober 2012, doorgenummerde pagina’s 14-18, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende als relaas van verbalisant voornoemd:
(p. 14)Ik, verbalisant [verbalisant 3], ben werkzaam als voetbalcoördinator bij MVV Maastricht.
De taken van een voetbalcoördinator bestaan o.a. uit het voorbereiden van de wedstrijden. Tijdens de wedstrijd treed ik op als operationele commandant. In deze hoedanigheid heb ik veel kennis en ervaring met de supporters van MVV Maastricht.
Naar aanleiding van de rellen tussen supporters van MVV Maastricht en NAC Breda op 4 augustus 2012 is op verzoek van justitie Breda door de politie Maastricht een
onderzoek gestart naar de strafbare feiten gepleegd door de supporters van MVV
Maastricht.
Door de politie Breda werden beelden ter beschikking gesteld van de ongeregeldheden. Het betreffen beelden van het cameratoezicht systeem van de Gemeente Breda voorzien van camera nummer 7, 16 en 18. De tijden van deze beelden lopen niet geheel gelijk. Daarnaast werden er door diverse burgers beelden afgedragen die door de burgers van de ongeregeldheden zijn gemaakt. De beelden van
(het hof begrijpt: de burgers)[omstander 1] en van [omstander 2] zijn voor de beschrijving van de strafbare feiten gebruikt.
Op de beelden van het camerasysteem, camera 16, van de gemeente Breda zag ik een grote groep personen op het terras zitten. De groep bestond uit diverse personen welke ik herkende als supporters van MVV. Deze personen bezoeken geregeld zowel thuis als uit wedstrijden van MVV.
(p. 15)Door mij, verbalisant, werden de camera’s van de gemeente Breda voorzien van camera nummer 7, 16 en 18 en de camera beelden van particulier [omstander 1] en van [omstander 2] bekeken en beschreven om de strafbare feiten te beschrijven die de groep pleegde.
Om 17:59:18 uur zag ik op de beelden van camera 16 dat de MVV aanhang met de rellen begint. Ik zag dat hij de groep MVV supporters enkele personen stonden die niet behoren tot de supportersgroep van MVV. Achteraf heb ik van de collega’s uit Breda vernomen dat dit aanhangers zijn van NAC.
Plotseling zag ik op camera 16 om 17:59:18 uur dat verdachte [medeverdachte 1], gekleed in een rode jas, plots vanaf het terras naar voren rende in de richting van deze NAC supporters. Deze verdachte staat vrij achteraan in de groep. Op het moment dat verdachte [medeverdachte 1] naar voren rende zag ik dat diverse MVV supporters mee naar voren renden richting de NAC aanhangers. De NAC supporters zag ik achterwaarts rennen. De NAC supporters renden weg achterna gezeten door een grote groep MVV supporters.
Om 17:59:23 uur zag ik op camera 16 dat een onbekend gebleven verdachte welke deel uitmaakte van de MVV aanhang het eerste voorwerp gooide in de richting van de NAC aanhang. Nadat dit voorwerp werd gegooid zag ik dat door beide supporters groepen met diverse spullen naar elkaar werd gegooid. Ik zag dat met o.a. terrasstoelen, tafels, asbakken, vazen, kaarthouders en lampen werd gegooid. Met deze voorwerpen werd gedurende de rellen door beide supporters groepen naar elkaar gegooid.
Om 18:01:26 uur zag ik op camera 7 dat de groep MVV supporters de NAC aanhang achterwaarts dreven in de richting van Reigerstraat/Vismarktstraat te Breda.
Op de beelden van camera 16 zag ik om 17:59:36 uur dat ook van achter uit de MVV groep met diverse spullen richting de NAC aanhang werd gegooid.
Op de beelden van camera 7 zag ik om 18:01:40 uur dat de MVV supporters de NAC aanhang helemaal terugdringen richting Reigerstraat/Vismarktstraat. Op de beelden zag ik dat de beiden groepen elkaar bleven bekogelen met diverse voorwerpen.
Om 18:04:24 uur zag ik op de beelden van camera 7 dat de NAC aanhang op de MVV aanhang af rende en hun terug drong tot café [café 1]. Hierbij blijven de beiden groepen elkaar bekogelen met voorwerpen.
Om 18:04:53 uur zag ik op de beelden van camera 7 dat de MVV aanhang de NAC aanhang weer terug dringt in de richting van de Reigerstraat/Vismarktstraat. Ook nu gooiden beiden groepen met voorwerpen.
(p. 16)Om 18:03:59 uur zag ik op de beelden van camera 16 dat het geweld tussen beiden groepen stopt. De MVV aanhang verzamelden zich rondom het café [café 1].
