In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot 54 maanden gevangenisstraf voor het medeplegen van een gewapende overval in Tilburg en het voorhanden hebben van een wapen en munitie. Het hof bevestigde het vonnis, met uitzondering van enkele onderdelen van de bewijsvoering en de strafmotivering. De verdachte had samen met medeverdachten een kantoorruimte gehuurd om slachtoffers te misleiden met een valse kopertransactie, waarna zij gewapend werden overvallen. Het hof oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de kans op geweld en dat hij in nauwe samenwerking met zijn medeverdachten handelde. De ernst van de feiten, waaronder het gebruik van geweld en de gevolgen voor de slachtoffers, leidde tot de beslissing om de straf te handhaven. Het hof heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen in overweging genomen en de verbeurdverklaring van inbeslaggenomen voorwerpen bevestigd. De uitspraak benadrukt de impact van gewelddadige misdrijven op de rechtsorde en de samenleving.