4.1Onder “2 De feiten” van het bestreden vonnis heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten zij in dit geschil is uitgegaan. Voor zover het hof van oordeel is dat die feiten relevant zijn is daar niet, in elk geval niet voldoende duidelijk tegen gegriefd, zodat het hof van die feiten zal uitgaan. Het hof geeft die feiten hierna weer. Het hof merkt hierbij nog op dat beide erven in dit geschil aan de straat genaamd “[straatnaam]” liggen. Deze straatnaam is in verschillende stukken geschreven als “[straatnaam]”. Het hof zal in het hierna volgende in citaten waarin “[straatnaam]” staat, dit woord niet verbeteren.
a. Medio juni 2001 raakte [geïntimeerden] ermee bekend dat [appellant] zijn woonboerderij met inpandige bedrijfsruimte, bijgebouwen en tuin met een inhoud van circa 1.100 m³ en een perceelsoppervlakte van circa 880 m² (hierna: woonboerderij) wilde verkopen.
b. [geïntimeerden] heeft met [appellant] onderhandelingen gevoerd over onder meer de prijs, het vestigen van een recht van erfdienstbaarheid en over de mogelijkheden van toekomstige aankoop van de grond, gelegen achter de woonboerderij. [appellant] heeft zich laten bijstaan door een makelaar van Makelaardij [makelaar 1] & Partner te [plaats 1].
c. [appellant] wilde de grond gelegen achter de woonboerderij (circa 500 m²) in eigendom houden teneinde die grond te gebruiken voor privé-doeleinden zoals onder andere tuinieren (hierna: de tuingrond).
d. In een e-mailbericht d.d. 16 juli 2001 (overgelegd als productie 20 bij conclusie van antwoord in reconventie tevens akte tot in geding brengen producties en eiswijziging) heeft makelaar [makelaar 2], werkzaam bij Makelaardij [makelaar 1] & Partner, onder meer het volgende bericht aan de heer [geïntimeerde 1]:
“
(..) Geachte heer [geïntimeerde 1],
Hierbij het tegenvoorstel van de familie [appellant]:
*de erfdienstbaarheid met recht van overpad zal over en weer worden gevestigd
van woning tot woning (..)
de erfdienstbaarheid zal automatisch eindigen bij verkoop of dubbele bewoning. (splitsen)
*het perceel grond aan de achterzijde wenst de familie [appellant] niet te verkopen,
tevens geen eerste recht van koop.
(..)”.
e. Bij e-mailbericht d.d. 23 juli 2001 (ook overgelegd als productie 20 bij de net genoemde conclusie van antwoord in reconventie) heeft de heer [geïntimeerde 1], een van de geïntimeerden, hierop als volgt gereageerd:
“
(..) Geachte fam. [appellant],
Hierbij het tegenvoorstel van fam. [geïntimeerde 1];
Erfdienstbaarheid met het recht van overpad zal over en weer worden gevestigd van woning tot woning. De erfdienstbaarheid zal eindigen zodra deze niet meer voor het functioneel gebruik van de panden nodig is, zoals door sloop, of door b.v. het veranderen van functie van de ruimten als woonruimte.
De erfdienstbaarheid over het gedeelte achter het hoofdgebouw kan beëindigd worden als gevolg van een dusdanige verbouwing van de bijgebouwen waardoor het gebouw voor voertuigen in- en uitrijbaar is geworden zonder dat over de grond van de fam. [appellant] gereden behoefd te worden. De erfdienstbaarheid zal bij verkoop overdraagbaar zijn, maar uitsluitend zolang het voor een functioneel gebruik noodzakelijk is.
Voor het perceel grond aan de achterzijde wenst de fam. [geïntimeerde 1] een eerste recht van koop. (..)”
f. Makelaar [makelaar 2] heeft hierop als volgt bericht (ook overgelegd als productie 20 bij de net genoemde conclusie van antwoord in reconventie) aan de heer [geïntimeerde 1]:
“
(..) Geachte heer [geïntimeerde 1],
Uw tegenvoorstel van maandag 23 juli 2001 heb ik heden-middag met de verkopers besproken. Onderstaand treft u huneindvoorstel aan wat geldig is tot vrijdag 27 juli 2001 18.00 uur.
Erfdienstbaarheid
De heer en mevrouw [appellant] handhaven hun voorstel dat de erfdienstbaarheid met recht van over en weer van woning tot woning wordt gevestigd en dat deze erfdienstbaarheid automatisch zal eindigen bij verkoop of bij dubbele bewoning (splitsing).
