ECLI:NL:GHSHE:2014:2816

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 augustus 2014
Publicatiedatum
19 augustus 2014
Zaaknummer
HD 200.137.528_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake eiswijziging en verstek in civiele procedure tussen samenwoners

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een vrouw tegen een man, waarbij de man verstek heeft laten gaan. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.A. Groeneveld, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, gewezen op 5 juni 2013. De zaak betreft een civiele procedure tussen samenwoners, waarbij de vrouw aanvankelijk een eis had ingediend. Tijdens de procedure in hoger beroep heeft de vrouw haar eis gewijzigd en vordert zij nu dat de man een bedrag van € 8.933,- aan haar betaalt, ter zake van een schuld van de man aan de vrouw.

Het hof heeft vastgesteld dat de man niet in het geding is verschenen, wat betekent dat de wijziging van eis tegen hem in principe uitgesloten is, tenzij de vrouw deze wijziging tijdig bij exploot aan de man heeft kenbaar gemaakt. Het hof heeft opgemerkt dat er geen bewijs is dat de eiswijziging aan de man is betekend. Daarom heeft het hof besloten om de vrouw in de gelegenheid te stellen om haar eiswijziging alsnog aan de man te betekenen, zodat hij zich daarover kan uitlaten.

De uitspraak van het hof houdt in dat de zaak is verwezen naar de rol van 16 september 2014 voor akte aan de zijde van de vrouw, met het doel om de eiswijziging aan de man te betekenen. Iedere verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat het hof nog niet definitief heeft geoordeeld over de gewijzigde eis van de vrouw. Dit arrest is gewezen op 19 augustus 2014 en openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.137.528/01
arrest van 19 augustus 2014 (bij vervroeging)
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats 1],
appellante,
advocaat: mr. H.A. Groeneveld te Goirle,
tegen
[de man],
wonende te [woonplaats 2],
geïntimeerde,
tegen geïntimeerde is verstek verleend,
op het bij exploot van dagvaarding van 30 augustus 2013 ingeleide hoger beroep van het vonnis door de rechtbank Zeeland-West-Brabant gewezen vonnis van 5 juni 2013 tussen appellante – de vrouw – als eiseres en geïntimeerde – de man – als gedaagde.

1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/02/248252/ HA ZA 12-270)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het tegen de man verleende verstek;
- de memorie van grieven met producties.
De man heeft verstek laten gaan. De vrouw heeft arrest gevraagd. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De gronden van het hoger beroep

Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

4.De beoordeling

4.1.
De vrouw heeft in haar memorie van grieven haar eis gewijzigd aldus dat zij naast haar oorspronkelijke eis, voorts vordert dat de man aan de vrouw een bedrag dient te betalen van € 8.933,- ter zake de schuld van de man aan de vrouw.
4.2.
Ingevolge artikel 353 lid 1 in verbinding met artikel 130 lid 3 Rv is, indien een partij niet in het geding is verschenen, een verandering of vermeerdering van eis tegen die partij uitgesloten, tenzij de eiser de verandering of vermeerdering tijdig bij exploot aan haar kenbaar heeft gemaakt. Aan de bepaling ligt de gedachte ten grondslag dat moet worden vermeden dat de gedaagde tot iets veroordeeld kan worden waarvan hij niet weet en niet kan weten dat en waarom het gevorderd is (HR 10 juli 2009, ECLI:NL:PHR:2009:BI3435).
Gesteld noch gebleken is dat de eiswijziging aan de man is betekend. Het hof zal de vrouw in de gelegenheid stellen alsnog haar eiswijziging (de memorie van grieven) aan de man te doen betekenen, althans zich daarover uit te laten.
4.3
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 16 september 2014 voor akte aan de zijde van de vrouw met het hiervoor in rov. 4.2 aangegeven doel;
houdt iedere verder beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. N.J.M. van Etten, G.J. Vossestein en J.U.M. van der Werff en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 augustus 2014.