3.1.In r.o. 2.1-2.4 van het eindvonnis van 29 januari 2014 heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Met de grieven II en III wordt deze vaststelling bestreden. Het hof zal een nieuw overzicht geven van de onbetwiste feiten die in hoger beroep het uitgangspunt vormen. Voor zover de grieven II en III daarvan afwijken falen ze.
a. a) Objective Finance is eigenaresse van het container zeeschip MSC Bali. Conbulk is de manager van Objective Finance met betrekking tot de MSC Bali. NMS is een leverancier van scheepsmotoronderdelen.
b) SSM heeft als activiteiten de in- en verkoop van nieuwe en gereconditioneerde onderdelen ten behoeve van elektriciteit- opwekking en voortstuwing. Zij heeft twee cilindervoeringen (met certificaat) verkocht aan NMS op of rond 9 en 14 oktober 2008 (prods. 2 en 3 inl. dagv. en prod. 16 cvd). Deze cilindervoeringen waren afkomstig uit China. Een certificaat van Det Norske Veritas (DNV) is met de twee cilindervoeringen geleverd (prods. 4 en 5 inl. dagv.)
c) Op de orderbevestiging d.d. 9 oktober 2010 staat vermeld onder het hoofdje “Delivery terms”:
“
All our offers, deliveries and work are subject to the most recent general Terms and Conditions of Contract of HME, which contain, inter alia, a limitation of our liability (..) We will send you a copy on request (..)”.
Onderaan de facturen wordt eveneens melding gemaakt van genoemde Algemene Voorwaarden.
d) NMS heeft de cilindervoeringen (door)verkocht aan Conbulk ten behoeve van de MSC Bali.
e) Eén cilindervoering is in Antwerpen in de motor van de MSC Bali ingebouwd op 15 oktober 2008. Vervolgens is na vertrek uit Antwerpen de cilindervoering gebarsten/gebroken en is de motor van de MSC Bali op de Westerschelde stilgevallen en is het schip aan de grond gelopen.
f) Op 16 oktober 2008 heeft [personeelslid van NMS] van NMS per email geklaagd bij SSM over de eerste gescheurde cilindervoering, en gevraagd om de bij de cilinders horende certificaten (“
We need to receive all the class certificates for the 2 pcs liners including original I expect CCs certificates as the DNV certificate you have supplied to us is only for pressure testing (..)) Tegelijkertijd bestelde hij een nieuwe voering omdat de reservevoering aan boord inmiddels was geïnstalleerd (prod 8 cva).
g) Die tweede cilindervoering (genoemde reservevoering) was in Vlissingen geïnstalleerd op 17 oktober 2008. Deze voering is na enkele uren gebarsten/gescheurd waarna het schip opnieuw voor anker is gegaan. Vervolgens is een cilindervoering van [bedrijf 1] ingebouwd.
h) SSM heeft op respectievelijk 15 oktober 2008 en 23 oktober 2008 aan NMS facturen gezonden voor € 12.103,77 en € 12.103,75 terzake de twee cilindervoeringen. Deze facturen zijn door NMS niet betaald.
h) [kapitein van MSC Bali], kapitein van de MSC Bali, heeft een verklaring opgesteld van de gebeurtenissen. Deze verklaring, die niet is gedateerd of ondertekend, is overgelegd als prod. 7 bij inl. dagv.
i. i) Op 10 november 2008 heeft [personeelslid van NMS] bij SSM over beide cilindervoeringen geklaagd.
j) Op 13 november 2008 is een Service Report opgesteld door [personeelslid van SMS] van Schelde Marine Services (een rechtsvoorganger van een van de geïntimeerden), naar aanleiding van zijn bezoek aan de MSC Bali (prod. 4 cva).
k) Een email van het management van Conbulk aan [personeelslid van NMS] van NMS van 2 juni 2010 (prod. 9 conclusie van repliek in reconventie) luidt onder meer:
“(..) Pls note that [bedrijf 2][SSM, hof]
employed a debt collection company which contacted us advising us that they have instructions from [bedrijf 2] to arrest the ship seeking security.
We advised them that this is not a simple debt collection case and that the Owners of Bali have a valid claim for the failure of the two liners supplied from [bedrijf 2] (..)