Recht van koop
In tegenstelling tot het eerste voorstel gaan zijwelakkoord met het recht van eerste koop van het perceel grond aan de achterzijde. (..)”
g. Op vrijdag 27 juli 2001 heeft de heer [geïntimeerde 1] hierop bij e-mailbericht (ook overgelegd als productie 20 bij de net genoemde conclusie van antwoord in reconventie) als volgt gereageerd:
“
(..) Geachte heer [makelaar 1],
Wij hebben het aanbod van de familie [appellant] overwogen en hebben besloten bij ons vorige bod te blijven. (koopsom fl 875.000,--) Wel aanvaarden wij de voor ons bij verkoop beperkende voorwaarde aangaande het recht van overpad zoals geformuleerd door de heer [makelaar 1]. Te weten: de erfdienstbaarheid vervalt, indien wij als eerste het huis ([straatnaam][huisnummer A]) verkopen.
De erfdienstbaarheid blijft gehandhaafd als de heer en mevr. [appellant] eerder dan ons hun huis verkopen.
Graag vernemen wij of u nog ruimte ziet om verder te onderhandelen. (..)”
h. Op 30 juli 2001 heeft [geïntimeerden] met [appellant] een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de woonboerderij, plaatselijk bekend [straatnaam][huisnummer A] te [woonplaats], kadastraal bekend gemeente [woonplaats], [sectieletter 1], [sectienummer A] (ten tijde van de koopovereenkomst [sectienummer B]) voor een bedrag van fl. 875.000,-- k.k.
i. Makelaar [makelaar 2] heeft [geïntimeerden] een concept-koopakte met begeleidende brief van 2 augustus 2001 gezonden (productie 21 bij de net genoemde conclusie van antwoord in reconventie). In deze concept-koopakte staat onder meer het volgende vermeld:
“
(..) artikel 1 Kosten, rechten en overdrachtsbelasting (..)
VESTIGING ERFDIENSTBAARHEID(..)
De weg, die niet zonder schriftelijke toestemming van de eigenaren van voormelde percelen zal mogen worden verlegd, zal door de eigenaren en bevoegde gebruikers van voormelde percelen mogen worden gebruikt niet alleen als voetpad voor mens en dier, doch tevens als rijweg voor wagens, auto’s , landbouwmachines, graafwerktuigen, motoren, rijwielen en alle andere vervoermiddelen in de ruimste zin des woords. De eigenaren en bevoegde gebruikers van voormelde percelen zullen zelf ook van de weg op deze wijze gebruik kunnen blijven maken.
De weg zal door de eigenaren van de beide erven alleen mogen worden gebruikt op de hierboven sub 1 aangegeven wijze; daarop zullen geen wagens of andere voertuigen of welke andere zaken ook mogen worden geplaatst anders dan voor het directe gebruik van de weg als zodanig, zodat dit gebruik door de eigenaren en bevoegde gebruikers van beide erven ongehinderd zal kunnen plaats hebben. (noot hof: waarachter in handschrift is toegevoegd: “(ik wil mogen parkeren!)”)
(..)
4.
Voorschreven erfdienstbaarheid zal automatisch eindigen en komen te vervallen indien [straatnaam][huisnummer A] (noot hof: waarna met de hand is toegevoegd: “eerder”)
wordt verkocht of zal worden gesplitst voor dubbele bewoning. (noot hof: waarachter in handschrift is toegevoegd: “dan het pand [straatnaam][huisnummer B]!”)
(..)
Artikel 14 Registratie koopakte
EERSTE RECHT VAN KOOP
Verkoper verklaart dat ten aanzien van de onroerende zaak bestaande uit een perceel grond gelegen aan de achterzijde van [straatnaam][huisnummer A] te [woonplaats] en zoals aan deze koopakte gehechte situatietekening in groen schetsmatig aangegeven, aan koper een eerste recht van koop. (..)
