4.1.Tegen de vaststelling van de feiten door de rechtbank in rechtsoverweging 3.1 (a tot en met n) van het bestreden vonnis zijn geen grieven gericht. Die feiten, door het hof hierna op enkele punten aangevuld, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
Het gaat in de onderhavige procedures om het volgende.
a. a) [Vastgoed] Vastgoed BV en Oosterhout II BVBA (hierna samen: verkopers), vertegenwoordigd door [appellant 3.], (hierna: [appellant 3.]) hebben op 16 juli 2003 met (de toen nog op te richten vennootschappen) [Beheer] Beheer BV en Daedalus Holding BV, vertegenwoordigd door respectievelijk [geintimeerde 4. ] en [geintimeerde 5.] (laatstgenoemden hierna: [geintimeerde 4. ] en [geintimeerde 5.]), een overeenkomst getiteld "Intentieverklaring" gesloten (productie 1 inleidende dagvaarding). De Intentieverklaring betreft de voorgenomen overdracht van de door [Vastgoed] Vastgoed BV gehouden aandelen in Deuk- en Laktechniek BV (hierna: DLT) en Global Hail Network Deutschland GmbH, en de door Oosterhout II BVBA gehouden aandelen in Global Hail Network Belgium NV (hierna: GH België) en Global Hail Network France S.A.R.L. (de vier over te dragen vennootschappen samen hierna: de GH-vennootschappen) aan de toen nog op te richten holding (uiteindelijk genaamd) Global Hail Group BV (hierna: koper). Na een door koper verricht due-diligence onderzoek, dat niet heeft geleid tot herroeping of aanpassing van de in de Intentieverklaringen opgenomen afspraken, zijn de intenties uit deze overeenkomst definitieve verbintenissen geworden.
b) Artikel 1 lid 5 van de Intentieverklaring luidt:
“Telkens per 1 januari 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007 heeft de tussenholding het recht 20% van het totaal aantal aandelen in eigendom te verkrijgen, alsmede de verplichting deze aandelen af te nemen. Levering van elke tranche dient jaarlijks uiterlijk op 1 mei met terugwerkende kracht te zijn geëffectueerd, met uitzondering van de eerste tranche per 1 januari 2003. Over de in de tussenliggende periode schuldig gebleven koopsom wordt, onder verrekening van het in navolgend artikel vernoemde voorschot, door kopers een rente vergoed (…) welke is gebaseerd op de wettelijke rente in Nederland.”
c) Artikel 1 lid 6 van de Intentieverklaring luidt:
"De koopsom van de aandelen wordt telken jaren achteraf bepaald aan de hand van de definitieve jaarrekeningen betrekking hebbend op het jaar van de overdracht. Partijen zijn overeengekomen dat jaarlijks, als voorschot op de koopprijs van de aandelen, bij de levering van de aandelen door de tussenholding een bedrag groot € 150.000,-- (…) wordt betaald aan verkopers, ieder voor gelijke delen. Nadat de jaarrekeningen van het desbetreffende jaar zijn opgemaakt en vastgesteld, doch uiterlijk vóór 1 april, met uitzondering van het boekjaar 2002, zal een berekening van de uiteindelijke afrekening worden opgesteld, waarop het alsdan reeds betaalde voorschot ten bedrage van € 150.000,-- (…)in mindering wordt gebracht.
De koopsom van de aandelen wordt vastgesteld door de samengevoegde intrinsieke waarden, in casu de zichtbare eigen vermogens, van de aandelen aan de hand van de definitieve jaarrekeningen van de vennootschappen[hof: de GH-vennootschappen]
te verhogen met de goodwill.
Indien na vorenstaande berekening een positieve waarde blijkt, geldt deze waarde als koopprijs van de aandelen.
Indien er na vorenstaande berekening een negatieve waarde blijkt, wordt de minimale waarde van de goodwill gesteld op nihil en dient deze waarde voor overdracht door verkopers middels kapitaalstortingen aangevuld te worden tot € 4,-- (…), welke geldt als koopprijs voor de aandelen. Eventuele kapitaalsbelasting is voor rekening van de verkopers."
d) Artikel 1 lid 7 van de Intentieverklaring luidt:
"De goodwill wordt vastgesteld door de feitelijke samengevoegde genormaliseerde winst ná belastingen te vermenigvuldigen met factor 5.
