Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 19 mei 2014, heeft de vrouw verzocht om bij beschikking, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. voormelde beschikking te vernietigen;
II. de man te veroordelen om aan de vrouw tot haar levensonderhoud uit te keren € 1.542,00 per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
III. de man te veroordelen tot betaling aan de vrouw van een bedrag van € 776,00 per maand met ingang van 7 juni 2012, tot aan de dag van de eigendomsovergang van de onroerende zaak aan de [pand] te [plaats] ([postcode]) aan de man c.q. na verkoop tot aan de datum van eigendomsoverdracht van deze onroerende zaak aan een derde, althans tot betaling van een zodanig bedrag en met ingang van zodanige datum als uw rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren, ten titel van vergoeding voor het gebruik, en vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de dag der indiening van dit verzoekschrift tot aan de dag der algehele voldoening, althans met ingang van een zodanig datum als het hof juist acht;
IV. primair: het door de man te verrekenen bedrag vast te stellen ten titel van verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap bij helfte en de man te veroordelen tot betaling van dit bedrag aan de vrouw uiterlijk binnen zeven dagen na betekening van het in dezen te wijzen beschikking, vermeerderd met de wettelijke rente en met ingang van de dag van de indiening van onderhavig verzoekschrift tot aan de dag der algehele voldoening,
subsidiair: het door de man te verrekenen bedrag vast te stellen ten titel van verrekening achteraf op basis van het in de huwelijkse voorwaarden van partijen vervatte periodieke verrekenbeding en de man te veroordelen tot betaling van dit bedrag aan de vrouw uiterlijk binnen zeven dagen na betekening van het in dezen te wijzen beschikking, vermeerderd met de wettelijke rente en met ingang van de dag van de indiening van onderhavig verzoekschrift tot aan de dag der algehele voldoening;
V. de man te veroordelen tot afgifte aan de vrouw van de inboedelzaken genoemd op de lijst die als productie 8 aan dit rekest zit gehecht, althans de waarde daarvan te vergoeden, binnen zeven dagen na betekening van het in dezen te wijzen beschikking, vermeerderd met de wettelijke rente en met ingang van de dag van de indiening van onderhavig verzoekschrift tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. binnen 7 dagen na de ten dezen te wijzen beschikking, aan de vrouw uit te keren de bedragen die genoemd staan in de toelichting bij Grief VII, tot een totaal bedrag van € 4.225 respectievelijk € 9.225,-, vermeerderd met de wettelijke rente en met ingang van de dag van de indiening van onderhavig verzoekschrift tot aan de dag der algehele voldoening;
VII. de man te veroordelen om aan de vrouw binnen 14 dagen na de ten dezen te wijzen beschikking op grond van artikel 22 en/of 843a Rv. alle administratieve bescheiden van partijen (bank,- verzekering-, pensioen-, kadastraal, alles in de ruimste zins des woords) ter beschikking te stellen die noodzakelijk zijn om volledig inzage te krijgen voor de verrekening van de huwelijksvoorwaarden verdeling van de huwelijks goederengemeenschap, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag tot een maximum van € 250.000,-;
VIII. althans een zodanige beslissing en met ingang van een zodanige datum te nemen als het hof juist acht.