j. Op 28 augustus 2001 heeft de heer [geïntimeerde 1] zijn opmerkingen aan de hand van zijn handgeschreven aantekeningen op de concept-koopakte van 2 augustus 2001, zoals hiervoor onder i weergegeven, telefonisch aan de makelaar kenbaar gemaakt. Diezelfde dag heeft de makelaar een gewijzigde concept-koopakte gestuurd, waarbij hij de wijzigingen met een gele markeerstift heeft aangegeven. In de begeleidende brief van 28 augustus 2001 (samen met de gewijzigde concept-koopakte overgelegd als productie 22 bij voornoemde conclusie van antwoord in reconventie) schrijft de makelaar onder meer het volgende:
“
(..) Geachte heer [geïntimeerde 1],
Conform ons telefonisch onderhoud van heden middag treft u bijgaand de aangepaste koopakte van bovengenoemd object aan. (..)”
k. In de concept-koopakte bij de begeleidende brief van 28 augustus 2001 zijn de onder rechtsoverweging i. weergegeven bepalingen onder 2 en 4 met betrekking tot het recht van erfdienstbaarheid als volgt gewijzigd/uitgebreid (de gewijzigde zinnen/toevoegingen zijn in de originele tekst geel gearceerd en zijn hieronder vet weergegeven)
“2. De weg zal door de eigenaren van de beide erven alleen mogen worden gebruikt op de hierboven sub 1 aangegeven wijze; daarop zullen geen wagens of andere voertuigen of welke andere zaken ook mogen worden geplaatst anders dan voor het directe gebruik van de weg als zodanig, zodat dit gebruik door de eigenaren en bevoegde gebruikers van beide erven ongehinderd zal kunnen plaats hebben.Parkeren op eigen terrein van [straatnaam][huisnummer A] is door de eigenaren en bevoegde gebruikers toegestaan.(..)
4. Voorgeschreven erfdienstbaarheid zal automatisch eindigen en komen te vervallen indien [straatnaam][huisnummer A] wordt verkocht of zal worden gesplitst voor dubbele bewoning.Voorschreven erfdienstbaarheid blijft ongewijzigd gehandhaafd indien de heer en mevrouw [appellant] [straatnaam][huisnummer B] eerder zullen verkopen dan de heer en mevrouw [geïntimeerden] [straatnaam][huisnummer A].”
Artikel 14 “Eerste recht van koop” is ongewijzigd opgenomen in deze koopakte.
l. [geïntimeerden] heeft hierop de definitieve versie van de koopovereenkomst met een begeleidende brief d.d. 6 september 2001 ontvangen van de makelaar (de brief is overgelegd als productie 23 bij voornoemde conclusie van antwoord in reconventie). Hierin staat, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“
(..) Geachte heer en mevrouw [geïntimeerden],
Bijgaand treft u de aangepaste koopakte aan van uw toekomstige woning zoals die woensdag-middag om 16.00 uur bij de fam. [appellant] zal worden ondertekend. (..)“
m. In de door beide partijen op 12 september 2001 ondertekende koopakte (bij dagvaarding in eerste aanleg overgelegd als productie 3) luidt de hiervoor weergegeven bepaling 4 met betrekking tot het recht van erfdienstbaarheid als volgt:
“
4. Voorgeschreven erfdienstbaarheid zal automatisch eindigen en komen te vervallen indien [straatnaam][huisnummer A] wordt verkocht of zal worden gesplitst voor dubbele bewoning. Voorschreven erfdienstbaarheid blijft ongewijzigd gehandhaafd mits de heer en mevrouw [appellant] [straatnaam][huisnummer B] te [woonplaats]. eerder zullen verkopen dan de heer en mevrouw [geïntimeerden] [straatnaam][huisnummer A] te [woonplaats].”
De hiervoor onder letter k onder 2. weergegeven bepaling en artikel 14 “Eerste recht van koop” zijn ongewijzigd opgenomen in de koopakte van 12 september 2001.
n. Op verzoek van [geïntimeerden] zou de eigendomsoverdracht plaatsvinden via notaris [notaris 1], die inmiddels zijn praktijk heeft overgedragen.
o. Op 25 en 26 oktober 2001 heeft de notaris de concept-leveringsakte aan [appellant] respectievelijk aan [geïntimeerden] toegezonden. De aanbiedingsbrief aan [geïntimeerden] is overgelegd als productie 24 bij voornoemde conclusie van antwoord in reconventie. In de brief van 25 oktober 2001 (aan de heer en mevrouw [appellant]; hierna: aanbiedingsbrief, overgelegd als productie 5 bij conclusie van antwoord in conventie tevens van eis in reconventie) staat onder meer het volgende vermeld:
“
(..) Geachte Heer en Mevrouw [appellant],
Inzake de op 1 november a.s. om 15.00 uur te passeren transportakte zend ik U hierbij het ontwerp van die akte zodat U zich van de inhoud op de hoogte kunt stellen. (..).
