Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1.],wonende te [woonplaats],
[appellante 2.],wonende te [woonplaats],
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van appellanten [appellant 1.] en [appellante 2.] tegen Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. De zaak betreft de vraag of de annuleringskosten die door de verzekeraar zijn opgelegd, redelijk zijn in het licht van Richtlijn 93/13 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De appellanten hebben een offerte voor een lening ontvangen, maar hebben geen hypotheekakte ondertekend en geen bewijs geleverd van eigen middelen, wat leidde tot de vordering van annuleringskosten door de verzekeraar.
Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter in eerste aanleg de appellanten heeft veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.601,92, vermeerderd met rente. De appellanten hebben in hoger beroep geen grieven ingediend tegen de vastgestelde feiten, maar het hof heeft ambtshalve de redelijkheid van het beding inzake annuleringskosten getoetst. Het hof vermoedt dat het beding onredelijk is, omdat het geen rekening houdt met de reden waarom geen hypotheekakte is getekend en omdat de hoogte van de annuleringskosten niet proportioneel lijkt.
De zaak is naar de rol verwezen voor partijen om zich uit te laten over de vermoedens van het hof met betrekking tot de oneerlijkheid van het beding. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan, in afwachting van de uitlatingen van partijen. Deze uitspraak benadrukt de verplichting van de rechter om ambtshalve te toetsen of bedingen in consumentenovereenkomsten voldoen aan de eisen van redelijkheid en billijkheid, zoals vastgelegd in de Europese richtlijn.