Om 18:08:39 uur zag ik op de beelden van camera 18 dat een groep NAC supporters de groep MVV supporters vanaf de andere zijde van het plein benaderden. Zij komen nu vanuit de richting Tolbrugstraat/Potkanstraat.
Om 18:08:35 uur zag ik op de beelden van camera 16 dat verdachte [medeverdachte 2], MVV supporter, het eerste voorwerp gooide in de richting van de NAC supporters.
Om 18:08:40 uur zag ik op de beelden van camera 16 dat verdachte [medeverdachte 2], MVV supporter het tweede voorwerp gooit richting de NAC aanhang.
Om 18:08:52 uur zag ik op de beelden van camera 16 dat meerdere MVV supporters met voorwerpen richting de NAC aanhang begonnen te gooien.
Om 18:09:01 uur zag ik op de beelden van camera 16 dat MVV supporters richting de NAC supporters renden. Hierbij worden tevens diverse voorwerpen richting de NAC aanhang gegooid. Op de beelden, gemaakt door particulier [omstander 1], zag ik vervolgens dat de MVV aanhang tot voor de NAC supporters renden. Over en weer werd met goederen gegooid. Tevens zag ik dat over en weer supporters elkaar uitdaagden en trachten elkaar te slaan.
Om 18:10:53 uur zag ik op de beelden van camera 16 dat de NAC aanhang de MVV aanhang terug drong tot op het terras van café [café 1]. Het café waar MVV de gehele tijd verbleven heeft. Ik zag dat diverse MVV supporters [winkelcentrum] inliepen en achter het zwarte hek gingen staan. Over en weer wordt nog steeds met goederen gegooid. Via dit steegje is het mogelijk om de Havermarkt te verlaten.
Om 18:11:25 uur zag ik op de beelden van camera 16 dat de MVV aanhang wederom [winkelcentrum] uitkwamen gerend en richting de NAC aanhang renden. Hierbij wordt over en weer met diverse goederen gegooid. Ik zag dat de MVV aanhang de NAC aanhang weer achterwaarts doet bewegen in de richting van de Tolbrugstraat/Potkanstraat.
Op de beelden van particulier [omstander 1] is te zien dat de MVV aanhang de NAC aanhang behoorlijk ver terug dringt.
Om 18:12:19 uur zag ik op de beelden van camera 16 dat de NAC aanhang de MVV aanhang weer terug dringt tot op het terras van café [café 1]. Hierbij gooiden de beiden groepen nog steeds met diverse goederen.
Om 18:13:14 uur zag ik op de beelden van camera 16 dat het geweld tussen de beide supporters groepen stopt. De politie arriveert op het plein.
3.
Het proces-verbaal van aangifte met bijlagen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] d.d. 7 augustus 2012, doorgenummerde pagina’s 54-59, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van aangever [aangever]:
(p. 54)
Ik doe aangifte van openlijke geweldpleging. Er zijn door meerdere personen opzettelijk goederen vernield die mij geheel of ten dele toebehoren.
Ik ben eigenaar van café [café 1] te Breda. Het café is gevestigd aan de [adres].
Op zaterdag 4 augustus 2012 werd ik omstreeks 16.40 uur gebeld door mijn bedrijfsleider [bedrijfsleider] dat er een groep van tussen de 30 en 40 MVV-aanhangers waren neergestreken op ons terras ter hoogte van de ingang. Ik hoorde tevens van [bedrijfsleider] dat er bij café “[café 3]” een groep NAC-aanhangers aanwezig was. Ik hoorde van [bedrijfsleider] dat er een dreigende sfeer was. Ik ben vervolgens naar mijn café gegaan en kwam daar omstreeks 16.50 uur aan. Ik zag dat [bedrijfsleider] aanwezig was tezamen met enkele medewerkers.
(p. 55)
Ik zag dat de groep die op ons terras zaten MVV-aanhangers waren. Ik zag dat ze alleen buiten zaten, niet binnen. Ik wist dat het MVV-aanhangers waren doordat de personen Limburgs spraken en doordat er over en weer dingen geroepen werden richting de NAC-aanhangers die bij café “[café 3]” stonden. Ik wist ook dat de wedstrijd NAC-MVV werd gespeeld, althans dat werd mij toen duidelijk. Ik zag tevens dat er binnen in mijn café mensen aanwezig waren die absoluut niets met het voetbal te maken hadden. Dit waren mensen met kinderen en oudere mensen. Ik denk dat er ongeveer 60 mensen binnen waren.