Bij deze nodig ik U uit om op gemelde datum en tijdstip op onderstaand kantooradres aanwezig te zijn. (..)”
p. Partijen hebben niet gereageerd op deze concept-leveringsakte.
q. Bij notariële akte van 1 november 2001 (overgelegd als productie 5 bij de dagvaarding in eerste aanleg) is de eigendom van de woonboerderij overgedragen aan [geïntimeerden] [appellant] en [geïntimeerden] zijn in persoon bij de notaris verschenen.
r. In de notariële akte staat onder meer het volgende vermeld:
“
(..)Artikel 6(..)
VESTIGING ERFDIENSTBAARHEDEN(..)
1. De weg (..) zal door de eigenaren en bevoegde gebruikers van voormelde percelen mogen worden gebruikt niet alleen als voetpad voor mens en dier, doch tevens als rijweg voor wagens, auto’s (..) en alle andere vervoermiddelen in de ruimste zin des woords.
De eigenaren en bevoegde gebruikers van voormelde percelen zullen zelf ook van de weg op deze wijze gebruik kunnen blijven maken.
2. De weg zal door de eigenaren van de beide erven alleen mogen worden gebruikt op de hierboven sub 1 aangegeven wijze; daarop zullen geen wagens of andere voertuigen of welke andere zaken ook mogen worden geplaatst anders dan voor het directe gebruik van de weg als zodanig, zodat dit gebruik door de eigenaren en bevoegde gebruikers van beide erven ongehinderd zal kunnen plaats hebben.
Parkeren op eigen terrein van [straatnaam][huisnummer A] is door de eigenaren en bevoegde gebruikers toegestaan. (..)
4. Voorschreven erfdienstbaarheid zal automatisch eindigen en komen te vervallen indien [straatnaam][huisnummer A] wordt verkocht of zal worden gesplitst voor dubbele bewoning.
Voorschreven erfdienstbaarheid blijft ongewijzigd gehandhaafd tenzij de verkoper bij deze akte alsmede zijn echtgenote, de Heer en Mevrouw [appellant] het perceel [straatnaam][huisnummer B] te [woonplaats] eerder zullen verkopen dan de kopers bij deze akte, de Heer en Mevrouw [geïntimeerden]. (..)
VOORKEURSRECHT(..)
Het is de comparant sub 1 en/of zijn rechtsopvolger(s) onder algemene titel, verboden het aan hem in eigendom zijnde perceel, gelegen achter het bij deze akte verkochte (..) hetzij geheel hetzij gedeeltelijk te vervreemden zonder het betreffende registergoed eerst schriftelijk aan de comparanten sub 2.a en b, hierna zowel gezamenlijk als ieder hunner afzonderlijk te noemen: ”voorkeursgerechtigde(n)” te koop te hebben aangeboden voor een zodanige som en op die verdere condities als hierna bepaald.
a.(..)
g. Indien de comparant sub 1 en/of zijn rechtsopvolgers onder algemene titel handelen/handelt in strijd met de in dit artikel opgenomen verbodsbepaling of weigeren/weigert om aan de notariële levering mee te werken nadat de verklaring is uitgebracht dat van het kooprecht definitief gebruik wordt gemaakt, verbeurt hij/zij door het enkele feit der overtreding of niet medewerking ten behoeve van een/de voorkeursgerechtigde(n) een onmiddellijk opeisbare boete van vijftigduizend gulden
( f. 50.000,00) onverminderd zijn/haar verplichting tot vergoeding van de verdere schade volgens de wet. (..)”
s. [appellant] is na de overdracht gaan wonen op het adres [straatnaam][huisnummer B] dat grenst aan [straatnaam][huisnummer A]. Het recht van erfdienstbaarheid rust op de grond gelegen tussen de woonboerderij en de woning van [appellant] en is ongeveer 7 meter breed en 20-25 meter lang (hierna: gezamenlijke oprit).
t. Bij notariële akte van 29 december 2009 heeft [appellant] de tuingrond (kadastraal bekend gemeente [woonplaats], [sectieletter 1], [sectienummer C]) op grond van een mondelinge overeenkomst van schenking geleverd aan de kinderen [appellant].
