ECLI:NL:GHSHE:2015:1085

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 maart 2015
Publicatiedatum
26 maart 2015
Zaaknummer
F 200.150.270_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing naar Mutsaersstichting voor omgangsondersteuning en mediation in familiezaken

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep in een familiekwestie betreffende de omgang tussen een vader en zijn dochter. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.B. van Meersbergen-Zebregs, heeft in hoger beroep beroep aangetekend tegen de beslissing van de rechtbank. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J.A.P.M. Fransen, is de verweerster in deze zaak. De bijzondere curator, drs. [de bijzondere curator], is benoemd om de belangen van de minderjarige dochter te behartigen. Tijdens de zittingen is gebleken dat zowel de vader als de dochter en de moeder een vorm van omgang wensen, maar dat de dochter momenteel behoefte heeft aan een veilige en prettige omgeving voor contact.

Het hof heeft besloten om partijen te verwijzen naar de Mutsaersstichting voor omgangsondersteuning en begeleiding. Dit besluit is genomen op basis van het rapport van de bijzondere curator, die heeft geadviseerd dat de ouders, met ondersteuning van de Mutsaersstichting, gezamenlijk moeten zoeken naar een betekenisvolle invulling van de omgang. Het hof heeft de zaak aangehouden voor een periode van zes maanden, waarin de ouders de gelegenheid krijgen om samen met de Mutsaersstichting te werken aan de omgangsregeling. De bijzondere curator blijft gedurende deze periode betrokken en zal rapporteren over de voortgang.

De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 26 maart 2015, waarbij het hof de ouders heeft verzocht om hun volledige medewerking te verlenen aan de verwijzing naar de Mutsaersstichting en het mediationbureau. De zaak is aangehouden tot een pro forma zitting op 29 september 2015, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden tot het ontvangen van rapporten van de Mutsaersstichting en de bijzondere curator.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
Uitspraak: 26 maart 2015
Zaaknummer: F 200.150.270/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/04/118646 / FA RK 12-1400
in de zaak in hoger beroep van:
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. B.B. van Meersbergen-Zebregs,
tegen
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
verweerster,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. M.J.A.P.M. Fransen.

5.De beschikking van 18 december 2014

Bij die beschikking heeft het hof, voor zover van belang:
- drs. [de bijzondere curator] tot bijzondere curator benoemd ten behoeve van de belangenbehartiging van [de dochter] met een taakomschrijving als weergegeven onder rechtsoverweging 3.5;
- de bijzondere curator verzocht schriftelijk rapport aan het hof uit te brengen;
- bepaald dat de zaak inhoudelijk verder zal worden behandeld op de zitting van 26 maart 2015 te 12.15 uur;
- iedere verdere beslissing aangehouden.

6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

6.1.
Op 25 februari 2015 is bij de griffie van het hof het (tussenrapport) van de bijzondere curator binnengekomen.
6.2.
Met instemming van de advocaten van partijen heeft de geagendeerde mondelinge behandeling op 26 maart 2015 geen doorgang gevonden.
6.3.
Het hof heeft een tussenuitspraak bepaald op heden.