Onder genormaliseerde winst wordt verstaan de winst blijkens de winst- en verliesrekeningen (onderdeel van de definitieve jaarrekeningen van de vennootschappen) gecorrigeerd met (…)."
e) Ter uitvoering van artikel 1 lid 12 van de Intentieverklaring, waarin is bepaald dat binnen koper een toezichthoudend orgaan wordt opgericht, primair gericht op de bescherming van de belangen van aandeelhouders die niet met de dagelijkse leiding van de vennootschappen zijn belast, is bij akte van 24 december 2003 de Stichting Administratiekantoor Global Hail Group (hierna: STAK) opgericht. STAK houdt alle aandelen in koper.
f) Het bestuur van STAK is gevormd uit [appellant 3.], als vertegenwoordiger van verkopers, en uit [geintimeerde 5.] en [geintimeerde 4. ], als vertegenwoordigers van koper. [appellant 3.] heeft het recht om twee stemmen uit te brengen, [geintimeerde 5.] en [geintimeerde 4. ] elk één stem. Het bestuurderschap van [appellant 3.] van STAK eindigt indien alle aandelen in de GH-vennootschappen zijn overgedragen en de laatste tranche is naverrekend en betaald en de financiële verbondenheid van verkopers met koper nog maximaal € 50.000,- bedraagt.
g) Artikel 6 lid 6 van de statuten van STAK (productie 6 inleidende dagvaarding) bepaalt:
"Indien in een bestuursvergadering de stemmen staken zal bij wege van arbitrage in de besluitvorming worden voorzien als volgt:
a. De arbitrage zal geschieden door drie scheidsmannen.
Eén (1) scheidsman wordt benoemd door de heer [geintimeerde 5.] en de heer [geintimeerde 4. ] beiden voornoemd;
Eén (1)scheidsman wordt benoemd door de heer [appellant 3.] voornoemd;
Eén scheidsman wordt bij deze akte benoemd, te weten: De heer [arbiter 1.] (…).
Bij ontstentenis van de heer [arbiter 1.] voornoemd wordt één scheidsman benoemd door de accountant van de vennootschap[hof: koper]
.
b. Bij de vervulling van hun taak richten de scheidsmannen zich naar het belang van de vennootschap en de daarmee gelieerde ondernemingen.
c. De scheidsmannen zullen uitspraak doen binnen een maand na de dag van aanvaarding van de benoeming door de laatste van hen en bepalen tevens hun ten laste van de vennootschap komend honorarium; tevens stellen zij de boete vast als hierna bedoeld sub d.
d. Partijen zijn verplicht in de eerstvolgende vergadering waarin het voorstel wederom aanhangig is, te stemmen conform de uitspraak van de scheidsmannen, op verbeurte jegens de stichting van een boete als daarvoor door de scheidsmannen is bepaald. De boete is zonder rechterlijke tussenkomst en/of ingebrekestelling onmiddellijk en als ondeelbare som opeisbaar."
h) Op 24 december 2003 is tussen [geintimeerde 5.], tevens handelend voor Daedalus Holding BV en [geintimeerde 4. ], tevens handelend voor [Beheer] Beheer BV, enerzijds en verkopers anderzijds, onder goedkeuring van STAK een financieringsovereenkomst gesloten (productie 4 inleidende dagvaarding, hierna: de Financieringsovereenkomst), waarin ook enkele van de Intentieverklaring afwijkende afspraken zijn gemaakt. Op grond van artikel ("stap") 4 van de Financieringsovereenkomst zijn verkopers en [appellant 3.] gehouden de GH-vennootschappen tot een bedrag van maximaal € 500.000,- opgenomen te houden in de totale compte-jointe-kredietfaciliteit van verkopers en alle aan hen gelieerde vennootschappen.
Verder bepaalt de Financieringsovereenkomst met betrekking tot de over de koopsommen verschuldigde rente onder meer:
“Rente
1.
De overnemer is steeds in een jaar waarin tranches van aandelen worden overgedragen over de betreffende koopsommen een rentepercentage van vier procent (4%) verschuldigd aan [appellant 3.], te rekenen vanaf 1 januari tot het moment waarop de verschuldigde gedeelten, zijnde voorschot, schuldoverneming en koopsom zijn voldaan.
2.