u. Op 9 en 11 april 2011 heeft [geïntimeerden] geluidsopnames gemaakt van gesprekken die hij heeft gevoerd met de kinderen [appellant] (en met hun partners) in hun woningen. De kinderen [appellant] hebben hier geen toestemming voor gegeven. Verder heeft [geïntimeerden] foto’s/beeldopnames gemaakt van [appellant] en de kinderen [appellant]. [geïntimeerden] heeft de geluidsopnames laten beluisteren door een notaris en ze in een beëdigde verklaring woordelijk laten vastleggen.
v. Op 14 april 2011 heeft [geïntimeerden] conservatoir verhaalsbeslag gelegd op een berging-stalling gelegen op de tuingrond en op de woning aan [straatnaam][huisnummer B].
w. Bij vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 10 augustus 2011 is op vordering van [appellant] voor recht verklaard dat de overeenkomst van schenking van 29 december 2009 tot stand is gekomen door dwaling als bedoeld in artikel 6:228, lid 1, sub c BW aan de zijde van [appellant] en de kinderen [appellant]. De rechtbank heeft deze overeenkomst vernietigd en voor recht verklaard dat [appellant] op en na 29 december 2009 eigenaar is gebleven van de tuingrond.
4.2.1[geïntimeerden] heeft in eerste aanleg in conventie en na wijziging eis gevorderd, samengevat en voor zover in dit hoger beroep relevant, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
A. te verklaren voor recht dat [appellant] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op hem rustende verplichting, omdat hij in strijd met het voorkeursrecht de tuingrond om niet bij akte van 29 december 2009 heeft overgedragen aan de kinderen [appellant],
B. [appellant] te veroordelen om aan [geïntimeerden] te betalen een bedrag van
€ 22.689,--,
C. te verklaren voor recht dat het in de leveringsakte van 1 november 2001 opgenomen recht van erfdienstbaarheid niet correct de tussen [appellant] en [geïntimeerden] gemaakte afspraken weergeeft aangezien, anders dan thans in de leveringsakte is opgenomen door middel van de zin “
Voorschreven erfdienstbaarheid blijft ongewijzigd gehandhaafd tenzij de verkoper bij deze akte alsmede zijn echtgenote, de Heer en Mevrouw [appellant] het perceel [straatnaam][huisnummer B] te [woonplaats] eerder zullen verkopen dan de kopers bij deze akte, de Heer en Mevrouw [geïntimeerden]”, partijen conform de concept-koopakte van 28 augustus 2001 zijn overeengekomen:
“Voorschreven erfdienstbaarheid blijft ongewijzigd gehandhaafd indien de heer en mevrouw [appellant] het perceel [straatnaam][huisnummer B] te [woonplaats] eerder zullen verkopen dan de kopers bij deze akte de heer en mevrouw [geïntimeerden]”.
D. [appellant] te veroordelen tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente.
Voorwaardelijk, indien en voor zover de rechtbank ten aanzien van [appellant] de vordering onder C. toewijst:
E. [appellant] te veroordelen om binnen een termijn van vijf werkdagen na betekening van dit vonnis medewerking te verlenen aan het verlijden van een aangepaste leveringsakte, waarbij de leveringsakte van 1 november 2001 overeenkomstig het onder C. bepaalde wordt aangepast en waarbij partijen de notaris opdracht geven datgene te doen teneinde te bewerkstelligen dat de erfdienstbaarheid ook bij derden bekend is en wordt, zulks op verbeurte van een dwangsom.
Voorwaardelijk, indien en voor zover de rechtbank ten aanzien van de kinderen [appellant] toewijst een gevorderde verklaring voor recht dat die kinderen een onrechtmatige daad hebben gepleegd:
F. [appellant] te veroordelen om binnen een termijn van vijf werkdagen na betekening van dit vonnis medewerking te verlenen aan het verlijden van een leveringsakte, waarbij de tuingrond wordt overgedragen aan [geïntimeerden] door kinderen [appellant], zulks op verbeurte van een dwangsom.
