In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor belediging van twee politieambtenaren tijdens de rechtmatige uitoefening van hun functie. De politierechter had de verdachte een geldboete van € 300,-- opgelegd, waarvan een deel voorwaardelijk was. De verdachte ging in hoger beroep tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een lagere geldboete van € 200,-- had geëist. De verdediging pleitte voor vrijspraak en stelde dat de politieambtenaren niet in de rechtmatige uitoefening van hun bediening waren. Het hof oordeelde echter dat de verdachte de politieambtenaren al beledigd had voordat er om legitimatie werd gevraagd, en dat de politie dus wel degelijk in hun rechtmatige uitoefening handelde.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis en achtte de verdachte schuldig aan de ten laste gelegde beledigingen. De verdachte had beledigende uitlatingen gedaan zoals "wat moeten die kankerwouten hier" en "flikker op mongool". Het hof overwoog dat de op te leggen straf ook moest dienen om de onjuistheid van de gedachte te benadrukken dat men overheidsdienaren in de openbare ruimte respectloos kan bejegenen. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 650,--, te betalen in tien maandelijkse termijnen van € 65,--. Het hof hield rekening met de ernst van de beledigingen en het verzet van de verdachte tijdens zijn aanhouding.