3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende door de kantonrechter vastgestelde feiten, waartegen in hoger beroep niet is opgekomen:
Redwood (destijds genaamd Golf & Landscape Development N.V.) is op 26 januari 2005 opgericht door de heer [broer] (hierna: [broer]) en mevrouw [zus] (hierna [zus]), broer en zus. Zij hielden tot 19 december 2013 ieder 50% van de aandelen in Redwood. [broer] was tot 19 december 2013 statutair directeur van Redwood;
Brugse Vaart is het familiebedrijf van de familie [familie]. Zij exploiteert een golfclub met bijbehorend clubhuis. Tot 10 februari 2012, de datum waarop [broer] als bestuurder van Brugse Vaart is ontslagen, waren [broer] en [zus] tezamen bestuurders van Brugse Vaart;
Redwood, destijds rechtsgeldig vertegenwoordigd door [broer], heeft bij koopovereenkomst van 2 oktober 2013 de aan haar in eigendom toebehorende percelen bouwland, plaatselijk bekend [straat] Oostburg, kadastraal bekend Oostburg, sectie [sectieletter], nummer [sectienummer 1] groot: 5 ha 35 a 30ca, en Oostburg, sectie [sectieletter], nummer [sectienummer 2] gedeeltelijk groot circa 6 ha 64 a 70 ca (hierna: de percelen) verkocht aan [appellant] tegen een koopsom van € 59.000,-- per hectare. De notariële levering van de percelen, welke ingevolge artikel 3 van de koopovereenkomst op 1 november 2013 zou moeten plaatsvinden, heeft nog niet plaatsgevonden;
artikel 18 van de koopovereenkomst luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Voorkeursrecht en terugkooprechtDe heer [broer], of diens rechtsopvolger, heeft ten allen tijde het voorkeursrecht en het terugkooprecht van koop op het verkochte of een gedeelte van het verkochte. De terugkoopprijs is 1,6 x de agrarische waarde ten tijde van de terugkoop. (…)Het voorkeursrecht is niet van toepassing indien koper verkoopt aan zijn zoon de heer [appellant] geboren 26-11-1984 (…)”;
de percelen zijn gelegen aan de [straat] te [plaats], recht tegenover de locatie waar de golfclub en het clubhuis van Brugse Vaart zijn gelegen;
het perceel kadastraal bekend Oostburg, sectie [sectieletter], nummer [sectienummer 2] is op 31 oktober 2013 op verzoek van Redwood kadastraal gesplitst, waaruit de nieuwe percelen [sectienummer 3], [sectienummer 4] en [sectienummer 5] zijn ontstaan;
Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 12 december 2013 heeft de voorzieningenrechter de vordering van [zus] om [broer] op straffe van een dwangsom te verbieden om voorafgaand en lopende de door haar aanhangig gemaakte (spoed)procedure bij de Ondernemingskamer mee te werken aan notariële levering van de percelen door Redwood aan [appellant], afgewezen;
Op 19 december 2013 heeft [broer] zijn aandelen in Redwood overgedragen aan [zus] en is hij afgetreden als bestuurder van Redwood. Sedertdien is mevrouw [moeder van broer en zus], de moeder van [broer] en [zus], directeur van Redwood;
Op 29 januari 2014 hebben Brugse Vaart en Redwood een verzoekschrift tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant; In hoger beroep merkt [appellant] op dat, voor zover hem bekend, dit verzoekschrift is ingetrokken of de behandeling daarvan is aangehouden;
Op 3 februari 2014 heeft Redwood een buitengerechtelijke verklaring tot vernietiging of ontbinding van de koopovereenkomst aan [appellant] uitgebracht (deze verklaring bevindt zich niet bij de stukken).
3.2.1.In de onderhavige procedure in eerste aanleg vordert [appellant], na eiswijziging, om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. Redwood te veroordelen om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis de twee percelen bouwland te Oostburg aan de [straat], kadastraal bekend Oostburg, sectie [sectieletter], nummers [sectienummer 1] en [sectienummer 6], te leveren aan [appellant];
2. te bepalen dat Redwood een aan [appellant] te betalen dwangsom verbeurt van
€ 25.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Redwood in gebreke blijft met de nakoming van het onder 1. gevorderde, met een maximum van € 250.000,--;
3. te bepalen dat het in deze zaak te wijzen vonnis, wanneer € 250.000,-- aan dwangsommen is verbeurd en Redwood in gebreke blijft met de voldoening aan het onder 1. gevorderde in de plaats treedt van de ontbrekende wilsverklaring en handtekening van Redwood, benodigd voor het opstellen en verlijden van de tot levering van de onder 1. genoemde percelen bestemde akte, met machtiging op [appellant] om namens Redwood de akte van levering te doen opmaken en al datgene te verrichten dat voor de levering noodzakelijk is, met het recht van substitutie, althans zodanige voorzieningen te treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren, met veroordeling van Redwood in de kosten van dit geding, met bepaling dat Redwood vanaf veertien dagen na de dag waarop het vonnis is uitgesproken de wettelijke rente over de proceskosten is verschuldigd.
3.2.2.Aan deze vordering heeft [appellant], kort samengevat, ten grondslag gelegd dat zij nakoming wenst van de verplichtingen uit hoofde van de met Redwood gesloten koopovereenkomst.
3.2.3.Redwood heeft, daarin gesteund door Brugse Vaart, gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.3.1.De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van [appellant] afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten.