ECLI:NL:GHSHE:2014:2197

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 juli 2014
Publicatiedatum
21 juli 2014
Zaaknummer
20-003387-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen van het opzettelijk telen van hennepplanten na gebrek aan bewijs van betrokkenheid

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg. De verdachte was eerder veroordeeld voor het medeplegen van hennepteelt en kreeg een gevangenisstraf van twee maanden opgelegd. In hoger beroep heeft de verdachte vrijspraak bepleit, terwijl de advocaat-generaal de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep heeft gevorderd voor een deel van de tenlastelegging. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij. Er was geen directe relatie tussen de goederen die in de auto van de verdachte werden aangetroffen en de hennepkwekerij. Bovendien ontbrak het dossier aan duidelijke informatie over de toegankelijkheid van de ruimtes waar de hennepplanten zich bevonden. De verdachte had verklaard slechts sporadisch in de woning te zijn geweest voor klusjes, wat het hof als onvoldoende bewijs beschouwde voor zijn betrokkenheid bij de hennepteelt. Het hof heeft daarom de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Daarnaast heeft het hof de beslissing van de rechtbank over de onttrekking aan het verkeer van een pepperspray niet aan zijn oordeel onderworpen, maar gelast dat andere in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte worden teruggegeven. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs voor een veroordeling in strafzaken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-003387-13
Uitspraak : 21 juli 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Limburg van 1 oktober 2013 in de strafzaak met parketnummer 03-830159-12 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1956,
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van het medeplegen van hennepteelt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden met aftrek van voorarrest. De verdachte is vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde (voorhanden hebben busje pepperspray).
Voorts heeft de rechter in eerste aanleg beslist over de in beslag genomen voorwerpen.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in zijn hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 ten laste gelegde en dat het hof het vonnis van de rechter in eerste aanleg voor het overige zal bevestigen.
Namens de verdachte is primair vrijspraak bepleit en subsidiair verzocht de strafoplegging te beperken tot een taakstraf al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke vrijheidsstraf..
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hoger beroep van de verdachte richt zich mede tegen de vrijspraak door de eerste rechter van hetgeen aan de verdachte onder 2 ten laste werd gelegd. Dat is in strijd met het bepaalde in artikel 404 van het Wetboek van Strafvordering, zodat de verdachte in zoverre niet ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is – voor zover thans aan het oordeel van het hof is onderworpen – ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 27 september 2012 in de gemeente Heerlen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres]) ongeveer 616, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof overweegt als volgt.
Op 27 september 2012 hebben opsporingsambtenaren van de regiopolitie Limburg-Zuid, district Heerlen, in de woning aan de [adres] te Heerlen hennepplanten in speciale henneptenten aangetroffen. In één ruimte stonden geen hennepplanten, maar werden wel plantenpotten met aarde en hennepresten aangetroffen. In die ruimte waren ook dozen met hennepstekken aanwezig. De aangetroffen hennepplanten bevonden zich in verschillende stadia van groei. Verder werden in de kwekerij onder meer assimilatielampen, koolstoffilters, een aan- en afzuiginstallatie en een irrigatiesysteem aangetroffen.
Blijkens het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij (blz. 4-5 van het dossier van het voorbereidend onderzoek met doorlopende bladzijdenummering) bevonden de genoemde goederen zich op de volgende locaties in de woning:
ruimte 1, begane grond (twee henneptenten, in een tent 66 hennepplanten van 70 centimeter hoog, in de andere tent 50 planten van 15 centimeter hoog);
ruimte 2, tweede etage (dozen met in totaal 190 hennepstekken en 162 plantenpotten gevuld met aarde waarin hennepresten);
ruimte 3, tweede etage (hennepplantage met 148 hennepplanten).
Een meer precieze situering van de ruimten 1, 2 en 3 alsmede een nauwkeurige beschrijving van de toevoerleidingen voor water en elektriciteit naar deze ruimten ontbreekt in het dossier. Wel vermeldt het proces-verbaal binnentreden woning (blz. 34) dat in de woning op de begane grond een hennepplantage werd aangetroffen en dat op de tweede etage in twee voormalige slaapkamers eveneens hennepplantages waren ingericht.
