ECLI:NL:GHSHE:2015:121
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- N.J.M. van Etten
- C.D.M. Lamers
- M.J. van Laarhoven
- Rechtspraak.nl
Beëindiging affectieve relatie en verdeling woonlasten met betrekking tot schade aan BMW
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van een vrouw tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht. De vrouw, appellante in principaal appel, en de man, geïntimeerde in principaal appel, waren betrokken bij een affectieve relatie die inmiddels was beëindigd. De vrouw vorderde een verdeling van de woonlasten en een schadevergoeding met betrekking tot een BMW. De procedure volgde op een tussenarrest van 28 januari 2014, waarin het hof de vrouw had toegelaten bewijs te leveren van haar stellingen over de verdeling van de woonlasten en de schade aan de BMW.
De vrouw stelde dat zij en de man waren overeengekomen dat zij de woonlasten van hun gezamenlijk bewoonde woning zouden delen. De man had echter betwist dat er een dergelijke afspraak was gemaakt. Het hof oordeelde dat de vrouw niet had bewezen dat de man zijn draagplicht had erkend en dat de afspraken over de hypotheeklasten niet duidelijk waren. De vrouw had ook verklaard dat zij tijdelijk de hypotheeklasten had voorgeschoten, maar het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor deze claim.
Wat betreft de schade aan de BMW, stelde de vrouw dat de man haar had misleid over de kosten van de schade. De man ontkende dat er een afspraak was gemaakt over de schadevergoeding. Het hof oordeelde dat de vrouw niet had aangetoond dat er sprake was van een wilsgebrek en dat de afspraken over de schade aan de BMW niet waren nagekomen. Uiteindelijk werd de vrouw veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de man, en het hof compenseerde de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 20 januari 2015.