ECLI:NL:GHSHE:2014:65
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om memorie na deskundigenbericht in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P. Bouman, verzocht om alsnog een memorie na deskundigenbericht te mogen nemen, nadat eerder een verzoek om uitstel was geweigerd op grond van artikel 2.14 van het pilotrolreglement van het hof. Het hof oordeelde dat het belang van de appellant om zijn standpunt over een deskundigenrapport naar voren te brengen zwaarder weegt dan de strikte naleving van het reglement.
De procedure begon met een tussenarrest van 19 maart 2013, waarin een psychiatrisch deskundigenonderzoek werd gelast. De appellant had op 5 november 2013 een memorie na deskundigenbericht moeten nemen, maar dit was niet gebeurd. De zaak werd vervolgens verwezen naar de rol van 3 december 2013, waar ook geen memorie werd genomen. De advocaat van de appellant had verzocht om uitstel, maar dit verzoek werd geweigerd.
Het hof overwoog dat de advocaat van de appellant mogelijk misleid was door de beschikbaarheid van een H5 formulier voor uitstel, dat sinds 1 januari 2013 niet meer gebruikt kon worden. Gezien de omstandigheden en het belang van de conclusies uit het psychiatrische rapport, besloot het hof de appellant alsnog de gelegenheid te geven om een memorie na deskundigenbericht te nemen. De zaak werd verwezen naar de rol van 18 maart 2014 voor het nemen van deze memorie, waarbij de geïntimeerde de mogelijkheid kreeg om een antwoordmemorie in te dienen.
Het hof hield verdere beoordeling aan in afwachting van de memorie van de appellant. Deze uitspraak benadrukt het belang van een goede procesorde en het recht van partijen om hun standpunt te kunnen inbrengen, zelfs als dit in strijd is met interne reglementen.