ECLI:NL:GHSHE:2014:2890
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M.C. Bijleveld-van der Slikke
- W.Th.M. Raab
- G.J. Vossestein
- Rechtspraak.nl
Zorgregeling en schorsing van uitvoerbaarverklaring in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende een zorgregeling tussen de ouders van twee minderjarige kinderen. De moeder, appellante, heeft grieven ingediend tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg, waarin een voorlopige, begeleide omgangsregeling tussen de vader en de kinderen was vastgesteld. De moeder verzocht om schorsing van de uitvoerbaarverklaring van deze beschikking, omdat zij vreesde dat de uitvoering schadelijk zou zijn voor de kinderen. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder ontvankelijk is in haar appel tegen de beschikking van 29 oktober 2013, maar heeft haar verzoek tot schorsing afgewezen. Het hof oordeelde dat de moeder niet had aangetoond dat de beschikking op een juridische of feitelijke misslag berustte, noch dat er nieuwe omstandigheden waren die een schorsing rechtvaardigden. De moeder had weliswaar gesteld dat de kinderen geestelijk in de knel waren gekomen door de uitvoering van de beschikking, maar dit was niet voldoende onderbouwd met deskundige rapportages. Het hof heeft ook geoordeeld dat de moeder niet-ontvankelijk was in haar subsidiaire verzoek tot schorsing van de beschikking van 12 maart 2013, omdat zij eerder in dat hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De proceskosten werden gecompenseerd, aangezien partijen gewezen echtgenoten zijn.