Ik zag op een gegeven moment dat er een NAC-aanhanger naar ons terras liep en dat hij
tegen MVV-aanhangers zei: “Er gaat hier niets gebeuren, want er hangen hier camera’s.
We komen elkaar onderweg wel tegen en geen wapens.”
Ik hoorde op dat moment een gil en ik hoorde vanuit de groep achter mij, ik stond op dat
(p. 56)
moment op de drempel van de entree, iemand snel aftellen van 3 naar 1. Ik zag vervolgens dat een groot deel van de MVV-aanhangers naar buiten renden. Ik zag dat de groep MVV-aanhangers naar de 4 jongens van NAC toe renden en dat die 4 jongens vervolgens in de richting van “[café 3]” renden.
Ik zag dat er vervolgens vanuit de richting van “[café 3]” gereageerd werd door
de groep NAC-aanhangers die op hun beurt weer in de richting van de MVV-aanhangers
renden. Ik zag dat dit een groep van 40 à 50 NAC-aanhangers betrof. Ik zag vervolgens
dat er over en weer door zowel de NAC-aanhangers als de MVV-aanhangers naar elkaar
gegooid werd met onze stoelen, tafels en glaswerk.
(p. 57)
Ik zag vervolgens dat het wat rustiger werd buiten en ik ben toen via de zijdeur naar buiten gegaan om ons inmiddels op elkaar gegooid meubilair op te gaan stapelen en weg te zetten aan de zijkant. Ik zag dat er veel meubilair van ons kapot was. Op dat moment stonden de MVV-aanhangers nog steeds voor mijn café. Ik zag dat de groep NAC-ers inmiddels wat terug waren gelopen richting café “[café 3]”. Ik zag dat er her en der nog wat NAC-aanhangers tussen de terrassen stonden. Ik zag vervolgens dat vanuit de Visserstraat er een groep van ongeveer 20 man aangelopen kwam. Ik hoorde die groep flink schreeuwen en geluid maken. Het was snel duidelijk dat dit ook NAC-aanhangers waren. Ik ben toen weer naar binnen gegaan via de zijdeur en zag dat er vanuit de groep NAC-aanhangers vanuit de Visserstraat weer met van alles en nog wat gegooid werd in de richting van de MVV-aanhangers. Ik zag dat er gegooid werd met tafels, stoelen en glaswerk. Ik zag dat er vanuit de groep MVV-aanhangers weer terug werd gegooid met tafels, stoelen en glaswerk in de richting van de NAC-aanhangers bij de Visserstraat. Dit duurde een aantal minuten en ik zag dat om 18.35 uur de politie arriveerde vanuit de Potkansteeg en vanuit de Vismarktstraat.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
(p. 59)
Materialen, voorwerpen en onderdelen van de inventaris die schade hebben ondervonden als gevolg van de supportersrellen tussen MVV- en NAC-supporters op zaterdag 4 augustus 2012
  • 5 barkrukken
  • 1 stoel
  • 2 statafels met gietijzeren onderstel
  • 1 sandwichbord
  • 1 lampenbol voor de entree
  • 5 lampenbollen van een kroonluchter
  • 1 lampenbol van een barlamp
  • Commode voor terrasbenodigdheden
4.
Het proces-verbaal van aangifte met bijlagen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] d.d. 7 augustus 2012, doorgenummerde pagina’s 64-67, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende als verklaring van aangeefster [aangeefster]:
(p. 64)
Ik doe, als eigenaar van het café genaamd [café 2], aangifte van vernieling van mijn terras en toebehoren gepleegd op zaterdag 4 augustus 2012, omstreeks 18.00 uur.
Café [café 2] is gevestigd aan de [adres] te Breda.
Op zaterdag 4 augustus 2012, was er een treffen tussen twee groepen voetbalsupporters. Omstreeks 18.00 uur stond ik achter de bar toen ik zag dat mijn medewerkers en de terrasbezoekers het café kwamen in gerend. Ik zag vanuit mijn positie achter de bar dat er op straat werd gegooid met terrasstoelen en glazen en wat er nog meer stond. Ik zag dat er ook stoelen terug werden gegooid.
Ik zag nadat de rust was wedergekeerd dat meerdere terrasstoelen kapot waren, dat de terrastafels zwaar beschadigd waren en dat er overal kapot glaswerk lag.
Ik gaf niemand toestemming of het recht om mijn terras en toebehoren te vernielen
dan wel te beschadigen.