7.De verdere beoordeling

7.1.
Uit het rapport van de bijzondere curator komt het volgende naar voren. Blijkens de gesprekken die de bijzondere curator met de vader, de moeder en [de dochter] heeft gevoerd,
zouden zij alle drie graag willen dat er een vorm van omgang komt tussen de vader en [de dochter] . De vader heeft duidelijk gemaakt dat hij een vorm wil vinden waarbij [de dochter] zich prettig en veilig voelt. [de dochter] heeft kenbaar gemaakt dat zij vooralsnog de contacten op een laag pitje wil houden, maar dat zij wel contact wil en graag met iemand erbij. De moeder sluit zich bij deze wensen aan. De bijzondere curator is van mening dat de moeder bij de inschatting van een aantal zaken in de opvoeding van [de dochter] ondersteuning zou kunnen gebruiken, mede omdat het erop lijkt dat [de dochter] moeite heeft met de inschatting wie zij kan vertrouwen (en wie niet) en in welke mate. De bijzondere curator komt tot een bevestigend antwoord op de vraag of er een vorm van omgang/contact tussen de vader en [de dochter] mogelijk is. Volgens de bijzondere curator is begeleiding en ondersteuning van de contacten aangewezen. Dit geldt voor alle gezinsleden. De vader en de moeder zijn hiermee akkoord gegaan.
De vraag aan welke vorm van omgang moet worden gedacht zou - wat de bijzondere curator betreft - door de ouders in samenspraak met [de dochter] nader moeten worden verkend onder begeleiding van de Mutsaersstichting. In ieder geval zal de omgang voorlopig beperkt zijn en moeten aansluiten bij de wensen van [de dochter] .
De bijzondere curator adviseert het hof tot een voorlopige aanhouding van de zaak voor een periode van zes maanden. Gedurende deze periode worden de ouders in de gelegenheid gesteld om met ondersteuning van de Mutsaersstichting gezamenlijk te zoeken naar een betekenisvolle invulling van de omgang tussen [de dochter] en de vader. Na afloop van de periode wordt aan de Mutsaersstichting gevraagd te rapporteren over een vorm van omgang tussen de vader en [de dochter] voor een periode van ruim twee jaar, namelijk totdat [de dochter] de leeftijd van twaalf jaar zal bereiken en naar het voortgezet onderwijs zal gaan.
De bijzondere curator verzoekt ten slotte het hof te bevorderen, mede op verzoek van de vader, dat zij gedurende vijf maal als mediator een bemiddelende rol zal kunnen vervullen tussen met name de vader en de Mutsaersstichting en zo nodig ook tussen de ouders.
7.2.
Zowel de vader als de moeder hebben het hof schriftelijk laten weten in te stemmen met de begeleiding en ondersteuning van de Mutsaersstichting en de doorverwijzing naar
drs. [de bijzondere curator] als mediator.
7.3.
Het hof volgt de suggesties van de bijzondere curator. Het hof acht het in het belang van [de dochter] dat de vader en de moeder met ondersteuning van de Mutsaersstichting gezamenlijk gaan zoeken naar een betekenisvolle invulling van de omgang tussen [de dochter] en de vader.
Het hof zal partijen verwijzen naar de Mutsaersstichting voor omgangsondersteuning en begeleiding van [de dochter] . Het hof gaat ervan uit dat partijen hun volledige medewerking aan deze verwijzing zullen verlenen.
Het hof zal de Mutsaersstichting verzoeken aan het hof schriftelijk rapport uit te brengen inzake de omgangsondersteuning en begeleiding.
7.4.
Partijen hebben voorts ingestemd met de aanwijzing als mediator van drs. [de bijzondere curator] teneinde tussen de ouders en Mutsaersstichting waar nodig te bemiddelen. Het hof zal partijen naar het mediationbureau Oost-Brabant, locatie [locatie] , verwijzen voor het opstarten van het mediationtraject. Het hof zal het mediationbureau voorzien van de gegevens van partijen.
Het hof acht het voorts van belang dat drs. [de bijzondere curator] gedurende het traject bij de Mutsaersstichting als bijzondere curator ten behoeve van [de dochter] blijft fungeren. Daarbij gaat het hof ervan uit dat wanneer er tijdens het mediationtraject een tegenstelling van belangen zou optreden, drs. [de bijzondere curator] haar mediationopdracht zal teruggeven en haar bijzondere curatorschap zal continueren.
Het hof zal de bijzondere curator verzoeken rapport uit te brengen omtrent haar bevindingen,
voor zover althans de noodzaak daartoe nog zal bestaan.
7.5.
In afwachting van het rapport van de Mutsaersstichting en, voor zover nog nodig, het rapport van de bijzondere curator zal het hof de behandeling van de zaak zes maanden aanhouden. Partijen zullen door het hof in de gelegenheid worden gesteld schriftelijk te reageren op de uitgebrachte rapporten.
7.6.
Op grond van het vorenstaande houdt het hof iedere verdere beslissing aan.

8.De beslissing

Het hof:
verwijst partijen naar de Mutsaersstichting, locatie Weert (mevrouw [instroomcoördinator] , instroomcoördinator), voor omgangsondersteuning en begeleiding van [de dochter] , geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] ;
verzoekt de Mutsaersstichting tijdig vóór de hierna te noemen pro forma datum rapport uit te brengen aan het hof, onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift daarvan aan de raadslieden van partijen, de raad en aan de bijzondere curator;
verstaat dat het bijzondere curatorschap van drs. [de bijzondere curator] ten behoeve van [de dochter] wordt gecontinueerd en verzoekt de bijzondere curator tijdig vóór de hierna te noemen pro forma datum rapport uit te brengen aan het hof;
verwijst partijen naar het mediationbureau, locatie ’s-Hertogenbosch, met het hiervoor onder 7.4 omschreven doel;
houdt iedere verdere beslissing aan tot
PRO FORMA 29 september 2015.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.A.R.M. van Leuven, C.D.M. Lamers en
A.J.F. Manders en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2015.