Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1],wonende te [woonplaats 2],eiser in het incident,hierna te noemen: [geïntimeerde 1],advocaat: mr. H. Nieuwenhuizen;
[geïntimeerde 2],wonende te [woonplaats 3] (Oostenrijk),
hierna te noemen: [geïntimeerde 2],
niet verschenen,
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr./rolnr. C/02/258146/HA ZA 13-20)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
“Als partijen er niet in slagen om binnen de totale termijn van vier weken tot een oplossing te komen, zullen zij daartoe nog een poging doen in een gezamenlijke bespreking maximaal twee weken nadien, bij gebreke waarvan zij zich uiterlijk binnen zes weken nadien ex artikel 96 Rv gezamenlijk tot de kantonrechter te Bergen op Zoom wenden om het geschil of het restgeschil aan hem voor te leggen.”
4.De beslissing
M.G.W.M. Stienissen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op
11 februari 2014.