Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
95 (vijfennegentig) dagen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in Litouwen en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, was eerder vrijgesproken van lokaalvredebreuk, maar was veroordeeld voor het feit dat hij als vreemdeling in Nederland verbleef terwijl hij wist dat hij als ongewenst vreemdeling was verklaard. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling.
Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep zich beperkt tot de veroordeling voor het tweede feit. Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zou vernietigen en de verdachte opnieuw zou veroordelen. De verdediging pleitte voor vrijspraak van het ten laste gelegde feit. Het hof heeft het beroep op vrijspraak verworpen, omdat het bezwaar tegen de ongewenstverklaring geen schorsende werking heeft en de beschikking tot ongewenstverklaring onmiddellijke werking heeft.
Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan het ten laste gelegde feit en heeft de eerdere veroordeling vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 95 dagen, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De beslissing is gegrond op de artikelen 63 en 197 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.