(p. 66)
Vernielde spullen op zaterdag 04-08-2012 bij de rellen van NAC-MVV
1
x sta tafels
8
x terras tafel gevel, zwaar beschadigd
1
x terras stoel gevel meegenomen
8
x terras stoel gevel, beschadigd
21
x terras tafel plein, zwaar beschadigd
17
x terras stoel plein, zwaar beschadigd
Diverse glazen, bakjes, borden, asbakken, bloemen incl. pot.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] d.d. 24 september 2012, doorgenummerde pagina’s 341-344, voor zover - zakelijk weergegeven – inhoudende als bevindingen van verbalisant voornoemd:
(p. 341)Herkenning:
Op vrijdag 21 september 2012, omstreeks 20:00 uur, was ik verbalisant, in burger gekleed, belast met de begeleiding van supporters van de betaald voetbalorganisatie (BVO) MVV-Maastricht, tijdens de uitwedstrijd in de reguliere competitie van de Jupiler-League tegen de BVO AGOVV Apeldoorn. Op dat moment, bevond ik mij in de bussluis van het uitvak.
Aldaar werden alle vervoermiddelen van onze MVV-Supporters geparkeerd. Hieronder waren een tweetal bussen van vervoersbedrijf [vervoersbedrijf]. Een van de bussen was in gebruik bij de supportersvereniging van MVV en met de andere bus werden de aanhangers van de zogenaamde Ultra’s van MVV vervoerd.
Op enig moment, zag ik dat een jongeman uit de bus van de Ultra’s stapte. Ik herkende deze jongeman onmiddellijk als zijnde een van de nog onbekend gebleven verdachte 19 van de supportersrellen (Openlijke geweldpleging) tussen supporters van BVO NAC-Breda en MVV-Maastricht op 4 augustus 2012 op de Havermarkt te Breda.
Van deze rellen zijn videobeelden beschikbaar waarop de strafbare handelingen van de verdachten zijn vastgelegd.
Verdachte 19, is gekleed in een lichtblauw shirt met korte mouwen, een donkerkleurige spijkerbroek en donkerkleurige sportschoenen met lichtkleurige opvallende accenten. Deze verdachte is blank en heeft kortgeknipt blond/rossigkleurig haar.
Door mij werd aan de collegae van Apeldoorn verzocht de identiteitsgegevens van deze
jongeman vast te stellen. Deze jongeman en hierna volledig te noemen verdachte ter zake openlijke geweldpleging, gepleegd te Breda op 4 augustus 2012, op de Havermarkt, bleek volledig te zijn genaamd:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
wonende [adres]
te [woonplaats].
Ter zake:
Door mij, verbalisant, werden de beeldopnames bekeken van:
- Gemeente Breda bewakingscamera nummer 7, openbare orde
- Gemeente Breda bewakingscamera nummer 16, openbare orde
Camera 7 en camera 16 betreffen vaste camera’s die een vaste zicht positie hebben. Beide camera’s kijken uit op de Havermarkt te Breda. Op de beelden van beide bewakingscamera’s is een tijd en datum waarneembaar. De datum op beide bewakingscamera’s is 4 augustus 2012. De tijdswaarneming van bewakingscamera 7 en 16 loopt niet gelijk doch beide camera’s nemen dezelfde situatie waar. De strafbare gedragingen staan gerelateerd in een afzonderlijk proces-verbaal van bevindingen, nummer 2012105816-12
(het hof begrijpt: het onder bewijsmiddel 2 genoemde proces-verbaal van relaas).
(p. 342)Op de vastgelegde camera bewakingsbeelden zag ik verbalisant, dat de navolgende persoon betrokken is geweest bij de openlijke geweldpleging, gepleegd op 4/8/2012, op de Havermarkt te Breda;
Verdachte 19:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]
wonende [adres]
te [woonplaats].
Kleding verdachte:
Lichtblauw shirt met korte mouwen, een donkerkleurige spijkerbroek en donkerkleurige sportschoenen met lichtkleurige opvallende accenten. Deze verdachte is blank en heeft kortgeknipt blond/rossigkleurig haar.
Ik, verbalisant, identificeerde de verdachte [verdachte] reeds, zoals hierboven vermeld.
Verdachte [verdachte] was betrokken bij de volgende geweldpleging:
18:01:53 uur, camera 7
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een voorwerp ter hand neemt en deze gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters. Niet zichtbaar is met welk voorwerp [verdachte] gooit.
18:02:00 uur, camera 7
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een voorwerp ter hand neemt en deze gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters. Niet zichtbaar is met welk voorwerp [verdachte] gooit.
Zichtbaar is dat de verdachte [verdachte] zich hierna binnen de groep MVV supporters begeeft/blijft en samen met anderen in die groep handgebaren maakt in de richting van N.A.C. Breda supporters, kennelijk om hen uit te dagen c.q. een confrontatie aan te gaan.
