In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte werd eerder vrijgesproken van mishandeling, maar veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, waarvoor hij een geldboete van € 500,- kreeg opgelegd. De officier van justitie ging in hoger beroep, waarbij een taakstraf van tachtig uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden werd gevorderd. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte inderdaad de bedreiging had gepleegd door een opengeklapt mes ter hoogte van de buik van het slachtoffer, [slachtoffer 1], te houden. Dit gebeurde op 9 mei 2013 in Maastricht. Daarnaast werd de verdachte ook schuldig bevonden aan mishandeling van [slachtoffer 2] op 7 april 2013, waarbij hij deze met een riem had geslagen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde een taakstraf van honderd uur op, subsidiair vijftig dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.