ECLI:NL:GHSHE:2014:4568
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onverschuldigde betaling en faillissement: beoordeling van de curator en benadeling van de boedel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de curator in het faillissement van Studio ’83 B.V. tegen Mode Producties '83 B.V. De curator vorderde terugbetaling van een bedrag van € 2.006,69 dat door Studio ’83 aan Mode Producties was betaald kort voor het faillissement. De betalingen vonden plaats op 7 en 8 december 2009, terwijl het faillissement van Studio ’83 op 29 december 2009 werd uitgesproken. De curator stelde dat deze betalingen onverschuldigd waren en dat hij deze op grond van de faillissementswet kon vernietigen. In eerste aanleg werd de vordering van de curator afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelde dat er geen benadeling van de gezamenlijke schuldeisers was. De curator ging in hoger beroep, waarbij hij zijn vordering verminderde door geen buitengerechtelijke kosten meer te vorderen.
Het hof oordeelde dat de curator terecht de betalingen had vernietigd. Het hof bevestigde dat er sprake was van benadeling van de boedel, omdat de betalingen aan Mode Producties de schuldenlast van Studio ’83 verminderden zonder dat daar een tegenprestatie tegenover stond. Het hof stelde vast dat zowel Mode Producties als Studio ’83 op de hoogte waren van het aanstaande faillissement op het moment van de betalingen. De curator had onbetwist gesteld dat de betalingen onterecht waren gedaan, en het hof oordeelde dat de afwezigheid van een rechtsverhouding tussen de twee vennootschappen de toepassing van de faillissementswet niet uitsloot.
Uiteindelijk vernietigde het hof het eerdere vonnis en wees de vordering van de curator toe, inclusief de wettelijke rente. Mode Producties werd veroordeeld in de proceskosten. Dit arrest benadrukt de bescherming van de boedel in faillissement en de gevolgen van onverschuldigde betalingen voor de schuldeisers.