18:03:06 uur, camera 7
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een voorwerp gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters. Niet zichtbaar is met welk voorwerp [verdachte] gooit.
18:03:48 uur, camera 7
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] wederom binnen de groep MVV supporters handgebaren maakt in de richting van N.A.C. Breda supporters, kennelijk om hen uit te dagen c.q. een confrontatie aan te gaan.
18:03:59 uur, camera 7
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een voorwerp van de grond, ter hand neemt en deze gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters. Niet zichtbaar is met welk voorwerp [verdachte] gooit.
Daarna loopt hij naar het middengedeelte van het plein en de aldaar gesitueerde terrassen. Daarna volgt een tegenaanval door NAC supporters en is zichtbaar dat [verdachte] en mede verdachten terug gaan naar het café alwaar de rellen ontstonden.
18:04:49 uur, camera 7
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een stoel ter hand neemt en deze gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters.
18:05:07 uur, camera 7
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een voorwerp ter hand neemt en dit gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters. Niet zichtbaar is met welk voorwerp [verdachte] gooit.
(p. 343)18:05:19 uur, camera 7
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een voorwerp ter hand neemt en dit op 18:05:25 gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters. Niet zichtbaar is met welk voorwerp [verdachte] gooit.
18:10:38 uur, camera 7
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] wederom binnen de groep MVV supporters handgebaren maakt in de richting van N.A.C. Breda supporters, kennelijk om hen uit te dagen c.q. een confrontatie aan te gaan.
18:10:52 uur, camera 7
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een stoel ter hand neemt en met deze stoel met de groep MVV supporters op een groep NAC supporters af rent en deze kennelijk gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters. Hierna is zichtbaar dat hij nagenoeg voortdurend handgebaren maakt in de richting van N.A.C. Breda supporters, kennelijk om hen uit te dagen c.q. een confrontatie aan te gaan. Voorts is te zien dat hij zich blijft ophouden binnen de groep MVV supporters die op en neer de confrontatie blijven aangaan met NAC supporters.
18:12:50 uur, camera 7
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een groot voorwerp ter hand neemt en dit op gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters. Niet zichtbaar is met welk voorwerp [verdachte] gooit.
18:01:09 uur, camera 16
Hierna is zichtbaar dat hij nagenoeg voortdurend handgebaren maakt in de richting van N.A.C. Breda supporters, kennelijk om hen uit te dagen c.q. een confrontatie aan te gaan.
18:01:09 uur, camera 16
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een voorwerp van een tafeltje ter hand neemt en dit op 18:01:19 gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters.
18:01:59 uur, camera 16
Is zichtbaar dat [verdachte] wederom handgebaren maakt in de richting van N.A.C. Breda supporters, kennelijk om hen uit te dagen c.q. een confrontatie aan te gaan.
18:02:10 uur, camera 16
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een voorwerp ter hand neemt en dit gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters.
18:03:00 uur, camera 16
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een stoel ter hand neemt en deze gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters.
18:03:32 uur, camera 16
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een voorwerp ter hand neemt en dit op 18:03:37 gooit in de richting van de N.A.C. Breda supporters.
18:09:03 uur, camera 16
Zichtbaar is dat verdachte [verdachte] een stoel ter hand neemt en met deze stoel uit beeld, in groepsverband, kennelijk in de richting van een groep NAC supporters rent.
(p. 344)Voorts zijn er beelden door de collegae van de politie te Breda ter beschikking gesteld afkomstig van een particulier (IMG 0465.MOV). Op deze beelden is de verdachte [verdachte] duidelijk te zien. Bij een van de gemaakte opnamen, 2.20 minuten lang, is bij 1.21 minuten te zien dat verdachte [verdachte] een voorwerp van de grond raapt en dit vervolgens in de richting van de NAC supporters gooit.
Hierna is bij 1.34 minuten te zien dat verdachte [verdachte] handgebaren maakt in de richting van N.A.C. Breda supporters, kennelijk om hen uit te dagen c.q. een confrontatie aan te gaan dan wel op te ruien.
6.
Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van het gerechtshof, meervoudige kamer voor strafzaken, op 14 maart 2014, voor zover inhoudende de verklaring van de verdachte:
Ik ben weleens naar wedstrijden van MVV geweest. Ook naar de uitwedstrijd tegen AGOVV. Ik had toen (
het hof begrijpt: op 4 augustus 2012) een seizoenskaart van MVV.
7.
Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van het gerechtshof, meervoudige kamer voor strafzaken, op 14 maart 2014, voor zover inhoudende de eigen waarneming van het hof:
Het hof bekijkt twee zich in het dossier bevindende dvd’s met camerabeelden van de supportersrellen van 4 augustus 2012 te Breda, waarop met stift staat geschreven “Overzicht rellen 4/8/12” en “[verdachte]”.
Het hof neemt waar dat het postuur van de ter terechtzitting verschenen verdachte niet afwijkt van het postuur van de persoon met het lichtblauwe shirt met korte mouwen en donkerkleurige spijkerbroek die te zien is op de camerabeelden en die door verbalisant [verbalisant 6] is herkend.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde openlijke geweldpleging. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte te kennen heeft gegeven op 4 augustus 2012 niet in Breda te zijn geweest en zodoende geen deel kan hebben uitgemaakt van de groep MVV-supporters die aldaar aanwezig was. De herkenning van verdachte door verbalisant [verbalisant 6] is onvoldoende overtuigend om tot een ander oordeel te komen, aldus de raadsman.
Het hof is van oordeel dat de zijdens verdachte bepleite vrijspraak van het ten laste gelegde feit wordt weersproken door de bewijsmiddelen. Met de kinderrechter en de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte op 4 augustus 2012 deel heeft uitgemaakt van de groep MVV-supporters die in het centrum van Breda aanwezig was.
Het verweer van de raadsman, inhoudende dat de herkenning en de beschrijving van de camerabeelden onvoldoende overtuigend is om te kunnen vaststellen dat verdachte bij de openlijke geweldpleging aanwezig is geweest, wordt verworpen.
In het hiervoor onder bewijsmiddel 5 genoemde op ambtseed opgemaakte proces-verbaal van bevindingen is door verbalisant [verbalisant 6] gerelateerd dat verdachte voorafgaand aan de uitwedstrijd tussen MVV Maastricht en AGOVV Apeldoorn op 21 september 2012 is herkend als zijnde één van de nog onbekend gebleven verdachten van de rellen tussen supporters van MVV Maastricht en NAC Breda op 4 augustus 2012 te Breda. Verbalisant [verbalisant 6], belast met de begeleiding van supporters van MVV Maastricht, heeft verdachte die dag onmiddellijk herkend nadat hij, verdachte, uit de bus van de zogenaamde Ultra’s van MVV zag stappen. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft het hof - in aanwezigheid van de verdachte, de raadsman en de advocaat-generaal - de camerabeelden van de openlijke geweldpleging van 4 augustus 2012 te Breda bekeken en geconstateerd dat op de beelden zodanige specifieke kenmerken (van de vorm van het gezicht en/of haardracht en/of postuur) van de persoon die wordt herkend als verdachte zijn waar te nemen, dat herkenning van deze persoon die men ambtshalve kent zeer wel mogelijk is.
Bovendien heeft het hof ter terechtzitting waargenomen dat het postuur van verdachte niet afwijkt van het postuur van de persoon met het lichtblauwe shirt met korte mouwen, die door verbalisant [verbalisant 6] is herkend.
Gelet hierop ziet het hof – zonder nadere onderbouwing van de verdediging, die ontbreekt – geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de door de verbalisant [verbalisant 6] gedane herkenning van verdachte.
De enkele bewering van verdachte dat hij op 4 augustus 2012 elders was, is naar het oordeel van het hof in het geheel niet aannemelijk gemaakt, terwijl de verdediging daar ruimschoots de tijd en gelegenheid voor heeft gehad. Die verklaring van verdachte wordt dan ook als ongeloofwaardig ter zijde geschoven.
De vraag waar het hof zich vervolgens voor gesteld ziet, is of de verdachte met zijn handelwijze een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de geweldplegingen jegens de personen en goederen als hem ten laste is gelegd. Het hof beantwoordt deze vraag, op grond van bovenvermelde bewijsmiddelen, ten aanzien van het bewezenverklaarde, bevestigend. Het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Door de raadsman van verdachte is subsidiair - in het geval het hof van oordeel is dat verdachte wel heeft deelgenomen aan het openlijk geweld gepleegd op 4 augustus 2012 - aangevoerd dat verdachte als onderdeel van de groep MVV-supporters een beroep op noodweer toekomt, omdat verdachte zich niet heeft kunnen distantiëren van de ontstane situatie, zodat hij dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Het hof overweegt dienaangaande het volgende.
Voor de beantwoording van de vraag of van de zijde van verdachte sprake is geweest van noodweer als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, moet het volgende in aanmerking worden genomen.
Van noodweer is sprake indien het begane feit was geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding, waaronder onder omstandigheden mede is begrepen een onmiddellijk dreigend gevaar voor zo een aanranding.