4.2.2De rechtbank heeft bij vonnis waarvan beroep in conventie:
a. voor recht verklaard dat het in de leveringsakte van 1 november 2001 opgenomen recht van erfdienstbaarheid niet correct de tussen [appellant] en [geïntimeerden] gemaakte afspraken weergeeft aangezien -anders dan thans in de leveringsakte is opgenomen door middel van de zin: “
Voorschreven erfdienstbaarheid blijft ongewijzigd gehandhaafd tenzij de verkoper bij deze akte alsmede zijn echtgenote, de Heer en Mevrouw [appellant] het perceel [straatnaam][huisnummer B] te [woonplaats] eerder zullen verkopen dan de kopers bij deze akte, de Heer en Mevrouw [geïntimeerden]”-, partijen ten aanzien van het recht van erfdienstbaarheid conform de concept-koopakte van 28 augustus 2001 zijn overeengekomen:
“Voorschreven erfdienstbaarheid blijft ongewijzigd gehandhaafd indien de heer en mevrouw [appellant] het perceel [straatnaam][huisnummer B] te [woonplaats] eerder zullen verkopen dan de kopers bij deze akte de heer en mevrouw [geïntimeerden] [straatnaam][huisnummer A] te [woonplaats]”;
b. [appellant] veroordeeld om binnen tien werkdagen na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan het verlijden van een aangepaste leveringsakte door één van de notarissen verbonden aan [notaris 2 & notaris 3] Notarissen te [plaats 3]/[plaats 1] bij gelegenheid waarvan de leveringsakte van 1 november 2001 overeenkomstig het hiervoor onder 4.2.2 sub a bepaalde wordt aangepast en bij gelegenheid waarvan partijen voornoemde notaris opdracht geven datgene te doen teneinde te bewerkstelligen dat het recht van erfdienstbaarheid ook bij derden bekend is en wordt;
c. [appellant] veroordeeld om aan [geïntimeerden] een dwangsom te betalen van € 500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de hiervoor onder 4.2.2. sub b vermelde veroordeling voldoet, tot een maximum van € 50.000,-.
De rechtbank heeft het onder A., B. en F. gevorderde afgewezen omdat, samengevat, de schenkingsovereenkomst tussen [appellant] en zijn kinderen is vernietigd, zodat [appellant] altijd eigenaar is gebleven van de tuingrond.
4.3.1[appellant] heeft in eerste aanleg in reconventie na wijziging eis gevorderd, voor zover nu nog van belang:
I. een verklaring voor recht dat tussen hem en [geïntimeerden] in afwijking van het voorkeursrecht in artikel 6 van de leveringsakte van 1 november 2001 een recht van eerste koop is overeengekomen als bepaald in artikel 14 van de koopakte van 12 september 2001;
II. [geïntimeerden] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis zijn medewerking te verlenen aan het aanpassen dan wel aanvullen van de leveringsakte van 1 november 2001, overeenkomstig het sub I bepaalde, op verbeurte van een dwangsom;
III. te verklaren voor recht dat het in de koopakte van 12 september 2001 alsmede het in de leveringsakte van 1 november 2001 neergelegde recht van erfdienstbaarheid (recht van weg) de tussen [appellant] en [geïntimeerden] gemaakte afspraken niet correct weergeeft aangezien -anders dan thans is vastgelegd- ten aanzien van de erfdienstbaarheid tussen partijen is overeengekomen dat het plaatsen van wagens of andere voertuigen of welke andere zaken ook op eigen terrein door de eigenaren en gebruikers van [straatnaam][huisnummer A] en [straatnaam][huisnummer B] niet is toegestaan, anders dan voor het directe gebruik van de weg als zodanig;
IV. [geïntimeerden] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis zijn medewerking te verlenen aan het aanpassen dan wel aanvullen van de leveringsakte van 1 november 2001, overeenkomstig het sub III bepaalde, op verbeurte van een dwangsom;
V. subsidiair, indien en voor zover de vorderingen sub III en IV worden afgewezen, te bepalen dat het [geïntimeerden] verboden is om wagens of andere voertuigen of welke andere zaken ook te parkeren op grond waarop blijkens de leveringsakte van 1 november 2001 het recht van erfdienstbaarheid (recht van weg) is gevestigd, zulks op straffe van een boete, een en ander met hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerden] in de proceskosten.
4.3.2De rechtbank heeft het door [appellant] gevorderde afgewezen. Het onder I en II gevorderde is afgewezen omdat, samengevat, het “blind tekenen” van de leveringsakte door [appellant] voor zijn risico komt.
Het onder III, IV en V gevorderde is afgewezen omdat [appellant], samengevat, daartoe onvoldoende heeft gesteld.
De rechtbank heeft de proceskosten in conventie en reconventie gecompenseerd.
4.3.3De over en weer ingestelde grieven leggen het geschil in volle omvang aan het hof voor, en zullen daarom niet afzonderlijk worden beoordeeld.