ECLI:NL:GHSHE:2014:384

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 februari 2014
Publicatiedatum
18 februari 2014
Zaaknummer
20-002996-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vrijspraak van overtreding van artikel 3b Opiumwet door Gerechtshof 's-Hertogenbosch

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte was eerder vrijgesproken van overtreding van artikel 3b van de Opiumwet, dat het verbod op reclame voor de verkoop van verboden verdovende middelen regelt. De officier van justitie heeft tegen deze vrijspraak hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het dossier bestudeerd, inclusief de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging. De advocaat-generaal heeft verzocht om bevestiging van het vonnis van de politierechter, terwijl de raadsman van de verdachte zich, om praktische redenen, heeft beperkt tot een pleidooi voor vrijspraak. Het hof heeft het vonnis van de politierechter in zijn geheel overgenomen en bevestigd, waarbij het hof zich verenigde met de overwegingen van het eerdere vonnis. De beslissing van het hof houdt in dat de vrijspraak van de verdachte wordt gehandhaafd, en dat er geen verdere sancties worden opgelegd. Dit arrest benadrukt de zorgvuldigheid van het proces en de rol van de verdediging in het strafrechtelijke systeem.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-002996-13
Uitspraak : 19 februari 2014
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg van 4 september 2013 in de strafzaak met parketnummer 03-866178-13 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken van overtreding van artikel 3b, eerste lid, van de Opiumwet (verbod om reclame te maken voor de verkoop van verboden verdovende middelen).
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zal bevestigen.
Door en namens de verdachte is bepleit dat het hof het vonnis van de politierechter zal bevestigen.
In de door de raadsman overgelegde pleitnota wordt weliswaar primair bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zal worden verklaard, maar dit gedeelte van de pleitnota is door de raadsman niet voorgedragen en de raadsman heeft meegedeeld dat hij zich, gelet op de vordering van de advocaat-generaal, om praktische redenen beperkt tot een pleidooi tot vrijspraak.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de redengeving waarop dit berust.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Aldus gewezen door
mr. J.C.A.M. Claassens, voorzitter,
mr. C.M. Hilverda en mr. N.J.M. Ruyters, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. drs. T. Kraniotis, griffier,
en op 19 februari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.