Het hof is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat het door verdachte gepleegde geweld tegen personen en goederen geboden was door de noodzakelijke verdediging van zijn eigen of eens anders lijf tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding.
Op basis van de verklaringen in het dossier komt het hof tot de conclusie dat er tussen MVV- en NAC-supporters afspraken zijn gemaakt om op 4 augustus 2012 in het centrum van Breda tot een confrontatie te komen. Op de beelden - zoals deze zich in het dossier bevinden en ter terechtzitting in hoger beroep zijn bekeken - is te zien dat deze confrontatie ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
De supportersgroeperingen hebben op verschillende momenten omstreeks 18.00 uur op de Havermarkt te Breda dreigend tegenover elkaar gestaan, waarbij personen over en weer uitgedaagd zijn en openlijk geweld is gepleegd tegen die personen en tegen goederen. Anders dan de kinderrechter is het hof van oordeel dat geen onderscheid gemaakt dient te worden tussen de confrontatie die omstreeks 17.59 tot 18.05 uur zou hebben plaatsgevonden en de confrontatie die omstreeks 18.10 tot 18.16 uur zou hebben plaatsgevonden. Het hof beschouwt de supportersrellen die hebben plaatsgevonden als één geheel van openlijk geweld, waarbij tussen de groepen supporters over en weer is gereageerd op elkaar.
Dat verdachte zich tijdens de rellen actief in de groep MVV-supporters heeft bevonden komt naar voren uit de beelden. De beelden laten zien dat verdachte geweld heeft gepleegd in de richting van personen (NAC-supporters) door stoelen en andere voorwerpen te gooien naar en/of tegen deze personen. Bovendien is te zien dat verdachte veelvuldig handgebaren heeft gemaakt in de richting van zijn opponenten en zich op enig moment vooraan in de groep van MVV-supporters heeft begeven.
Het hof heeft waargenomen dat verdachte steeds weer de confrontatie heeft opgezocht met de NAC-aanhang en de gelegenheden om zich te distantiëren van zijn eigen groep, welke gelegenheden er voldoende zijn geweest, onbenut heeft gelaten. Naar het oordeel van het hof duidt zulks er op dat verdachte niet uit noodweer heeft gehandeld doch dat veeleer sprake is geweest van een door verdachte en zijn groep ingezette aanval.
Ook op het moment dat de verdachte uit het zicht van de camera’s een café is ingegaan, zijn geen handelingen waar te nemen die duiden op een ontstane noodweersituatie. Van enige vorm van insluiting op de Havermarkt ten aanzien van deze verdachte is het hof op basis van de beelden bovendien geenszins gebleken.
Gelet op hetgeen uit het onderzoek ter terechtzitting en uit het procesdossier naar voren is gekomen is het hof van oordeel dat verdachte niet heeft gehandeld ter noodzakelijke verdediging van zijn lijf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding. Verdachte is niet verdedigend opgetreden, doch heeft de aanval gezocht en heeft zich in het gevecht begeven. Aldus kan van een noodweersituatie als bedoeld in artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht niet worden gesproken.
Het verweer wordt verworpen.
Er zijn ook overigens geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezen verklaarde levert op:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.
Strafbaarheid van de verdachte
Door de raadsman van verdachte is (meer) subsidiair - in het geval het hof van oordeel is dat verdachte wel heeft deelgenomen aan het openlijk geweld gepleegd op 4 augustus 2012 - aangevoerd dat verdachte als onderdeel van de groep MVV-supporters een beroep op noodweerexces toekomt, omdat verdachte zich niet heeft kunnen distantiëren van de ontstane situatie, zodat hij dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Het hof overweegt dienaangaande het volgende.
In hetgeen hiervoor onder het kopje “strafbaarheid van het bewezen verklaarde” is overwogen volgt dat het hof van oordeel is dat geen sprake is geweest van een noodweersituatie als bedoeld in artikel 41 van het Wetboek van Strafrecht. Reeds daarom kan ook het beroep op noodweerexces niet opgaan.
Het hof verwerpt mitsdien het verweer.
Er zijn ook voor het overige geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen straf of maatregel
De kinderrechter heeft verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie, waarvan 10 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie, waarvan 20 uren, subsidiair 10 dagen vervangende jeugddetentie, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met als bijzondere voorwaarde - kort gezegd - oplegging van een stadionverbod.
