ECLI:NL:GHSHE:2015:1461
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- W.H.B. den Hartog Jager
- S.M.A.M. Venhuizen
- M.G.W.M. Stienissen
- Rechtspraak.nl
Incidenten in hoger beroep tussen Stichting WSG en [geïntimeerde] betreffende nietigheid van exploten en onbevoegdheid van het hof
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om incidentele vorderingen in hoger beroep van Stichting WSG tegen [geïntimeerde]. De zaak betreft een arbeidsovereenkomst die tussen WSG en [geïntimeerde] bestond, en de beëindiging daarvan. WSG heeft [geïntimeerde] gedagvaard voor schadevergoeding, maar [geïntimeerde] heeft in reconventie ook vorderingen ingesteld. De rechtbank heeft de vorderingen van WSG in conventie afgewezen en de vorderingen in reconventie grotendeels toegewezen. WSG is in hoger beroep gegaan en heeft incidentele vorderingen ingesteld, waaronder de nietigheid van de appeldagvaarding en de onbevoegdheid van het hof. Het hof heeft de vorderingen van [geïntimeerde] afgewezen, o.a. omdat de dagvaarding en herstelexploten geldig waren en er geen sprake was van misbruik van procesrecht. Het hof oordeelde dat de VSO tussen partijen niet in de weg staat aan de vorderingen van WSG, en dat de beoordeling van de hoofdzaak in beginsel voorbehouden is aan de kamer die de hoofdzaak behandelt. De zaak is verwezen naar de rol voor memorie van grieven, waarbij de proceskosten van het incident voor rekening van WSG komen.