ECLI:NL:GHSHE:2015:249
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toestemming verhuizing met kinderen in het kader van gezamenlijk gezag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin haar verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing met de kinderen naar [plaats 1] werd afgewezen. De moeder en vader zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de zorg van hun kinderen, [zoon] en [dochter], en hebben een co-ouderschapsregeling. De moeder verzocht de rechtbank om toestemming voor de verhuizing, omdat zij van mening was dat dit in het belang van de kinderen zou zijn. De vader voerde verweer en betwistte de noodzaak van de verhuizing, stellende dat dit de band met de kinderen zou schaden.
De mondelinge behandeling vond plaats op 4 december 2014, waarbij beide ouders hun standpunten toelichtten. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de vader een belangrijke rol speelt in de zorg voor de kinderen en dat de verhuizing de zorgregeling zou verstoren. De moeder was het niet eens met deze beslissing en stelde dat de kinderen zich goed zouden kunnen aanpassen aan de nieuwe situatie en dat zij voldoende contact met de vader zou waarborgen.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en kwam tot de conclusie dat de belangen van de kinderen bij het behoud van een goede relatie met beide ouders zwaarder wegen dan de belangen van de moeder bij de verhuizing. Het hof oordeelde dat de moeder onvoldoende had aangetoond dat de verhuizing in het belang van de kinderen zou zijn en dat er een aanmerkelijk risico bestond dat de kinderen het contact met de vader zouden verliezen. Daarom bekrachtigde het hof de beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de moeder af.