3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a. a) Limbra Sloopwerken B.V. (hierna: Limbra) is opgericht op 23 september 1987 en hield zich volgens haar statuten bezig met het verrichten van sloop- en aannemingswerkzaamheden. Op 19 december 2007 is Limbra in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr Te Biesebeek in zijn hoedanigheid.
b) Van 16 september 2005 tot datum faillissement was de heer [bestuurder van Limbra] (verder: [bestuurder van Limbra]) bestuurder van Limbra. Van 18 december 2002 tot 12 februari 2007 was Stichting Hado (hierna: Hado) enig aandeelhoudster van Limbra. Op laatstgenoemde datum heeft Hado alle aandelen Limbra overgedragen aan de stichting G.V.O.
c) Van 9 mei 1986 tot 1 maart 2004 en van 16 september 2005 tot 14 april 2006 was [bestuurder van Limbra] voorzitter van het bestuur van Hado. Zijn partner mevrouw [partner van bestuurder van Limbra] is hem daarin per 14 april 2006 opgevolgd. Sinds 30 juni 2007 tot datum faillissement vervulde [bestuurder van Limbra] binnen het bestuur van Hado de rol van secretaris en penningmeester.
d) In (de eerste maanden van) 2007 is door een schuldeiser beslag gelegd op de enige rekening van Limbra.
e) Op verzoek van [bestuurder van Limbra] hebben de debiteuren van Limbra sindsdien facturen voldaan op de bankrekening van Hado. [beheer] Beheer B.V. heeft in de periode van 4 mei 2007 tot en met 22 oktober 2007 zes facturen van Limbra op de bankrekening van Hado voldaan tot een totaalbedrag van € 18.718,70. [transportbedrijf] Transportbedrijf B.V. heeft tussen 27 juni 2007 en 21 december 2007 vijf facturen van Limbra tot een totaalbedrag van € 30.217,94 op de bankrekening van Hado betaald (Hado komt ten aanzien van de betalingen door [transportbedrijf] op een iets lager bedrag). De heer en mevrouw [X.] uit [woonplaats] hebben op 30 augustus 2007 een factuur van Limbra ad € 23.800,= op de bankrekening van Hado voldaan. Dit bankrekeningnummer (van Hado) was op de factuur van Limbra aan [X.] vermeld als “Gewijzigd rekeningnummer: [gewijzigd rekeningnummer]”. De op de bankrekening van Hado aldus ontvangen gelden zijn niet aan Limbra doorbetaald. Van de rekening van Hado zijn in 2007 wel betalingen gedaan aan crediteuren van Limbra. Het totaalbedrag van deze betalingen was lager dan de door Hado op haar rekening voor Limbra ontvangen bedragen.
f) In de op 20 januari 2007 door haar enig aandeelhoudster Hado goedgekeurde en op 10 april 2007 gepubliceerde jaarstukken van Limbra over 2005 (prod. 5 dagv.) zijn materiële vaste activa tot een bedrag van € 247.053,= opgenomen. De aan mr Te Biesebeek bij de intake na de faillietverklaring ter hand gestelde balans van Limbra, uitgedraaid op 8 januari 2008, vermeldt een boekwaarde van materiële activa ad € 249.323,= (prod. 14 cvr). Mr Te Biesebeek heeft feitelijk na het faillissement geen materiële activa aangetroffen, behoudens een graafmachine. [bestuurder van Limbra] betwist dat deze eigendom is van Limbra.
g) In het faillissement van Limbra heeft de Belastingdienst in totaal het bedrag van € 792.307,25 aan preferente vorderingen ingediend. Daarnaast is er een andere preferente vordering van € 1.009,=. De concurrente vorderingen bedragen in het totaal € 144.286,63 (MvA onder punt 32).
h) Op 24 november 2009 is Hado in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr Schalken tot curator. Het bij Hado in (mede)eigendom zijnde perceel grond aan de [perceel] te [plaats] waarop Te Biesebeek c.s. voor de datum van het faillissement van Hado conservatoir beslag hadden gelegd, is door mr Schalken verkocht.