In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een geschil tussen meerdere appellanten en een geïntimeerde over eigendomsrechten en de toegang tot een bospad. De appellanten, bestaande uit twee paren, hebben in principaal appel beroep ingesteld tegen eerdere vonnissen van de rechtbank Maastricht. De geïntimeerde heeft zich in incidenteel appel gewend tot het hof. De procedure is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin al enkele belangrijke punten waren vastgesteld. Het hof heeft in zijn tussenarrest van 4 februari 2014 geoordeeld dat er geen sprake is van een buurweg tussen de appellanten en de geïntimeerde, en dat de geïntimeerde geen misbruik heeft gemaakt van haar eigenaarsbevoegdheden door hekken te plaatsen langs het bospad. De grieven van de appellanten zijn afgewezen, en de eerdere vonnissen zijn bekrachtigd. In het incidenteel appel heeft het hof geoordeeld dat de vordering van de geïntimeerde om de appellanten te verbieden de toegang tot het bospad te belemmeren, ook is afgewezen. Het hof heeft verder geoordeeld dat de appellanten onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun claims over de camera's die door de geïntimeerde zouden zijn geplaatst. De kosten van het hoger beroep zijn toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen, waarbij de appellanten in principaal appel zijn veroordeeld in de kosten van de procedure. Het hof heeft de uitspraak op 16 september 2014 gedaan, waarbij het arrest openbaar is uitgesproken door de rolraadsheer.