3.2.De voorzieningenrechter heeft vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Het hof zal hierna een overzicht geven van deze relevante feiten, waarvan ook in hoger beroep kan worden uitgegaan:
[appellante] heeft van Wonen Zuid gehuurd de woning gelegen te [plaats 1] aan de [perceel 1].
Bij vonnis van de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Heerlen, van 17 april 2013 (zaaknr. 504747 CV EXPL 12-10735) is de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden en is eiseres veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde en betaling aan gedaagde van - onder meer - de huurachterstand vermeerderd met rente en kosten.
Nadien is [appellante] een andere woning gaan huren van Heem Wonen aan de [perceel 2] te [plaats 2]. Ten behoeve van die huurverplichting is aan [appellante] (wederom) huurtoeslag toegekend.
Tussen partijen staat vast dat eiseres daarop de huurachterstand aan gedaagde heeft voldaan, maar de kosten niet.
Wonen Zuid heeft op 16 oktober 2013 op grond van het vonnis van 17 april 2013 op de huurtoeslag van eiseres executoriaal derdenbeslag doen leggen onder de ontvanger van de Belastingdienst Utrecht. Daarbij is blijkens het proces-verbaal van de deurwaarder (productie 2 bij dagvaarding in eerste aanleg) executoriaal derdenbeslag gelegd om betaling te verkrijgen van de volgende bedragen:
rente tot 10-10-2013 € 19,11en verdere rente vanaf 10-10-2013 PMproceskosten € 954,17Betekening € 97,80Executiekosten € 87,43Nasalaris € 121,00kosten van dit exploot € 150,12kosten overbetekening € 77,29--------------------------€ 1.506,92 + PM
3.2.1.In de onderhavige procedure vordert [appellante] in eerste aanleg -samengevat- opheffing van het door Wonen Zuid op 16 oktober 2013 ten laste van haar gelegde executoriale derdenbeslag onder de Belastingdienst, alsmede terugbetaling van de aldus door Wonen Zuid geïncasseerde huurtoeslag vanaf november 2013 tot en met april 2014, volgens haar in totaal € 1.482,00 (6x € 247,00).
3.2.2.Aan deze vordering heeft [appellante], kort samengevat, primair ten grondslag gelegd dat sprake is van een beslagverbod ex art. 45 lid 1 aanhef en onder a van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir). Subsidiair heeft [appellante] aangevoerd dat het beslag vexatoir is omdat zij ten gevolge van het beslag haar huidige huur niet kan betalen, waardoor ontbinding van die huurovereenkomst en ontruiming dreigt.
3.2.3.Wonen Zuid heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.