Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant sub 1]
[broer 3]
[appellant sub 2], wonende te [woonplaats 2],
[appellante sub 3], wonende te [woonplaats 3],
[appellante sub 4],
[appellant sub 5], wonende te [woonplaats 4],
[appellante sub 6], wonende te [woonplaats 4],
[appellant sub 7], wonende te [woonplaats 5] (Italië),
1.[geïntimeerde sub 1], wonende te [woonplaats 6],
[geïntimeerde sub 2], woonplaats onbekend,
[geïntimeerde sub 3], wonende te [woonplaats 7],
[geïntimeerde sub 4], wonende te [woonplaats 8], België,
[geïntimeerde sub 5],
[geïntimeerde sub 6],
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnr. 196430/HA ZA 09-1610)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
- de kinderen en de weduwe van haar vooroverleden broer [broer 1] (geïntimeerden 1 tot en met 4);
- de kinderen en de weduwe van haar vooroverleden broer [broer 2] (appellanten 2 tot en met 4);
- haar zus [geïntimeerde sub 5] (geïntimeerde sub 5);
- haar zus [geïntimeerde sub 6] (geïntimeerde sub 6);
- haar buren [appellant sub 5] en [appellante sub 6] (appellanten sub 5 en 6)
“dat erflaatster – gezien haar geestelijke en lichamelijke gezondheidstoestand – op 6 februari 2008 niet meer behoorlijk in staat was haar (laatste) wil te bepalen.”
“Hierbij bevestig ik dat ik op 14 juni 2007 contact heb gehad met de heer [broer 3] te Oostenrijk (broer van mevrouw [erflaatster]). Ik heb mijn zorgen geuit over de toestand van mevrouw [erflaatster]. Mevrouw [erflaatster] kwam op mij zeer labiel over. Ik heb geadviseerd om te bekijken of mevrouw onder bewind kon worden gesteld.”
“Een rechtsgevolg – dus een (juridisch getinte) waardering, een gevolgtrekking – leent zich in het algemeen niet rechtstreeks voor bewijslevering; slechts de daaraan ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden kunnen worden bewezen.”
“Ik (…) laat al mijn bezittingen (…) aan mijn broer zusters en