ECLI:NL:GHSHE:2014:36
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Chr.M. Aarts
- W.H.B. den Hartog Jager
- M.G.W.M. Stienissen
- Rechtspraak.nl
Uitleg van een overeenkomst tot dienstverlening in het kader van vastgoedtransacties
In deze zaak gaat het om de uitleg van een overeenkomst tot dienstverlening tussen Woningmakelaardij B.V. en Beheersmaatschappij B.V. De overeenkomst, die in februari 2005 werd ondertekend, betrof de bemiddeling bij de verkoop van een complex aan het Bouwfonds, waarbij de Wet Voorkeursrecht Gemeenten van toepassing was. De gemeente Weert had het plan om het gebied te renoveren en had het voorkeursrecht op het complex. Na mislukte onderhandelingen met het Bouwfonds en andere partijen, werd het complex uiteindelijk in 2010 verkocht aan de gemeente Weert.
Woningmakelaardij B.V. vorderde betaling van courtage, maar Beheersmaatschappij B.V. verweerde zich door te stellen dat de overeenkomst was geëindigd toen de onderhandelingen met het Bouwfonds niet tot een verkoop leidden. De rechtbank had de vordering van Woningmakelaardij B.V. afgewezen, oordelend dat de overeenkomst enkel betrekking had op de onderhandelingen met het Bouwfonds en dat deze was geëindigd toen die onderhandelingen mislukten.
In hoger beroep heeft het hof de grieven van Woningmakelaardij B.V. verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Het hof oordeelde dat de overeenkomst beperkt was tot de onderhandelingen met het Bouwfonds en dat er geen verdere verplichtingen bestonden na het mislukken van die onderhandelingen. Het hof benadrukte dat de bedoeling van partijen bij het aangaan van de overeenkomst cruciaal was voor de uitleg ervan, en dat de omstandigheden van het geval, waaronder het voorkeursrecht, bepalend waren voor de reikwijdte van de overeenkomst. Woningmakelaardij B.V. werd als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.