Owners (..) can agree for the liners to be delivered to [bedrijf 2] provided (..)[they]
will not proceed to analysis (if any) without prior consent and joint presence (..)”
l) Deze email is door [personeelslid van NMS] op 2 juni 2010 doorgestuurd naar SSM ([personeelslid van SSM 1] en [personeelslid van SSM 2]) en naar het management van Conbulk (Mr. [lid van management van Conbulk]) met de mededeling: “
Dear Mr. [lid van management van Conbulk], We have also explained to the same company from [vestigingsplaats] that the situation was more complicated involving a claim. Pls see below the full contact details and Mr [roepnaam van personeelslid van SSM 2] is reading in copy also receiving your below msg (..)”
m) In juni 2010 zijn de cilindervoeringen, conform daartoe gedaan verzoek, door Objective Finance aan SSM c.s. overhandigd, in verband met uit te voeren onderzoek.
n) Op of omstreeks 29 september 2010 heeft SSM in Panama beslag gelegd op de MSC Bali omdat deze rekeningen onbetaald waren. Dit beslag is opgeheven tegen zekerheidsstelling.
o) Op 13 januari 2011 heeft [deskundige van L&S bvba] namens [L&S bvba] in opdracht van Conbulk de cilindervoeringen onderzocht (die zich toen bevonden op het terrein van ML). Het rapport dateert van 20 januari 2011 (prod. 10 cvr in conventie).
p) Op 15 maart 2011 heeft (de advocaat van) NMS per fax aan SSM en DSMS onder meer geschreven dat zijn cliënten zich alle rechten voorbehouden in de zin van art. 3:317 BW en gevraagd of SSM c.s. alle informatie – waaronder de cilindervoeringen – voor verder onderzoek door Objective Finance c.s. ter beschikking wil houden (prod. 6 inl. dagv.).
q) Op 29 mei 2012 heeft [deskundige] van [Survey] Survey B.V. in opdracht van SSM een rapport opgesteld over de cilindervoeringen (prod. 1 cva) (aangevuld op 28 maart 2013, prod. 11 cvd).
r) Tussen Transmed Shipping Co als een andere koper en de (een) rechtsvoorganger van ML als verkoper is op 13 oktober 2009 een uitspraak gewezen door het Internationale hof van Arbitrage van de ICC in verband met de door die rechtsvoorganger aan Transmed verkochte en geleverde uit China afkomstige cilindervoeringen. Daarbij is aan Transmed een schadevergoeding toegekend.
3.2.1.Objective Finance c.s. hebben SSM c.s. in rechte betrokken en in conventie gevorderd een verklaring voor recht (i) dat SSM c.s. hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door Objective Finance c.s. geleden schade en een hoofdelijke veroordeling van SSM c.s. tot betaling van een bedrag nader op te maken bij staat en (ii) dat SSM geen vordering had tegen Objective Finance waarvoor beslag kon worden gelegd met veroordeling van SSM tot retournering van de bankgarantie die ter opheffing van het Panamese beslag is afgeven, met veroordeling van SSM c.s. in de proceskosten.
3.2.2.In reconventie vorderde SSM veroordeling van NMS tot betaling van € 24.207,52 ter zake de onbetaalde cilindervoeringen, vermeerderd met contractuele rente op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden en kosten.
3.2.3.Objective Finance c.s. hebben een incident ex art. 843a Rv opgeworpen, waarbij zij overlegging vorderden van de arbitrale uitspraak (vgl. r.o. 3.1. onder r) en van stukken waaruit blijkt hoe, van wie en wanneer SSM de eigendom, althans het bezit heeft verkregen van de cilindervoeringen. Bij tussenvonnis van 10 juli 2013 heeft de rechtbank deze vordering afgewezen omdat het niet gaat om stukken die betrekking hebben op een rechtsbetrekking waarbij Objective Finance c.s. partij zijn. Objective Finance c.s. zijn daarbij veroordeeld in de kosten van het incident.
3.2.4.De rechtbank heeft de vordering in conventie tegen SSM afgewezen omdat deze was verjaard: geklaagd was in oktober 2008, gedagvaard op 24 februari 2012 en tussentijds was geen sprake van een stuiting in de zin van art. 3:317 BW. Ten aanzien van Conbulk en Objective Finance heeft de rechtbank geoordeeld dat hun vordering is gebaseerd op onrechtmatige daad, doch dat zij niet hebben onderbouwd waarom een eventuele wanprestatie van SSM jegens NMS onrechtmatig is ten opzichte van hen, zodat ook deze vorderingen zijn afgewezen. De vorderingen ter zake van het beweerdelijk onrechtmatig gelegde beslag worden eveneens afgewezen, nu SSM c.s. onweersproken hebben gesteld dat het beslag volgens Panamees recht rechtmatig was. Objective Finance c.s. werden veroordeeld in de proceskosten in conventie.
3.2.5.In reconventie heeft de rechtbank geoordeeld dat de algemene voorwaarden van SSM toepasselijk zijn en heeft zij de vorderingen toegewezen met veroordeling van NMS in de proceskosten.