ECLI:NL:GHSHE:2014:5990
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.M. Hilverda
- N.J.L.M. Tuijn
- N.J.M. Ruyters
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing ontnemingsvordering
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Maastricht. De zaak betreft een ontnemingsvordering die door de officier van justitie was ingediend, maar door de politierechter op 28 augustus 2012 was afgewezen. De veroordeelde, die geen bekende woon- of verblijfplaats had, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze afwijzing. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die stelde dat de veroordeelde niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat volgens artikel 511g van het Wetboek van Strafvordering, de regels omtrent hoger beroep tegen ontnemingsbeslissingen van toepassing zijn. Het hof oordeelde dat de afwijzing van de ontnemingsvordering gelijkgesteld kan worden met een vrijspraak, waartegen geen hoger beroep openstaat. Aangezien de veroordeelde geen rechtens te respecteren belang had bij het hoger beroep, heeft het hof besloten om de veroordeelde niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. C.M. Hilverda, en de raadsheren mr. N.J.L.M. Tuijn en mr. N.J.M. Ruyters, met mr. M.M. Tatters als griffier.