Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1],
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/12/86726/HA ZA 12-305)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
te zijn overeengekomen alsvolgt:(…) aan het melkquotum zal geen waarde worden toegekend; (…)
VervreemdingsbedingDe comparanten sub 2 genoemd verbinden zich om indien zij binnen vijftien jaren na verkrijging mochten overgaan tot vervreemding van de genoemde onroerende zaken en/of produktierechten, of een gedeelte hiervan, binnen een maand nadat vervreemding heeft plaatsgehad, in kontanten op te leggen ten behoeve van de comparant, sub 1 genoemd, casu quo hun rechtverkrijgenden, zo de comparant sub 1 genoemd overleden mocht zijn op dat tijdstip, een bedrag gelijk aan hetgeen de comparanten sub 2 genoemd bij die vervreemding meer ontvangen de prijs waarvoor vorengenoemde onroerende zaken op het moment van vervreemding worden getaxeerd door twee taxateurs van de Grondkamer, waarbij als grondslag de waarde in verpachte staat zal gelden, nadat genoemde taxatieprijs is vermeerderd met de door de comparanten sub 2 genoemde geofferde kosten van overdracht.
(…) met inachtneming van de volgende bepalingen:
subsidiair75% van het oorspronkelijke bedrag gevorderd en als
subsidiairegrondslag voor haar vordering ongerechtvaardigde verrijking aangevoerd. [geïntimeerden c.s.] heeft een en ander bestreden.
in persoongeen vordering op [geïntimeerden c.s.] zoals door haar in eerste aanleg is ingesteld en in hoger beroep is aangevuld. Dit betekent dat haar vordering reeds hierop strandt, zodat de overige stellingen en verweren van partijen geen bespreking behoeven. Bij deze stand van zaken behoeven de grieven geen afzonderlijke behandeling; deze leiden niet tot een andere beslissing.