In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een hoger beroep inzake schadevergoeding na een tekortkoming in de opleveringsverplichting van een huurder. De appellanten, wonende in Spanje, hebben de geïntimeerde aangeklaagd voor schade die is ontstaan door beschadigingen aan de woning, die het gevolg waren van een hennepplantage. Het hof heeft eerder een tussenarrest gewezen op 18 november 2014, waarin het de appellanten heeft opgedragen om een nauwkeurige opgave van de schade te verstrekken. Tijdens de comparitie op 9 februari 2015 heeft de appellanten c.s. echter geen gedetailleerde opgave van de beschadigingen kunnen geven, wat het hof heeft genoodzaakt om de schade te schatten. Het hof heeft vastgesteld dat de woning bij executieveiling voor een lagere prijs is verkocht dan zonder de schade het geval zou zijn geweest. De appellanten hebben schadeposten ingediend, waaronder vernielingen aan de meterkast, CV-installatie, keuken en andere delen van de woning. Het hof heeft de schade als gevolg van de verminderde executieopbrengst geschat op € 13.200,--, gebaseerd op de OZB-waarde van de woning. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de geïntimeerde veroordeeld tot schadevergoeding, inclusief wettelijke rente, en de proceskosten gecompenseerd. De uitspraak is gedaan op 28 april 2015.