Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- mr. Moerinalam;
- de curator.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de rechthebbende, onder curatele gesteld sinds 19 maart 2008, verzocht om de huidige curator te ontslaan en zijn moeder als nieuwe curator te benoemen. De rechthebbende en zijn ouders waren ontevreden over de uitvoering van de taken door de curator, met name over de hoge kosten en het gebrek aan vertrouwen in zijn functioneren. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 maart 2015, maar de rechthebbende en zijn ouders verschenen niet ter zitting. De curator voerde verweer en stelde dat de rechthebbende en zijn ouders onvoldoende inzicht hadden in de financiële situatie en dat het door de rechthebbende gewenste uitgavenpatroon niet haalbaar was.
Het hof oordeelde dat de communicatieproblemen tussen de curator en de rechthebbende en zijn ouders niet voldoende grond vormden voor ontslag van de curator. Het hof constateerde dat de curator zijn taken naar behoren had uitgevoerd en dat de bezwaren van de rechthebbende onvoldoende onderbouwd waren. De curator had de beloning en de kosten van de intake goed toegelicht en het hof vond geen reden om aan te nemen dat de curator te veel in rekening had gebracht. De rechthebbende had niet aangetoond dat er gewichtige redenen waren voor ontslag van de curator. Het hof bekrachtigde daarom de beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de rechthebbende af.