Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vrouw, bijgestaan door mr. Van den Biggelaar;
- de man, bijgestaan door mr. Van Vliet.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de wijziging van de kinderalimentatie. De vrouw, appellante, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 10 februari 2014 aangevochten, waarin de man, verweerder, werd vrijgesteld van het betalen van kinderalimentatie. De rechtbank had eerder bepaald dat de man vanaf 1 oktober 2011 een bijdrage van € 179,-- per maand en vanaf 1 januari 2012 € 182,-- per maand moest betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun zoon, geboren in 2010. De vrouw stelt dat er sprake is van een rechtens relevante wijziging van omstandigheden, onder andere door de verruiming van de contactregeling en de financiële situatie van de man, die sinds 14 augustus 2014 is toegelaten tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Het hof heeft vastgesteld dat de contactregeling tussen de man en de zoon is verruimd, wat extra kosten met zich meebrengt voor de man. Het hof oordeelt dat er inderdaad sprake is van een wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de kinderalimentatie rechtvaardigt. De bijdrage wordt vastgesteld op € 27,-- per maand voor de periode van 1 juli 2013 tot 14 augustus 2014. Na de toelating tot de WSNP heeft de man geen draagkracht meer, waardoor de alimentatie vanaf die datum op nihil wordt vastgesteld. De beschikking van de rechtbank wordt gedeeltelijk vernietigd en de nieuwe alimentatie wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.