(…)”
i. i) Op 24 december 2003 is tussen partijen bij de Intentieverklaring als aandeelhouders van de GH-vennootschappen een aandeelhoudersovereenkomst gesloten (productie 5 inleidende dagvaarding). Artikel 1 van die overeenkomst bepaalt dat de aandeelhouders voor de totstandkoming van een besluit in de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) van de GH-vennootschappen de goedkeuring van het bestuur van STAK nodig hebben. Dit brengt onder meer mee dat een besluit tot goedkeuring van de jaarstukken van de vier GH-vennootschappen de goedkeuring behoeft van het bestuur van STAK.
j) In de diverse STAK-vergaderingen is het door het staken van de stemmen niet tot het goedkeuren van jaarrekeningen over de jaren 2005, 2006 en 2007 van de GH-vennootschappen gekomen.
k) Op 25 januari 2007 is ter zake van de jaarrekening 2005 van koper (en de gelieerde GH-vennootschappen) door drie arbiters een bindend advies uitgesproken (productie 19 inleidende dagvaarding). De uitspraak vermeldt ten aanzien van de (cumulatieve) post dubieuze debiteuren:
"De directie heeft overeenkomstig de statutaire en wettelijke bepalingen de jaarrekening 2005 opgesteld van Global Hail c.s. De daarbij opgenomen voorzieningen w.o. de voorziening voor dubieuze debiteuren zijn op een consistente wijze, ongewijzigd aan de voorgaande jaren bepaald. Het moment waarop die beoordeling is gedaan respectievelijk de jaarrekening 2005 door de directie is opgesteld, ligt in lijn met de daartoe tussen partijen gemaakte contractuele afspraken. De uit deze beoordeling voortvloeiende informatie (gebeurtenissen) na balansdatum is in voldoende mate in de opgestelde voorziening betrokken. Wij zijn - in meerderheid - van mening dat op grond van de bovenstaande uitgangspunten de bepaling van de voorziening voor dubieuze debiteuren ten tijde van opmaak van de jaarrekening 2005 door de directie juist is geweest en er o.i. op dat moment geen beletsels of bepalingen waren de jaarrekening 2005nietvast te laten stellen door de AVA.(…)"
Daarbij merken de arbiters verder op dat op grond van een afloopcontrole op die voorziening ruim acht maanden na het opstellen van die jaarrekening is gebleken dat de destijds opgenomen voorziening dubieuze debiteuren circa € 279.000,- te hoog is gebleken. De arbiters adviseren de vrijval van die voorziening mee te nemen in de vaststelling van de ondernemingswaarde van koper en de GH-vennootschappen ten behoeve van de levering van de resterende 40% van de certificaten van aandelen. Eén van de arbiters ([arbiter 2.]) kan zich niet vinden in dit advies omdat dit naar zijn oordeel in strijd zou zijn met de wet op de jaarrekening. Hij is van mening dat de jaarrekening 2005 per een recente datum opnieuw moet worden opgesteld met inachtneming van de afloop van de voorziening voor dubieuze debiteuren.
l) Op grond van een vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda van 20 september 2007 (zaaknummer 176446/KG ZA 07-344) heeft koper tegen levering van de laatste 40% van de aandelen van de GH-vennootschappen op de koopsom voor de tranches 3, 4 en 5 (2005, 2006 en 2007) aan verkopers een voorschot betaald van € 300.000,- en ten gunste van verkopers een bankgarantie gesteld ten bedrage van € 500.000,-.
m) Bij arbitraal vonnis van 15 maart 2010 (door [Vastgoed] c.s. ter gelegenheid van het pleidooi in eerste aanleg in het geding gebracht als productie 42) heeft de arbitragecommissie beslist dat diverse posten in de jaarrekeningen 2006 en 2007 van de GH-vennootschappen correctie behoeven, zoals per jaarrekening per vennootschap is gespecificeerd in bijlage 16 bij het arbitraal vonnis.
n) Op 8 juni 2011 heeft [Vastgoed] c.s. de eerder genoemde bankgarantie van € 500.000,= geïncasseerd. Ter voldoening aan genoemd kort geding vonnis heeft Daedalus c.s. verder op 22 september 2011 een bedrag van € 500.000,= en op 13 juli 2012 nog € 126.151,28 aan [Vastgoed] c.s. betaald.
o) Eind augustus 2011 is [geintimeerde 5.] overleden. Nog voor zijn overlijden zijn de aandelen die hij in Daedalus Holding B.V. hield overgedragen aan [Beheer] Beheer BV.