In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van MAG 45 B.V. (hierna: MRO-nieuw) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond. MRO-nieuw vordert betaling van een bedrag van € 19.753,68 van [geïntimeerde], die goederen had besteld bij de failliete MRO Industries Nederland B.V. (MRO-oud). De rechtszaak is gestart na een dagvaarding op 7 augustus 2012, en betreft een koopovereenkomst die volgens MRO-nieuw tot stand zou zijn gekomen na het faillissement van MRO-oud. De rechtbank had eerder geoordeeld dat MRO-nieuw niet in het bewijs was geslaagd dat er een koopovereenkomst was gesloten met [geïntimeerde].
Het hof heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat MRO-nieuw bewijs moet leveren van de stelling dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen. Het hof heeft de grieven van MRO-nieuw tegen de eerdere afwijzing van de vordering gezamenlijk behandeld. MRO-nieuw heeft aangevoerd dat er overleg is geweest met [geïntimeerde] en dat er een nieuwe koopovereenkomst is ontstaan. Het hof heeft MRO-nieuw toegelaten tot bewijslevering, waarbij getuigen zullen worden gehoord. De zaak is verwezen naar de rol voor opgave van het aantal getuigen en verhinderdata.
De uitspraak van het hof houdt in dat MRO-nieuw de gelegenheid krijgt om feiten en omstandigheden te bewijzen die de conclusie rechtvaardigen dat er een koopovereenkomst is gesloten en dat de gefactureerde goederen zijn geleverd. Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden en zal na de bewijslevering oordelen over de vordering van MRO-nieuw.