Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vrouw, bijgestaan door mr. Zonnenberg;
- de man, bijgestaan door mr. Schrevelius;
- Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de raad), vertegenwoordigd door mevrouw E.A.P. van den Dam.
- de brief met bijlage van de advocaat van de man d.d. 30 januari 2014;
- de brief van de advocaat van de vrouw d.d. 14 februari 2014;
- de brief van de advocaat van de vrouw d.d. 7 maart 2014;
- de brief van de advocaat van de man d.d. 10 maart 2014;
- de brief met bijlage van de advocaat van de vrouw d.d. 13 maart 2014;
- de brief met bijlage van de raad d.d. 17 april 2014;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 28 april 2014;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de man d.d. 15 mei 2014;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 16 mei 2014;
- de brief van de raad d.d. 19 mei 2014;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de man d.d. 21 mei 2014;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de man d.d. 22 mei 2014;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de man d.d. 23 mei 2014;
- de ter zitting door de advocaat van de vrouw voorgedragen pleitnota.
3.De beoordeling
De echtgenoten verplichten zich over elk kalenderjaar hetgeen van hun inkomen in de zin van artikel 5, onder aftrek van hetgeen daarvan is besteed voor de gemeenschappelijke huishouding, overblijft onderling te verrekenen in die zin, dat de ene echtgenoot een vordering verkrijgt op de andere echtgenoot ten bedrage van de helft van het aan diens zijde overblijvende als hiervoor bedoeld.
De uitkering van het verschuldigde moet gedaan worden binnen een jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar. Indien over enig kalenderjaar geen verrekening heeft plaatsgehad, en deze alsnog kan plaatshebben, worden de waardeveranderingen van het vermogen waarin de niet-verrekende bedragen zijn belegd, bij de verrekening meegenomen.
- bepaald dat het hoofdverblijf van [zoon] zal zijn bij de vrouw;
- bepaald dat [zoon] de ene week bij de vrouw verblijft en de andere week bij de man, met het wisselmoment op vrijdag;
- bepaald dat de man als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [zoon] aan de vrouw dient te voldoen, telkens bij vooruitbetaling:
4.De beslissing
- moederdag: [zoon] verblijf van 09.30 uur tot 16.30 uur bij de moeder;
- vaderdag: [zoon] verblijft van 09.30 uur tot 16.30 uur bij de vader;
- verjaardag [zoon]: [zoon] verblijft van 09.30 uur althans schooltijd tot 18.30 uur in de even jaren bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw;
- verjaardagen ouders: [zoon] verblijft van 09.30 uur althans einde schooltijd tot 18.30 uur bij de ouder die jarig is;
- Pasen: in de even jaren bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw;
- Pinksteren: in de even jaren bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man;
- Koningsdag: in de even jaren bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw;
- Hemelvaartsdag: in de even jaren bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man;
- sinterklaas: in de even jaren bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw;
- de voorjaarsvakantie: [zoon] verblijft vanaf vrijdag 09.30 uur althans einde schooltijd tot de vrijdag daarop tot 18.30 uur in de even jaren bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw;
- de meivakantie: [zoon] verblijft vanaf vrijdag 09.30 uur althans einde schooltijd tot de vrijdag daarop tot 18.30 uur in de even jaren bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man;
- de herfstvakantie: [zoon] verblijft vanaf vrijdag 09.30 uur althans einde schooltijd tot de vrijdag daarop tot 18.30 uur in de even jaren bij de man en in de oneven jaren bij de vrouw;
- de kerstvakantie: [zoon] verblijft vanaf vrijdag 09.30 uur althans einde schooltijd tot de vrijdag daarop tot 18.30 uur in de even jaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man en in de oneven jaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw;
- de zomervakantie: [zoon] verblijft in de even jaren de eerste drie weken bij de vrouw en de laatste drie weken bij de man en in de oneven jaren de eerste drie weken bij de man en de laatste drie weken bij de vrouw, telkens van vrijdag 09.30 uur althans einde schooltijd tot de vrijdag drie weken later tot 18.30 uur.
- de moeder brengt en haalt [zoon] tijdens deze bijzondere dagen en feestdagen naar/van [woonplaats];
- de regeling voor de bijzondere dagen en feestdagen prevaleert boven de reguliere zorgregeling; indien [zoon] ingevolge de reguliere zorgregeling op donderdag naar de man zou gaan, maar ingevolge de vakantieregeling vanaf de vrijdag daarop bij de vrouw zal verblijven, vervalt deze donderdag bij de man;