In het dossier ontbreekt een beschrijving van de woning. Zo wordt niet vermeld waar de doucheruimte is.
Een aantal hennepplanten is veiliggesteld en vervolgens getest met behulp van een MMC cannabistest. De test gaf een positieve reactie, indicatief voor de aanwezigheid van hennep of THC.
Tijdens het binnentreden hebben de verbalisanten waargenomen dat de verdachte uit de woning vluchtte. In de doucheruimte van de woning werd een sleutelbos met daaraan een autosleutel en een huissleutel aangetroffen, die bleken te passen op een aan verdachte toebehorende auto respectievelijk op een deur van de woning van de verdachte (aan het [adres] te [woonplaats]). In de auto van de verdachte werden diverse goederen aangetroffen, waaronder een zeil van een kweektent voor hennep, een zegeltang, twee (aangebroken) zegels, een ‘grinder’ om hennep te vermalen en een boek(je) over henneptenten. Enkele buurtbewoners hebben aan de verbalisanten verteld dat de verdachte vaker in de woning kwam. Zij hebben ook de auto van de verdachte aangewezen.
Het hof heeft zich de vraag gesteld of deze omstandigheden, in onderling verband beschouwd, voldoende wettig bewijs opleveren. Het hof beantwoordt die vraag negatief. De hiervoor genoemde omstandigheden zijn ieder voor zich en in onderling verband beschouwd te indirect en te weinig significant voor het bewijs dat verdachte wetenschap had van en betrokkenheid bij de in de woning aan de [adres] te Heerlen aanwezige hennepkwekerij of voor het bewijs dat de daar aanwezige hennepplanten zich in zijn machtssfeer bevonden.
Verdachte heeft verklaard dat hij slechts enkele malen in de hiervoor genoemde woning is geweest om in opdracht klusjes uit te voeren, zoals het onderhouden van de tuin, het ophangen van gordijnrails en het uitvoeren van herstelwerkzaamheden aan het keukenblok.
Het hof merkt op dat het dossier geen bewijsmiddelen bevat waar de directe wetenschap van en betrokkenheid van de verdachte bij de aangetroffen hennepkwekerijen aan kan worden ontleend. Zo is er geen relatie vastgesteld tussen de in de auto van de verdachte aangetroffen goederen enerzijds en de goederen in de hennepkwekerij anderzijds. Voorts volgt uit het proces-verbaal van aantreffen van de hennepkwekerij niet wat de exacte locatie was van de ruimtes waarin de hennepplanten of -stekken stonden en of die ruimtes voor de verdachte zichtbaar en toegankelijk waren. Aan het aantreffen van zijn sleutels in de doucheruimte kan daarom niet de conclusie worden verbonden dat hij moet hebben geweten van de hennepplantages in deze woning. Uit het proces-verbaal volgt ook niet dat bij het betreden van de woning een hennepgeur waarneembaar was.
Alles overwegende heeft het hof uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Beslag
De rechtbank heeft in verband met het onder 2 ten laste gelegde feit de onttrekking aan het verkeer bevolen van het in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, op de beslaglijst aangeduid als traangas/pepperspray. Deze beslissing is in hoger beroep niet aan het oordeel van het hof onderworpen.
Van hetgeen verder in beslag genomen en nog niet teruggegeven is, zal de teruggave aan de verdachte worden gelast.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing van de rechtbank ter zake van het onder 2 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat de beslissing van de rechtbank tot
onttrekking aan hetverkeer van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, op de beslaglijst aangeduid als 1.00 STK Traangas, pepperspray – 2123737, niet aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Gelast de
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1. 1.00
STK Tent Kl: zwart - 2169376;
2. 1.00
STK Tang, zegeltang - 2169377;
3. 2.00
STK Zegel, loodzegels - 2169378;
4. 1.00
STK Elektra, schakelkast - 2123740.
Aldus gewezen door
mr. J.W. de Ruijter, voorzitter,
mr. J.C.A.M. Claassens en mr. C.M. Hilverda, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.J.F. Heirman, griffier,
en op 21 juli 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.