Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[de man],wonende te [woonplaats],
[de vrouw],wonende te [woonplaats],
5.Het verloop van de procedure
6.De gronden van het hoger beroep
7.De beoordeling
Vestiging erfdienstbaarheden” zijn opgenomen: (punt 1) een erfdienstbaarheid van afvoer van hemelwater, (punt 2) erfdienstbaarheden waardoor de toestand van de betrokken percelen ten opzichte van elkaar gehandhaafd zal blijven en (punt 3) een erfdienstbaarheid die luidt:
Ten laste van het Registergoed en ten behoeve van het aan verkoper in eigendom verblijvende gedeelte van voormelde percelen, wordt gevestigd de erfdienstbaarheid inhoudende het recht van overpad en gebruik van een strook grond ter breedte van ongeveer 4 meter, gelegen landinwaarts van en direct naast de aan te leggen damwandconstructie, voor de eigenaar van het heersend erf ten dienste van gebruik, inspectie en onderhoud van de afmeervoorzieningen.” Deze erfdienstbaarheid zal hierna worden aangeduid als de erfdienstbaarheid van overpad en gebruik.
Bij overtreding of toerekenbare tekortkoming in de nakoming, hierna te noemen:niet-nakoming, ten aanzien van het bepaalde in artikel 1 en 2, wordt door de overtreder (..) een terstond opvorderbare boete verbeurd van (..) € 25.000,00 (..)”
onder andere het hebben en behouden van werken en voorzieningen voor de bereikbaarheid en inrichting van het buitendijks gelegen water” (prod. 4 mvg).
ten aanzien van het bepaalde in artikel 1,2 en 3”.
Van de volmachten op de comparant sub 1[[appellant sr], hof]” de notaris is gebleken uit schriftelijke volmachten verleend door (onder andere) [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] ([geïntimeerden c.s.]).
Hierbij ontvangt u een uittreksel van de akte van ruiling tussen de heer [appellant] en Waterschap Brabantse Delta de dato 2 september 2010; kopie proces-verbaal van verbetering inzake clerical error de dato 3 mei 2011.
proces-verbaal van verbetering inzake clerical error” vermeldt dat de notaris op 3 mei 2011 ambtshalve is overgegaan tot het opmaken van een proces-verbaal met betrekking tot de verbetering van een zogenaamde clerical error als bedoeld in art. 45 tweede lid 2 van de Wet op het Notarisambt. Het betreft hier de verbetering van een misslag in de akte van 28 september 2004 onder “Vestiging erfdienstbaarheden” punt 4, aldus genoemd proces-verbaal, waar staat vermeld dat bij niet-nakoming ten aanzien van het bepaalde in
artikel 1 en 2een boete wordt verbeurd, terwijl daar vermeld had moeten zijn dat bij niet-nakoming van het bepaalde in
artikel 1, 2 en 3genoemde boete wordt verbeurd (onderstreping hof).
ten dienste van gebruik, inspectie en onderhoud van de afmeervoorzieningen”.In de akte staat in art. 2 lid 2 sub b vermeld dat het de koper bekend is dat aan de waterkant afmeervoorzieningen worden aangebracht. In 2004, vonden de betrokken partijen het noodzakelijk om de erfdienstbaarheid van overpad en gebruik te vestigen teneinde de eigenaar van de jachthaven in de gelegenheid te stellen de nog aan te leggen afmeervoorzieningen te gebruiken, inspecteren en onderhouden. Zij kozen daarbij toen voor een vier meter breed pad aan de rand van het terrein. Naar het oordeel van het hof is de akte bij het vestigen van de erfdienstbaarheid van overpad en gebruik helder omtrent de partijbedoelingen. Kennelijk vonden partijen het toen nodig dat de eigenaar van de jachthaven over een vier meter breed pad kon gaan om het voorziene gebruik, inspectie en onderhoud uit te voeren. Hierin ligt naar het oordeel van het hof besloten dat partijen daarbij toen ook het gebruik van groot materieel – waarvoor een vier meter breed pad noodzakelijk is – voor ogen stond. De wijziging in de feitelijke situatie door het aanleggen van de afmeervoorzieningen is door partijen voorzien bij het vestigen van de erfdienstbaarheid, zo blijkt uit de bewoordingen van de akte. Deze kan dan ook niet als een argument voor het opheffen van de erfdienstbaarheid worden gebezigd.
ten dienste van gebruik (..) van de afmeervoorzieningen” juist op een min of meer regelmatig gebruik van het inspectiepad. Vast staat dat [appellant] thans niet ongehinderd van het inspectiepad gebruik kan maken. Zonder groot materieel dient hij de afmeervoorzieningen overal met een verplaatsbare klimtrap te kunnen bereiken, met groot materieel dient hij over het hele pad te kunnen gaan en komen. Dit gebruik wordt ter hoogte van het perceel van [geïntimeerden c.s.] thans gehinderd door het door [geïntimeerden c.s.] aangebrachte hekwerk. Dat dit hekwerk demontabel zou zijn, doet daaraan niet af.
De notaris is bevoegd kennelijke schrijffouten en kennelijke misslagen in de tekst van een akte ook na het verlijden daarvan te verbeteren. Hij maakt van deze verbeteringen proces-verbaal op en stelt op de oorspronkelijke akte een aantekening daarvan, onder vermelding van datum en repertoriumnummer van dit proces-verbaal. Hij zendt een afschrift van het proces-verbaal aan partijen.”