De verdediging heeft aangevoerd dat bij een eventueel op te leggen straf rekening dient te worden gehouden met de omstandigheid dat verdachte voor zijn toekomstige baan een Verklaring Omtrent Gedrag zal moeten overleggen en voorts dat het bepaalde in artikel 63 Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Het hof overweegt als volgt.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft het hof gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Ten aanzien van de ernst en aard van het bewezen verklaarde heeft het hof in het bijzonder gelet op:
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de omstandigheid dat het gaat om geweld in het publieke domein, gepleegd op een zaterdagnamiddag in de binnenstad van Breda, waardoor de openbare orde ernstig is verstoord en waardoor aan omstanders/voorbijgangers gevoelens van onveiligheid zijn veroorzaakt;
- de omstandigheid dat de onderhavige openlijke geweldpleging dient te worden aangemerkt als aan voetbal gerelateerd geweld, dat een georganiseerd karakter heeft gehad en is begaan voorafgaand aan een voetbalwedstrijd tussen supporters;
- de mate waarin door het bewezen verklaarde schade is toegebracht aan de uitbaters van de omliggende cafés;
- het aanzienlijke aandeel dat verdachte in deze openlijke geweldpleging heeft gehad;
- de omstandigheid dat verdachte tot op heden geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn uiterst laakbare gedrag.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof in het bijzonder gelet op:
- de inhoud van het de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 4 februari 2014, waaruit blijkt dat hij behoudens een strafbeschikking niet eerder met justitie in aanraking is geweest, en dat verdachte ter zake het onderhavige feit als ‘first offender’ dient te worden aangemerkt;
- de inhoud van het de verdachte betreffend rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 1 november 2012;
- de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
Gelet op voormelde strafbeschikking houdt het hof rekening met artikel 63 Wetboek van Strafrecht.
In jeugdstrafzaken is als indicatie te geven voor de op te leggen straf voor openlijke geweldpleging door ‘first offenders’ zonder letsel als gevolg, een taakstraf voor de duur van 40 uren, te vervangen door 20 dagen jeugddetentie. Strafverzwarende omstandigheden kunnen aanleiding geven om de strafmaat te verhogen. In deze zaak kunnen als strafverzwarende omstandigheden worden gezien, de plaats van het delict en het georganiseerde karakter van het geweld.
Gelet op voormelde strafverzwarende omstandigheden ten aanzien van het geweld ligt verhoging van de straf in de rede.
Dit alles in aanmerking genomen kan niet worden volstaan met de door de advocaat-generaal gevorderde straf en acht het hof oplegging van een taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen jeugddetentie, passend en geboden. Daarnaast dient naar het oordeel van het hof in casu tevens een voorwaardelijke jeugddetentie van na te melden duur te worden opgelegd. Dit gelet op de ernst van het bewezen verklaarde alsmede om recidive in de toekomst te voorkomen.
Anders dan de advocaat-generaal ziet het hof geen aanleiding om aan verdachte een (strafrechtelijk) stadionverbod op te leggen als bijzondere voorwaarde, aangezien de KNVB aan verdachte reeds een stadionverbod heeft opgelegd dat tot 3 november 2015 voortduurt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in eerste aanleg schriftelijk in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding in de zaken met parketnummers van de medeverdachten en niet in de zaak van verdachte. Het hof houdt het er voor dat [benadeelde 1] zich ter terechtzitting in eerste aanleg op 15 mei 2013 mondeling heeft gesteld als benadeelde partij in de zaak tegen verdachte met parketnummer 03/855560-12.
De vordering bedraagt € 4.587,62. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Het hof is van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren, aangezien op grond van de zich in het dossier bevindende stukken niet eenduidig is vast te stellen of en hoe groot de schade is die de benadeelde partij als gevolg van de bewezen verklaarde feiten heeft geleden. De benadeelde partij kan daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 790,-. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Het hof is van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren, aangezien op grond van de zich in het dossier bevindende stukken niet eenduidig is vast te stellen of en hoe groot de schade is die de benadeelde partij als gevolg van de bewezen verklaarde feiten heeft geleden. De benadeelde partij kan daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 63, 77a, 77g, 77h, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen jeugddetentie.

Veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 1 (één) maand.

Bepaalt dat de jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. P.J. Hödl, voorzitter,
mr. J.F. Dekking en mr. M. Rutgers, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.C.H. Verhoeven-van der Heijden, griffier,
en op 2 april 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.In de hierna volgende bewijsmiddelen wordt - tenzij anders vermeld - verwezen naar het proces-verbaal van de politie Regio Limburg Zuid, District Maastricht, dossiernummer PL2410/2012105816, gesloten op 9 november 2012, bestaande uit in wettige vorm opgemaakte processen-verbaal en/of geschriften, doorgenummerde dossierpagina’s 1-388.