In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 9 juli 2014, waarin de man werd verplicht om een bijdrage van € 1.500,- per maand te betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van zijn minderjarige kind, geboren in 2011. De man verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en de bijdrage vast te stellen op € 155,- per maand, met ingang van 1 mei 2014. De vrouw verzocht het hof om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek, dan wel zijn verzoek af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen, met een hogere bijdrage dan € 155,- per maand.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 april 2015 zijn beide partijen gehoord, bijgestaan door hun advocaten. Het hof heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder brieven van de advocaten en jaaropgaven. Het hof oordeelt dat de ingangsdatum van de onderhoudsbijdrage moet worden vastgesteld op 18 september 2013, de datum waarop de man zijn kind heeft erkend. De behoefte van het kind aan de vastgestelde onderhoudsbijdrage van € 1.500,- per maand is in geschil, waarbij de man stelt dat de behoefte moet worden bepaald op basis van het inkomen van de vrouw, terwijl de vrouw een hogere bijdrage eist op basis van het gezamenlijke inkomen van beide ouders.
Het hof volgt de richtlijn van de Werkgroep Alimentatienormen en stelt de behoefte van het kind vast op € 398,- per maand, met een indexering naar € 410,02 per maand. Het hof oordeelt dat de man en de vrouw ieder de helft van de netto kosten voor kinderopvang moeten dragen. De draagkracht van beide ouders wordt berekend, waarbij de man een draagkracht heeft van € 1.298,- per maand en de vrouw € 438,- per maand. Uiteindelijk komt het hof tot de conclusie dat de man € 243,- per maand en de vrouw € 82,- per maand moet bijdragen aan de kosten van het kind. De beschikking van de rechtbank wordt gedeeltelijk vernietigd, en de man wordt verplicht om met ingang van 18 september 2013 een bedrag van € 243,- per maand te betalen, en met ingang van 1 januari 2015 een bedrag van € 66,- per maand, te vermeerderen met de helft van de netto kosten voor kinderopvang.