Uitspraak
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- mr. Mikkers, namens de vrouw;
- de man, bijgestaan door mr. Smeets;
- de bijzondere curator;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van een minderjarige door de man en de omgangsregeling tussen de man en het kind. De zaak betreft een geschil tussen de vrouw, de moeder van het kind, en de man, die de verwekker van het kind is. De vrouw heeft bezwaar gemaakt tegen de erkenning en de omgangsregeling, waarbij zij aanvoert dat de erkenning haar belangen en die van het kind zou schaden. Het hof heeft vastgesteld dat de man de verwekker is van het kind en dat de erkenning in het belang van het kind is. De vrouw heeft niet voldoende onderbouwd dat de erkenning negatieve gevolgen voor het kind zou hebben. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de man vervangende toestemming is verleend tot erkenning van het kind en een omgangsregeling is vastgesteld. De raad voor de kinderbescherming heeft geadviseerd dat omgang tussen de man en het kind in het belang van de ontwikkeling van het kind is. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw haar verantwoordelijkheid moet nemen en dat er professionele hulpverlening moet worden ingezet om de omgang te faciliteren. De zaak is pro forma aangehouden voor verdere behandeling van de omgangsregeling.