Uitspraak
mr. K.J. van Dijk, raadsheren in de afdeling strafrecht van het gerechtshof te
1.Het procesverloop
2.Het standpunt van verzoeker
3.De beoordeling
4.Conclusie
af;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 december 2014 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker, die in een strafzaak met parketnummer 20-002747-12 betrokken is. Het verzoek tot wraking was ingediend op 7 november 2014, waarbij de verzoeker de wraking van de raadsheren mr. K. van der Meijde, mr. R.R. Everaars-Katerberg en mr. K.J. van Dijk verzocht. De verzoeker was ontevreden over de wijze waarop de strafkamer op zijn onderzoekswensen had gereageerd en had twijfels over de onpartijdigheid van de leden van de strafkamer.
De wrakingskamer heeft het verzoek in raadkamer behandeld, waarbij de verzoeker aanwezig was om zijn standpunt toe te lichten. De advocaat-generaal heeft schriftelijk geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. De wrakingskamer heeft vervolgens de argumenten van de verzoeker beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat de verzoeker niet tijdig had gereageerd op eerdere beslissingen van de strafkamer en dat zijn verzoek niet op objectieve gronden was gebaseerd.
De wrakingskamer concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de conclusie rechtvaardigden dat de leden van de strafkamer vooringenomen waren. Het verzoek tot wraking werd dan ook ongegrond verklaard. Bovendien werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek in deze strafzaak niet in behandeling zou worden genomen, gezien eerdere ongegronde wrakingsverzoeken van de verzoeker in vergelijkbare zaken. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de procesgang in de hoofdzaak werd voortgezet.