ECLI:NL:GHSHE:2014:3680

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 september 2014
Publicatiedatum
16 september 2014
Zaaknummer
HD 200.087.696_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar Angolese wetgeving inzake inbeslagname en veiling van lading

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een hoger beroep van International Car Im-Export B.V. tegen Burger Port Agencies B.V. De zaak betreft een deskundigenonderzoek naar de Angolese wetgeving met betrekking tot de inbeslagname en veiling van lading die langer dan 60 dagen in de haven is opgeslagen. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen en heeft nu besloten om een deskundige aan te stellen om vragen te beantwoorden over de toepasselijke wetgeving en de rechtspositie van de betrokken partijen. De deskundige, Mr. Dr. R.J. Blauwhoff van het Internationaal Juridisch Instituut, zal zich buigen over vragen zoals de bevoegdheid van de Angolese douane en de rol van de ontvangstagent in de haven. Het hof heeft de kosten van het deskundigenonderzoek vastgesteld op € 7.500,-, te betalen door Burger Port. De zaak is aangehouden in afwachting van het deskundigenbericht, dat binnen drie maanden moet worden ingediend. Het hof heeft ook een raadsheer-commissaris benoemd voor procedurele vragen van de deskundige. De uitspraak is gedaan op 16 september 2014.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.087.696/01
arrest van 16 september 2014
in de zaak van
International Car Im-Export B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
appellante,
advocaat: mr. J.J.H.S. Thomassen te Maastricht,
tegen
Burger Port Agencies B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven te 's-Hertogenbosch,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 5 juli 2011, 26 februari 2013, 16 juli 2013 en 8 april 2014 in het hoger beroep van het door de rechtbank Maastricht onder zaaknummer 146036/HA ZA 09-1459 gewezen vonnis van 2 februari 2011.

16.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 8 april 2014;
- de akte van Burger Port met producties;
- de antwoordakte van International Car.
Daarna is arrest bepaald.

17.De verdere beoordeling

17.1.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof geoordeeld dat het hof voornemens is aan het Internationaal Juridisch Instituut, als te benoemen deskundige, naar aanleiding van de bij akte door Burger Port in het geding gebrachte stukken, enkele vragen voor te leggen. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld hierop, en op de voorgestelde vragen, te reageren. Daarnaast heeft het hof Burger Port de gelegenheid gegeven een volledige vertaling van de in dat arrest genoemde stukken in het geding te brengen.
17.2.1.
Beide partijen kunnen zich verenigen met de voorgestelde deskundige en de aan deze te stellen vragen, zoals deze door het hof in r.o. 14.3.1 van het tussenarrest zijn geformuleerd. Burger Port heeft daarnaast nog enkele suggesties gedaan voor aanvullende vragen.
17.2.2.
Met inachtneming van de gedane suggesties zal het hof de navolgende vragen aan de deskundige voorleggen:
(Het hof neemt daarbij de suggestie met betrekking tot een vraag over de dagelijkse praktijk in Luanda niet over, nu dit naar het oordeel van het hof niet behoort tot de kwesties rond uitleg van de wet en de jurisprudentie in Angola.)
1. Was de Angolese douane in maart/april 2009 volgens de toen geldende Angolese wetgeving bevoegd om een in de haven van Luanda staande lading, afkomstig uit een zeeschip, in beslag te nemen en in het openbaar te verkopen, wanneer deze lading langer dan 60 dagen in de haven was opgeslagen?
Zo ja:
2a. Uit welke destijds geldende Angolese wetgeving (en eventueel jurisprudentie) blijkt dit?
2b. Aan welke vereisten moet in zo’n geval voldaan worden voordat een veiling kan plaatsvinden?
2c. Welke documenten worden er aan de eigenaar van de lading verstrekt?
2d. Uit welke destijds geldende Angolese wettelijke bepalingen blijkt wat er in zo’n geval met de opbrengst van de veiling gebeurt?
2e. Had de rechthebbende toentertijd rechtsmiddelen tegen dit soort beslissingen van de Angolese douane, zo ja welke?
Zo nee:
3a. Wat was dan de rechtspositie van de eigenaar van lading, die langer dan 60 dagen in de haven is opgeslagen?
4. Wat is de rol van de ontvangstagent in de haven in Angola, gelet op bovenstaande vragen?
5. Heeft u verder opmerkingen die voor de beoordeling door het hof relevant zijn?
17.3.1.
Zoals overwogen in rechtsoverweging 14.3.2. van het tussenarrest zal het hof het voorschot op de kosten van het deskundigenbericht ten laste van Burger Port brengen.
17.3.2.
De deskundige heeft aangegeven dat een - waarschijnlijk de kosten dekkend - voorschot dient te worden bepaald op € 7.500,- op grond van het volgende. Het eigen vooronderzoek van het Internationaal Juridisch Instituut zal relatief gering zijn (ongeveer drie uur tegen een uurtarief van € 87,50 excl. btw). Vervolgens zal het Internationaal Juridisch Instituut een geschikte externe deskundige aanzoeken. In vergelijkbare handelszaken met een relatief moeilijk toegankelijk rechtstelsel bedroegen de kosten van een externe deskundige ongeveer € 4.000,- tot € 6.000,-.
17.4.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

18.De uitspraak

Het hof:
18.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 17.2.2 van dit arrest geformuleerde vraag/vragen;
18.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vraag/vragen:
Mr. Dr. R.J. Blauwhoff
Internationaal Juridisch Instituut
[adres]
[plaats]
Email: [e-mail]
18.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
18.4.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
18.5.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 7.500,-, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat partij Burger Port laatstgenoemd bedrag binnen twee weken na heden zal overmaken naar IBAN-rekeningnummer NL53 RBOS 0569 990572 ten name van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch onder vermelding van zaaknummer HD 200.087.696;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
18.6.
benoemt mr. H.A.G. Fikkers tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
18.7.
verwijst de zaak naar de rol van 20 januari 2015 in afwachting van het deskundigenbericht;
Verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van Burger Port;
18.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, C.N.M. Antens en J.C.J. van Craaikamp en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 16 september 2014.