Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 356486 / CV EXPL 12-5489)
2.Het geding in hoger beroep
3. De beoordeling
“Bijzondere bepalingen”opgenomen:
“Onderhoud”onder meer het volgende opgenomen:
“verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad”.
“de in eerste aanleg overlegde foto’s”(kennelijk productie 8 bij conclusie van antwoord, tevens van eis in reconventie) en de “preventiescan” van Avero van 3 september 2013 (productie 14 bij memorie van grieven), en dat vanwege (door [appellant] ten onrechte niet herstelde) gebreken de opstalverzekering door de verzekeraar is opgezegd en dat hij bij een andere verzekeraar slechts een voorlopige dekking heeft weten te krijgen. Het (aan [appellant] te wijten) feit dat het gehuurde niet (in volle omvang) verzekerd is, brengt volgens [geïntimeerde] mee dat zijn belang als eigenaar bij ontbinding van de huurovereenkomst moet prevaleren.
“de meest basale hygiënevoorschriften”niet wordt voldaan. Het hof begrijpt dat hij daarmee doelt op de volgens de preventiescan sterk vervuilde (binnenzijde en afvoer van de) afzuigkap(pen), het niet schoon zijn van de keuken en het vettig zijn van vloeren en wanden. [appellant] heeft daartegenover – onbetwist – gesteld dat hij een nieuwe afzuiginstallatie heeft laten installeren, dat de filters grondig zijn schoongemaakt en dat [geïntimeerde] – zonder hem ([appellant]) daartoe in de gelegenheid te stellen – de gasslangen heeft vervangen. Het hof overweegt dat [appellant] de problemen met de afzuigkap in zoverre heeft opgelost dat hij deze heeft vervangen, dat hij niet in de gelegenheid is geweest of gesteld om zelf de slangen te vervangen en dat onvoldoende is gebleken dat de orde en netheid in de keuken onder de maat is.
“inspectierapport bestaande laagspanningsinstallatie NEN1010 NEN-EN50110 met NEN3140”(productie 1 bij memorie van antwoord in principaal appel).
“inspectierapport bestaande laagspanningsinstallatie NEN1010 NEN-EN50110 met NEN3140”(productie 22 bij memorie van antwoord in incidenteel appel) waaruit in ieder geval blijkt dat in het gehuurde aardlekschakelaars ontbreken.
“Binnen twee weken na betekening van het vonnis alle gebreken die aan het pand (...) [adres] te [plaats] aanwezig zijn en die zijn vermeld in deze dagvaarding (hof: de dagvaarding van 26 januari 2012, zie 3.1.9) te herstellen”op straffe van een dwangsom. Het hof zal de ter uitvoering van het verstekvonnis door [geïntimeerde] verrichte handelingen moeten toetsen aan de inhoud van de veroordeling zoals deze (waar nodig) door uitleg moet worden vastgesteld, waarbij het doel en de strekking van de veroordeling tot uitgangspunt moet worden genomen, met dien verstande dat de veroordeling niet verder strekt dan tot het bereiken van het daarmee beoogde doel. Daarbij dient mede tot uitgangspunt dat een gebrek in de zin artikel 7:204 BW een staat of eigenschap van de zaak of een andere niet aan de huurder toe te rekenen omstandigheid is, waardoor de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mocht verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft.
Op dit moment zijn er nog de volgende (ernstige) gebreken”, waarna onder 1 tot en met 11 een opsomming van die gebreken volgt:
de muur. Kennelijk ging het om één muur, welke muur het betreft is niet duidelijk geworden, terwijl het volgens [appellant] thans gaat om scheuren in de binnen
muren(meervoud). Hij maakt niet duidelijk om welke scheuren in welke muren het precies gaat. Uit de door hem overgelegde foto’s kan dit ook niet worden afgeleid. Aldus kan niet worden geoordeeld dat [geïntimeerde] niet heeft voldaan aan het verstekvonnis.
“waterschade aan de woonkamer”. Waterschade aan de woonkamer (door vochtdoorslag) is immers iets anders dan waterschade in het restaurant (door het niet afkitten van de douche-cabine na het plaatsen van een nieuwe douchedeur), welke laatste schade overigens volgens [appellant] eerst is ontstaan nadat [geïntimeerde] (op grond van het verstekvonnis) werkzaamheden aan de douche heeft verricht. Ook daarom kan die gestelde waterschade niet worden begrepen onder de
“waterschade aan de woonkamer”die [geïntimeerde] op grond van het verstekvonnis diende te herstellen.
“het toilet van de wastafel is kapot”) niet worden gezegd. Er kan dus niet worden geoordeeld dat [geïntimeerde] op dat punt niet aan het verstekvonnis heeft voldaan.
“de kozijnen zijn beschadigd en/of hebben onderhoud nodig”
binnenschilderwerk. Een raam op zolder behoefde niet te worden vervangen. Uit productie 7 van [appellant] blijkt slechts dat dat raam wel een verfje kan gebruiken en dat is geen (door [geïntimeerde]) te herstellen gebrek.
buitenschilderwerk betreft, staat als onbetwist vast. In zoverre moet het oordeel luiden dat [geïntimeerde] niet heeft voldaan aan het verstekvonnis. Dat enkele feit rechtvaardigt echter nog niet een korting van € 250,- op de maandelijkse huur. Er bestaat dan ook geen grond voor het alsnog toewijzen van de door [appellant] gevorderde verklaring voor recht dat [geïntimeerde] niet aan zijn verplichtingen uit hoofde van het verstekvonnis van 24 april 2012 heeft voldaan zodat [appellant] op grond van dat vonnis recht heeft op een huurverlaging van € 250,-. Wel dient [geïntimeerde] de in zijn opdracht geplaatste kozijnen op de eerste verdieping van de achtergevel aan de buitenzijde nog te laten afschilderen.
“er zijn scheuren in de muren, waardoor rook van een naburig gelegen café het pand binnenkomt”
“Voor de lekkage aan de douchecabine is nog geen schilderwerk uitgevoerd, er is op dit moment waterschade onder het dakraam, de badkamer, het plafond en muur (bedrijfsruimte) door lekkage van deze douchecabine. [geïntimeerde] doet er soms een half jaar over om de lekkage te verhelpen waardoor hemelwater het plafond van de bedrijfsruimte heeft bereikt”
“De tegels van de voordeur zijn kapot en het glas van het dakraam is beschadigd”
onderhet dakraam heeft vervangen terwijl [geïntimeerde] in het verstekvonnis is veroordeeld om te herstellen het beschadigde glas
vanhet dakraam. Bij gebreke van enige toelichting op dit punt kan het hof niet vaststellen of dit twee verschillende gebreken zijn en dat [geïntimeerde] één ervan (het glas
vanhet dakraam?) niet heeft verholpen. Het hof kan daarom niet tot het oordeel komen dat [geïntimeerde] op dat punt niet heeft voldaan aan het verstekvonnis.